N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Analyse
Verkiezingsuitslag De machtsgreep van BBB was een schok voor de gevestigde orde. Maar premier Rutte maakt graag deals met vriend en vijand.
Als de Provinciale Statenverkiezingen een referendum waren over Rutte IV, dan kreeg het kabinet woensdag van de kiezer een dikke onvoldoende. De coalitiepartijen verloren negen zetels in de Eerste Kamer en komen nu niet zes, maar vijftien zetels tekort voor de meerderheid. In de provincies vond een machtsgreep plaats van de BoerBurgerBeweging (BBB), die in bijna alle provincies de grootste wordt. Uit kiezersonderzoek van Ipsos blijkt dat de BBB-kiezers zich vooral keerden tegen het stikstofbeleid. Hun proteststem komt voort uit een gebrek aan vertrouwen in de politiek en premier Mark Rutte.
Kan Rutte IV nog effectief regeren met de steeds verdere versplintering in de provincie en de ernstig verzwakte positie van de coalitie in de Eerste Kamer? De geslonken minderheid in de senaat hoeft geen ramp te zijn. Het kabinet-Rutte II van VVD en PvdA hield na de Provinciale Statenverkiezingen van 2015 slechts 21 in plaats van 23 zetels over en regeerde nog gewoon twee jaar door. Voor Rutte IV bevatte de uitslag naast veel slecht nieuws ook een lichtpuntje: het kabinet kan de komende jaren steun zoeken op links én rechts in de Eerste Kamer. En daarvoor kan het zakendoen met slechts een partij: óf de gezamenlijke fractie van GroenLinks en PvdA (15 zetels) of de BoerBurgerBeweging (16 of 17 zetels).
Gedeeld verlies
Nog een meevaller: het verlies is over alle coalitiepartijen verdeeld. Als binnen een kabinet winnaars én verliezers zijn kan dat makkelijk tot onderlinge spanningen leiden, nu wordt de pijn gedeeld. Tegelijkertijd is die pijn weer niet gelijk verdeeld: het CDA krijgt de zwaarste klap en ziet zich in zijn bestaansrecht bedreigd door BBB, dat op het platteland CDA-bolwerken volledig overneemt. Ook bij de VVD is de schrik groot: als de partij van Caroline van der Plas niet instort is BBB bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen – in 2025 of al eerder – een rechtstreekse concurrent voor het premierschap.
Het is moeilijk te voorspellen hoe de uitslag de interne dynamiek binnen Rutte-IV zal beïnvloeden. In de campagne kwamen D66 en CDA tegenover elkaar te staan rond stikstof. D66 verwijt het CDA te talmen door het jaartal 2030 consequent „niet heilig” te noemen, terwijl in het coalitieakkoord is afgesproken dat de stikstofuitstoot dan moet zijn gehalveerd. De provinciale CDA-lijsttrekkers verweten D66 „stikstofpolarisatie”.
De onderhandelingsruimte rond stikstof is klein, Rutte wil links te vriend houden
Op het traditionele campagneontbijt in Nieuwspoort liet CDA-campagneleider Derk Boswijk donderdag merken dat de onderlinge irritatie niet voorbij is. Hij zei dat D66-Kamerlid Tjeerd de Groot met zijn harde uitspraken over boeren „de beste campagneleider voor BBB is geweest”.
In de Eerste Kamer zullen VVD en CDA de nieuwe stikstofwet moeten steunen die ‘2030’ formeel vastlegt. Spannender wordt de opstelling van de provincies, die de stikstofplannen moeten uitvoeren. In provincies als Drenthe en Overijssel is BBB zo groot dat het onvermijdelijk lijkt dat de partij gaat besturen, mogelijk met VVD en/of het CDA. De lokale fracties van deze coalitiepartijen hebben vaak moeite met de stikstofaanpak van het kabinet en steunden in kieswijzers stellingen die opriepen tot „verzet” tegen het landelijke stikstofbeleid.
Binnen de coalitie zien ze ook kansen: BBB is op veel thema’s minder radicaal dan Forum voor Democratie, de grote winnaar in 2019. Als BBB gaat meebesturen, wordt de partij medeverantwoordelijk voor het gevoelige stikstofbeleid. Op de ‘breekpunten’ die BBB formuleerde is misschien een compromis mogelijk: de stikstofwet regelt al dat er tot 2030 twee meetmomenten komen om te kijken of het jaartal echt haalbaar is. En gedwongen onteigenen wil niemand, ook de coalitie én links hopen dat goede regelingen boeren vrijwillig tot uitkoop kunnen verleiden.
Stikstofminister Christianne van der Wal (VVD) waarschuwde woensdag wel dat het stikstofbeleid afzwakken of uitstellen én weer volop bouwen niet samen gaan. „We hebben dit decennia voor ons uitgeschoven, weer op de rem trappen kan niet meer.”
Knopen doorhakken
De onderhandelingsruimte rond stikstof is ook klein omdat Rutte IV de linkse oppositie te vriend wil houden. PvdA-leider Attje Kuiken en GroenLinks-leider Jesse Klaver voerden donderdag de druk op het kabinet verder op. De linkse partijen willen Rutte IV alleen steunen „als het kabinet echt kiest voor een sociale en groene koers”, zei Kuiken. Klaver herhaalde zijn mantra dat het kabinet alleen „linksom” of „rechtsom” kan gaan en op het gebied van klimaat de „besluiteloosheid” moet stoppen.
GroenLinks en PvdA willen bijvoorbeeld dat Rutte IV snel knopen doorhakt over de extra maatregelen die in een deze week verschenen ambtelijk advies worden gesuggereerd, waaronder een vleesbelasting, een emissiebelasting en een maximum aantal dieren per hectare. Stuk voor stuk maatregelen die boeren raken en BBB boos kunnen maken.
Het kabinet zal zich juist niet volledig aan links óf rechts willen uitleveren, om verschillende onderhandelingsopties te houden en de interne rust in de coalitie te bewaren. Af en toe ook zaken doen met BBB kan kritische VVD’ers tevreden houden die nu al vinden dat het kabinet een te linkse koers vaart. Linksom én rechtsom gaan is ook wat VVD-leider Rutte het liefste doet: hij heeft in zijn ruim twaalf jaar durende premierschap als geen ander bewezen dealtjes met vriend en vijand te kunnen sluiten. Op die manier doorregeren lijkt voor de coalitie voorlopig veel aantrekkelijker dan nieuwe Tweede Kamerverkiezingen.
De kans dat de voltallige oppositie het kabinet in de Eerste Kamer snel laat struikelen is ook niet erg waarschijnlijk: op BBB na lijken weinig oppositiepartijen baat te hebben bij snelle verkiezingen. Zo hebben GroenLinks en PvdA nog tijd nodig voor het voorbereiden van een gezamenlijke Tweede Kamerlijst en de keuze van een nieuwe leider.
Rutte sprak woensdag de verwachting uit dat zijn kabinet het voorlopig, ondanks de gecompliceerde uitslag, zal volhouden. „Ik zal nog meer aan de telefoon zitten.”