Hoe miljoenen aan Nederlandse beleggingen verdwenen uit een schimmige trust op Guernsey

Illustratie Tomas Schats

Beleggingen Het klonk zo mooi: een buitenlands beleggingsfonds in overlijdensrisicoverzekeringen met een rendement van 9,33 procent per jaar. Maar de Nederlandse particulieren die in Arasbridge investeerden zagen hun geld verdwijnen in een ondoorzichtig doolhof van trusts en bemiddelaars.

Hoofdstuk 1

Het begin

„Hoe is het mogelijk dat we er met zo’n grote groep zo ingestonken zijn?” In de stem van Carien Moerdijk (63) is het ongeloof na al die jaren nog goed hoorbaar. „Ze hebben ons echt van alle kanten bedrogen. Maar je voelt je als enkeling zo machteloos tegen zulke instanties. Alsof ons geld ergens in een gat is verdwenen.”

Carien en haar man Rinus (nu 66) besluiten in 2008 te gaan beleggen, in de hoop hun toekomstig pensioen aan te vullen. Via hun financieel adviseur, die ook jaarlijks hun belastingaangifte invult, horen ze voor het eerst over het Arasbridge-fonds, waarbij wordt belegd in Amerikaanse overlijdensrisicoverzekeringen. Hij raadt hun aan ‘in te stappen’. Moerdijk: „Er zat veel overwaarde op ons huis. Dat je daar niet iets mee doet, zei onze adviseur. Hij had een folder mee en vertelde: het risico is minimaal en het is een uitstekend product. We dachten: waarom ook niet? Het voelde goed.”

Zo worden honderden mensen vanaf 2007 verleid met diezelfde glimmende, uitklapbare brochure. Op de voorkant prijkt de Golden Gate Bridge in San Francisco. Het oranjerode staal van de hangbrug schittert in de ochtendzon. Erboven staat in grote, dikgedrukte witte letters: 9,33 procent. Dit is het jaarlijks rendement dat Arasbridge belooft.

Carien en haar man zijn niet de enigen die over de streep worden getrokken. Zeker 360 particuliere beleggers uit Nederland, België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk investeren in de jaren 2007 en 2008 samen 36 miljoen euro in het overkoepelende trustfonds van Arasbridge, geregistreerd op het Kanaaleiland Guernsey, voor de kust van Normandië. De minimale inleg is 25.000 euro. De beleggers die NRC heeft gesproken, verloren bedragen van 45.000 tot 325.000 euro.

Tussen hen zitten vermogende ondernemers en accountants, maar ook docenten, zorgmedewerkers en vrachtwagenchauffeurs. Ze hadden gespaard, geërfd, of hoopten te profiteren van de overwaarde op hun huis. Bepaald geen doorgewinterde beleggers, maar mensen die investeerden voor een extra potje op hun oude dag, of om hun kinderen financieel te kunnen steunen. Ze vertellen allemaal hetzelfde verhaal: hoe ze dachten dat ze veilig belegden, maar al snel te horen kregen dat de administratie van het beleggingsfonds niet op orde was en het fonds daarom „tijdelijk” geschorst moest worden.

De beleggers die NRC heeft gesproken, verloren bedragen van 45.000 tot 325.000 euro

Die schorsing mondde uit in een lange juridische strijd. Geen enkele rechter of toezichthouder op Guernsey steunde de beleggers. Ze liepen vast in onbegrijpelijke procedures. Betrokken instanties en advocaten hielden hen aan het lijntje. Een bemiddelaar uit Nederland sloeg volgens sommige beleggers een slaatje uit de ontstane situatie. Tot ze de hoop op een goede afloop na bijna vijftien jaar verliezen.

Voor veel van de betrokken beleggers zal het in hun leven bij die ene belegging op Guernsey blijven. Meerdere van hen spreken van een „persoonlijk faillissement” en leenden uit pure wanhoop geld van vrienden en familie om het hoofd boven water te houden. Hoe zijn ze in dit moeras beland?

Hoofdstuk 2

De verleiding

„Ik had geen aanleiding om hem niet te vertrouwen”, zegt de 76-jarige Bert Dijkdrenth over de man die hem wees op het Arasbridge-fonds. „We waren goede kennissen en oud-collega’s. Ik wil ook niet zeggen dat hij mij belazerd heeft. Hij had zelf ook voor zijn kinderen geïnvesteerd in het fonds.”

Om beleggers in de Benelux te enthousiasmeren, schakelen de Britse fondsmanagers van Arasbridge Darran Ayres en Philip Lane professionele tussenpersonen in. De twee werken hiervoor samen met de Belg Gerry Nys van de Luxemburgse beleggingspromotor Arasco. Samen organiseren ze in 2007 een bijeenkomst op Schiphol voor deze tussenpersonen, veelal verzekerings- en hypotheekadviseurs. Nys geeft ook een aantal presentaties in Nederlandse hotels om het beleggingsfonds aan de man te brengen. Altijd met een „vriendelijke dame” aan zijn zijde, vertelt een van de tussenpersonen aan NRC. Deze externe financieel adviseurs ontvangen een percentage van de inleg als beloning voor het aanbrengen van klanten. Deze gang van zaken zou later, vanaf 2013, verboden worden onder het zogeheten provisieverbod, voor het voorkomen van perverse prikkels bij financieel advies.

Voor Joseph Driessen (61) en zijn vrouw Jolanda (59) was die tussenpersoon hun vaste verzekeringsadviseur, een kennis van de familie. Hij vertelt hun voor het eerst over Arasbridge en investeren in overlijdensrisicoverzekeringen. Dat waren tot voor kort professionele beleggingen die dankzij een wetswijziging in Amerika nu ook toegankelijk zijn gemaakt voor particuliere beleggers, vertelt de enthousiaste adviseur hun. Met een gegarandeerd, riant rendement én een zeer laag risico.

Joseph en zijn vrouw gaan overstag. Ze investeren 150.000 euro, deels door de overwaarde op hun woning te verzilveren. Een groot deel van de beleggers die NRC heeft gesproken, kiest destijds voor die optie. Daarbij mag een huiseigenaar een nieuwe, hogere hypotheek afsluiten wanneer de huizenprijzen zijn gestegen.

Het is vooral de gedegen reputatie van een Britse investeringsbank die vertrouwen wekt bij veel beleggers. Het gaat om Kleinwort Benson, opgericht in 1786, dat vanaf dag één betrokken is bij Arasbridge als trustee, de partij die de beleggingen in het fonds beheert. Het bedrijf is dan nog een dochter van de Duitse Dresdner Bank en verzekeraar Allianz Group. Kleinwort is tegenwoordig in handen van de Franse bankgroep Société Générale en na een fusie omgedoopt tot Kleinwort Hambros.

Joseph en zijn vrouw gaan overstag. Ze investeren 150.000 euro, deels door de overwaarde op hun woning te verzilveren

„Kleinwort Benson was een Engelse bank met een goede naam”, vertelt Arasbridge-belegger Dijkdrenth. Hij kon het weten: de gepensioneerde Noord-Hollander werkte destijds als valutahandelaar, waarbij hij bemiddelde in financiële transacties tussen internationale banken. Dijkdrenth verloor 141.000 euro bij Arasbridge. Ondanks dit forse verlies, waarvoor hij zich zegt te schamen, wil hij graag zijn verhaal doen, om zo andere beleggers te waarschuwen niet dezelfde fouten te maken. Dijkdrenth: „Bij Guernsey had ik niet echt een gevoel. Ik dacht: het zal wel vooral met de fiscus te maken hebben. Bovendien: er waren meer banken en bedrijven met een vestiging op Guernsey.” De keuze om te beleggen in overlijdensrisicoverzekeringen leek hem veilig. „Mensen gaan nu eenmaal dood, dat is één ding dat zeker is. Maar misschien was ik argeloos en naïef.”

Het beleggingsproduct dat Dijkdrenth en de honderden andere Arasbridge-beleggers verleidt, zijn tweedehandse Amerikaanse overlijdensrisicoverzekeringen. In de Verenigde Staten ontwikkelt zich in die tijd een levendige markt in deze zogeheten life settlements. Dat werkt in het kort zo: oudere of terminale Amerikanen verkopen hun overlijdensrisicoverzekering door aan speculanten. In ruil daarvoor krijgen zij zelf (bij leven) direct een bepaald bedrag in handen, in plaats van hun nabestaanden na overlijden. De kopers worden de nieuwe begunstigden, betalen de resterende premie door en incasseren bij het overlijden van de verkopers het verzekerde bedrag. Het doorverkopen van een lopende levensverzekeringspolis aan een derde partij mag in de VS sinds 1996 door een wetswijziging van toenmalig president Bill Clinton, wiens portret staat afgebeeld in de glimmende Arasbridge-folder.

Arasbridge koopt en bundelt zulke ‘doodspolissen’ in fondsen. Met het geld van beleggers betalen ze de verzekeringspremie door tot het moment van overlijden, waarna het volledige bedrag van de levensverzekering wordt uitgekeerd. De hoeveelheid winst is dus afhankelijk van het aantal maanden dat de oorspronkelijk verzekerde nog in leven blijft. En zo is bij zulke beleggingen de één zijn dood dus letterlijk de ander zijn brood.

Illustratie Tomas Schats

De Arasbridge-fondsen zelf zijn een initiatief van fondsmanagers Darran Ayres en Philip Lane. Zij richten hiervoor op 15 september 2006 het bedrijf Aras Investment Management Limited op in Saint Peter Port, de hoofdstad van Guernsey. Het eiland staat alom bekend als belastingparadijs, al noemt het zichzelf liever „belastingneutraal”. Je betaalt er geen vermogenswinstbelasting, geen erfbelasting en ook geen omzetbelasting. Een ideale plek voor beleggingsfondsen: die kunnen na hun registratie op Guernsey vrijstelling van inkomstenbelasting aanvragen.

Het ministaatje met 64.000 inwoners (geen onderdeel van het VK, wel Brits Kroonbezit) opereert zo al decennia als een offshore financieel centrum waar vermogen uit de hele wereld wordt weggezet. Op het eiland staat ruim 288 miljard pond (337 miljard euro) gestald. Er zijn ruim 800 investeringsfondsen gevestigd.

„Een investering onafhankelijk van beurs en conjunctuur”, staat in de Arasbridge-folder, onderaan het rijtje bijzonderheden. Bovendien is de inleg van beleggers „verzekerd door onderliggende verzekeraars”. Omdat het om trustfondsen gaat, zouden beleggers kunnen rekenen op „de hoogste cliëntbescherming in de fondsenwereld”. Verder is het valutarisico van de op Guernsey gevestigde fondsen „volledig afgedekt” en worden ze in de folder nadrukkelijk geclassificeerd als een „belegging met een laag risicoprofiel”, met een looptijd van acht jaar.

Een trust als rechtsvorm is vooral gebruikelijk in Angelsaksische landen. Je kunt er vermogen in onderbrengen en tegelijkertijd afstand creëren tot zowel de fiscus als schuldeisers. Een trust is namelijk een overeenkomst om je bezittingen zoals geld, investeringen, onroerend goed of een familievermogen onder beheer te stellen van een ander. Wie zijn geld in een trust stopt (de settlor) vertrouwt het toe aan een derde partij (de trustee). Deze trustee beheert het vermogen en doet uitkeringen aan een begunstigde.

Lees ook: Beleggen over de grens? Dit zijn de rode vlaggen

De trustee van de Arasbridge-fondsen, zo vermeldt de prospectus die in handen is van NRC, is Kleinwort Benson Guernsey Limited. Dat is de lokale tak van de Britse bank die ook kantoor houdt in Saint Peter Port. Daar opereren trustfondsen buiten het zicht van de buitenwereld. Er is geen openbaar register van trusts op Guernsey. Wie er zijn vermogen in stopt of wie de eigenaar is, blijft in de meeste gevallen volledig vertrouwelijk. Financiële verslaggeving is gebrekkig of ontbreekt volledig.

„Een trust heeft een hoge mate van anonimiteit”, zegt Jan van Koningsveld, oud-rechercheur van de fiscale opsporingsdienst FIOD en oprichter van het Offshore Kenniscentrum, dat trainingen geeft aan bedrijven en overheden over witwassen, corruptie en belastingontwijking. „Het bijzondere is dat de fondsmanagers van Arasbridge een trust hebben gebruikt als rechtsvorm voor een beleggingsfonds. Normaal gesproken is dat een ‘Limited’, die je kan vergelijken met een Nederlandse bv. Voor beleggers moet een trust altijd aanleiding zijn om extra voorzichtig te zijn. Je weet niet precies wie betrokken is. Dat is echt een hoger risico.”

Voor beleggers moet een trust altijd aanleiding zijn om extra voorzichtig te zijn. Je weet niet precies wie betrokken is

Jan van Koningsveld oud-rechercheur FIOD

Hoofdstuk 3

Tussen hoop en vrees

„Elke vraag om informatie verdween in digitale duisternis”, zegt Hans Koenders uit Enschede. „Na mijn inleg heb ik één afschrift gezien. Toen stopte de correspondentie.”

Koenders beschrijft de onzekerheid waarin hij net als de andere Arasbridge-beleggers al snel verkeert. De eerste maanden lijkt er geen vuiltje aan de lucht. Ze ontvangen netjes afschriften van fondsbeheerder Nerine, het bedrijf dat door de fondsmanagers is aangesteld voor de administratie van het fonds. De afschriften stemmen tot tevredenheid. Hun investering groeit.

Begin 2009 ontvangen de Arasbridge-beleggers plots een mededeling van de fondsmanagers. Het beheer en de administratie van het fonds is per 4 januari overgedragen van Nerine aan een nieuwe partij, Active Fund Services, dat ook kantoor houdt in Saint Peter Port. „Aan uw trust of investering zijn echter geen veranderingen”, lezen de beleggers, aan wie voortaan een „hoger niveau van service” wordt beloofd.

Maar diezelfde maand ontvangen de beleggers nog een brief, ditmaal van de nieuwe fondsbeheerder Active. Bij het overnemen van de administratie blijkt een geschil te zijn ontstaan met Nerine over de boekhouding. Active-directeur Richard Bray schrijft bezorgd te zijn over „de juistheid van de waarderingen” en dat hij trustee Kleinwort daarom heeft verzocht tot een tijdelijke schorsing van de fondsen, zodat de boekhouding op orde kan worden gebracht. Bray stelt de beleggers gerust: er zijn zorgen over de administratie van het fonds, niet over het belegde vermogen. Dat is, zo benadrukt hij, nog altijd veilig in handen van de trustee. Die schorsing komt er, maar zal wel een stuk langer duren dan iedereen op dat moment verwacht.

In de maanden die volgen, tasten de beleggers volledig in het duister. Afschriften van de waarde van hun investering krijgen ze dan al niet meer. Ze doen tevergeefs pogingen te achterhalen hoe het nu toch zit met hun belegging. Ze bellen veelvuldig met hun tussenpersonen, die hen alleen maar kunnen doorverwijzen naar de trustee en de fondsbeheerders. Maar tientallen mails vol vragen aan die partijen blijven onbeantwoord. „Het was een brok duisternis”, blikt Dick Bogaards, een andere Arasbridge-belegger, terug. „We kregen maar geen informatie. Op hele simpele vragen kwamen maar geen antwoorden.”

Handelen is ook geen optie. De beleggers kunnen door de schorsing tussentijds geen geld opnemen, geen wijzigingen aanbrengen en ook geen nieuwe investeringen doen. Half juni krijgen ze een brief van bank Kleinwort. Met daarin opnieuw de mededeling: we werken samen met Active aan een oplossing. En opnieuw zwart-op-wit een toezegging van de trustee: uw beleggingen zijn veilig bij ons.

In de maanden die volgen, tasten de beleggers volledig in het duister. Afschriften van de waarde van hun investering krijgen ze dan al niet meer. Ze doen tevergeefs pogingen te achterhalen hoe het nu toch zit met hun belegging

Maar de maanden worden jaren, waarin de beleggers leven tussen hoop en vrees. Wat is er gebeurd met hun investering, die aan hen werd verkocht als veilig en beschermd? Terwijl ze maar geen inzicht krijgen, blijkt later dat zonder hun medeweten een forse som aan het fonds is onttrokken. De oorspronkelijke fondsbeheerder Nerine heeft zijn vergoeding van ruim 4 miljoen euro in één klap afgeroomd. Dat druist in tegen de afspraak van een bedrag per kwartaal, uitgesmeerd over acht jaar.

Kleinwort Benson – als trustee verantwoordelijk voor het toezicht op het fonds – staat het toe. In de zomer van 2015 start de bank echter alsnog een rechtszaak op Guernsey tegen Nerine vanwege contractbreuk. Die claim wordt begin 2017 afgewezen, waarbij de rechter concludeert dat hij „verbaasd” is dat Kleinwort „zo lang op zijn handen is blijven zitten”, terwijl de trustee zich had moeten realiseren dat Nerine op den duur wettelijk gezien niet langer aansprakelijk is. De financiële toezichthouder in het Verenigd Koninkrijk heeft dan, los van deze zaak, al publiekelijk gewaarschuwd dat beleggingen in verhandelde overlijdensrisicoverzekeringen ongeschikt zijn voor het gros van de particuliere beleggers. „Giftige producten met een hoog risico”, concludeert de Britse waakhond.

„Jarenlang ben ik bezig geweest om te achterhalen hoe het zat met de waarde van onze investeringen”, zegt Bogaards, zelf registeraccountant van beroep. „In die jaren heeft trustee Kleinwort een rookgordijn opgetrokken. Ze hebben gewoon toegekeken bij die vergoeding van Nerine, en hebben de boel alleen maar getraineerd.”

Een aantal boze beleggers klopt aan bij de financieel toezichthouder van Guernsey, de GFSC. Waarom is de administratie nog steeds niet op orde? Waarom is Nerine daarvoor wel miljoenen betaald? En waarom grijpt niemand in op Guernsey? De GFSC zegt echter geen partij te zijn en verwijst hen door naar de Channel Islands Financial Ombudsman (CIFO), de instantie opgericht voor de behandeling van geschillen tussen financiële dienstverleners en hun klanten. Maar van de ombudsman horen de beleggers dat „de financiële diensten van Kleinwort Benson niet onder hun bevoegdheid vallen omdat het om trustfondsen gaat”. Wie kan hen nu nog helpen?

Hoofdstuk 4

De redder in nood?

„Ik ben steeds dieper gaan graven en kwam steeds meer ellende tegen”, zegt Paul Schram vanachter zijn bureau in zijn rommelige thuiskantoor in de Bossche woonwijk Maasdal. De 59-jarige beleggingsadviseur werpt zich op als belangenbehartiger van de gedupeerde Arasbridge-beleggers, vlak nadat het fonds begin 2009 wordt geschorst.

Schram heeft in de periode daarvoor namens Hapé Investment Consultants Nederland (HICN) een groep klanten overgenomen van het gestopte bedrijf Kindi Consultants uit Roermond, een van de promotors van Arasbridge-fondsen in Nederland. Schram, die zegt zelf nooit het fonds verkocht te hebben aan zijn klanten, weet veel beleggers individueel te overtuigen om met hem als bemiddelaar in zee te gaan.

„Toen het fonds op slot zat, heb ik volmachten verzameld van beleggende klanten om hen te vertegenwoordigen”, vertelt Schram verder. „Op basis daarvan zou ik met die mensen in Guernsey gaan praten.” Hij doelt op trustee Kleinwort en ook de twee Britse managers van de Arasbridge-fondsen, Ayres en Lane. Zij worden in de dertig pagina’s tellende prospectus (een verplicht document waarin alle relevante informatie over een belegging beschreven staat) van het Arasbridge-trustfonds omschreven als uiterst ervaren en geslaagde bestuurders in de offshore financiële dienstverlening, die gericht is op buitenlandse klanten. Eenmaal op het eiland zegt Schram al snel tegen muren aan te lopen. „Wij hadden vooraf een afspraak gemaakt. Maar Lane en Ayres waren nergens meer te vinden.”

Schram klopt dan aan bij trustee Kleinwort en diens moederbedrijf Société Générale. Zij vragen om geduld: de bal ligt bij de nieuwe administrateur Active. De Arasbridge-beleggers horen vervolgens van Active dat de overgedragen administratie een grote puinhoop is. Er blijkt sprake van schimmige handelskosten, wisselkoersen die niet kloppen en het niet naleven van afspraken die zijn gemaakt in de prospectus. Bovendien ontbreken veel klantgegevens. „We moeten werken met onvolledige dossiers, wat buitengewoon arbeidsintensief is gebleken”, lezen de beleggers in een brief van Active, dan zeven maanden na de overdracht. Het bedrijf schat in voor het herstel nog maanden nodig te hebben.

Illustratie Tomas Schats

De beleggers die bij Schram zijn aangesloten, ontvangen een tijdlang e-mails van hem over de voortgang. In lange, moeilijk te volgen zinnen beschrijft Schram in de mails hoe hij de „druk opvoert” bij alle betrokken partijen en dat hij „schadeclaims voorbereidt”. Dan weer schrijft hij dat ze kunnen uitstappen zodra de fondsen weer verhandelbaar zijn, maar dat de vrees is dat er dan een „grote leegloop” zal ontstaan die iedereen financieel raakt. En dus wordt de beleggers opnieuw om geduld gevraagd. Ze krijgen ondertussen meerdere facturen toegestuurd voor zijn bemiddeling en gemaakte juridische kosten. Uit facturen die NRC heeft ingezien gaat het om bedragen van 360 euro tot ruim 1.500 euro per factuur. Een van de beleggers betaalt tussen 2010 en 2015 ruim 6.400 euro aan Schram.

Op vrijdag 8 oktober 2010 om exact 17.00 uur volgt opnieuw een mailupdate van Schram. Dit keer valt iets op: in de adresbalk staan tientallen rijen vol Nederlandse e-mailadressen. De Arasbridge-beleggers ontdekken voor het eerst, met de nodige verbazing, dat ze niet alleen staan. De zaak is een stuk omvangrijker dan ze dachten. Die ontdekking leidt tot meerdere fysieke bijeenkomsten in de hoop samen een oplossing te vinden. „In de zaal zag je dat het geen kritische beleggers waren. De meesten hadden er geen kaas van gegeten”, zegt een jurist, die namens haar beleggende vader aanwezig is bij een van de bijeenkomsten. Vanwege de gevoeligheid van de kwestie wil ze niet met naam opgevoerd worden.

Nu hen duidelijk is geworden dat er honderden gedupeerden zijn, willen meerdere beleggers de zaak „naar buiten” brengen om de druk op Arasbridge en Kleinwort op te voeren. „Maar Schram zei: stap niet naar de pers. Dat kan alleen maar procedures op Guernsey frustreren”, zegt Arasbridge-belegger Carien Moerdijk. Jos Raijmakers, wiens ouders 325.000 euro verloren door Arasbridge, oppert om een campagne op sociale media te starten met anekdotes van gedupeerde deelnemers. Procederen tegen banken heeft weinig zin, stelt hij. „Maar van Schram moesten we de grootste geheimhouding betrachten.”

De Arasbridge-beleggers ontdekken voor het eerst, met de nodige verbazing, dat ze niet alleen staan. De zaak is een stuk omvangrijker dan ze dachten

Ondertussen lopen de juridische kosten op. De beleggers lezen in de zomer van 2012 in een brief van administrateur Active dat Schram en zijn juridische adviseurs sinds hun benoeming „ruim 490.000 euro” hebben gefactureerd aan het fonds, waarvan het „overgrote deel” niet is toegekend omdat eerst moet worden vastgesteld of de hoogte van dat bedrag wel redelijk is. Schram reageert verontwaardigd in zijn eerstvolgende update aan de beleggers, waarin hij de inhoud van de brief „tendentieus” noemt en een poging om het collectief „uiteen te drijven”.

In de jaren daarop wordt maar geen oplossing gevonden om de administratie van het beleggingsfonds op orde te brengen. Het fonds blijft op slot en de beleggers horen van Schram dat de trustee hem niet wil erkennen als belangenbehartiger. De rechtbank van Guernsey stelt na veel vertraging een lokale advocaat aan, Jeremy Le Tissier van de firma Appleby. Hij gaat voortaan verder als juridisch vertegenwoordiger van alle investeerders in het Arasbridge-fonds. Le Tissier kent het recht op Guernsey en mag er – in tegenstelling tot Schram – wel proceshandelingen verrichten.

Het beoogde doel is om het fonds te laten ontbinden, met de ijdele hoop dat er op een dag nog geld kan worden uitgekeerd aan de beleggers. Le Tissier moet toezien op dit proces en is aanvankelijk optimistisch. Het nog resterende geld in het fonds komt „mogelijk binnen 1 tot 2 jaar” beschikbaar, lezen de beleggers in augustus 2013 in een brief van hem.

Diezelfde periode ontstaat een hevige interne ruzie binnen HICN, de beleggingsfirma van Schram. Hij raakt in conflict met zijn compagnon Herman Vervoort, die de beleggers abrupt per brief laat weten dat Schram per direct niet meer voor HICN mag werken. Dit leidt tot verwarring alom: de beleggers weten nu niet meer wie hun belangen behartigt. Het conflict leidt – na veel moddergooien tussen de compagnons – tot het faillissement van HICN. Waarna Schram een nieuwe bv opzet, Irdaned, en de beleggers opnieuw vraagt om een machtiging zodat hij hen mag vertegenwoordigen. 270 beleggers tekenen en houden geloof in Schram.

De juridische saga op Guernsey gaat ondertussen gewoon verder. Schram doet, tevergeefs, een poging om via de rechter trustee Kleinwort te vervangen. De trustee doet zelf een verzoek bij de rechtbank om het Arasbridge-fonds te ontbinden. Voor de beleggers blijft onduidelijk of dat wel is gebeurd, en zo ja: op welke manier. „Het is verschrikkelijk dat we zo van het kastje naar de muur zijn gestuurd”, zegt belegger Carien Moerdijk. „Ook door Schram: hij heeft ons zoveel beloofd. Zo zijn er jaren voorbij gegaan.”

Meerdere beleggers zetten achteraf hun vraagtekens bij de capaciteiten en het verdienmodel van Schram, die tonnen zou hebben verdiend met de kosten die hij rekende voor zijn bemiddeling voor de beleggers. Schram wil desgevraagd niets over zijn omzet of winst zeggen omdat het volgens hem „bedrijfsinformatie” is. „Ik ben hier al vanaf 2008 mee bezig. Soms weken aan een stuk, soms een paar keer per maand”, laat hij weten. Al zien de meeste beleggers die NRC heeft gesproken Schram niet als de schuldige („hij was de enige die er verstand van had”), maar eerder als hun enige overgebleven reddingsboei („we hadden niemand anders”).

Hoofdstuk 5

Met lege handen

Wat de Arasbridge-beleggers al jaren vrezen, wordt werkelijkheid in de zomer van 2018. Ze ontvangen de pijnlijke mededeling dat de waarde van het beleggingsfonds tot 90 procent is gedaald. De beleggers, zo staat in een brief van advocatenkantoor Carey Olson dat Kleinwort vertegenwoordigt, moeten zich erop voorbereiden dat ze mogelijk „geen enkel rendement krijgen op hun investering”.

Of er anno 2023 überhaupt nog geld in het fonds zit? De betrokken boekhouders zwijgen. Keith Corbin van de eerste administrateur Nerine, wiens naam en staat van dienst ook uitgebreid in de prospectus staat, gooit direct de deur dicht. „Het spijt me. Ik heb niets te zeggen”, zegt Corbin aan de telefoon tegen NRC, waarop hij direct ophangt zonder een vraag af te wachten. Mails negeert hij. Richard Bray, destijds directeur van de nieuwe administrateur Active, verwijst door naar Kleinwort. „Bij hen moet je zijn in deze zaak.”

Het verlies door Arasbridge heeft de gang van mijn leven bepaald

Marijke Stultiens (73) verloor 120.000 euro bij Arasbridge

Ook trustee Kleinwort weigert vragen te beantwoorden over de kwestie. Directeur Patrick Le Gallez noemt „lopende gerechtelijke procedures in de Royal Court of Guernsey met betrekking tot de trust” en „voortdurende geheimhoudingsplichten” als redenen voor het stilzwijgen van zijn bedrijf. Advocatenkantoor Carey Olson beroept zich op diezelfde geheimhoudingsplicht.

Het is voor de beleggers, veertien jaar nadat de eerste problemen ontstonden bij het beleggingsfonds, de zoveelste teleurstelling. „Kleinwort neemt gewoon geen enkele verantwoordelijkheid”, zegt Arasbridge-belegger Hans van Straten uit Oirschot (66 jaar, verloor een ton). „Je hebt elke keer weer een sprankje hoop, maar dan is het resultaat weer nul. Het voelt als een eindeloos verhaal.”

Andere direct betrokkenen op Guernsey houden eveneens hun kaken stijf op elkaar. Advocaat Jeremy Le Tissier, aangewezen door de rechtbank van Guernsey om de beleggers te vertegenwoordigen, wil ondanks meerdere verzoeken geen commentaar geven. Belangenbehartiger Schram is ervan overtuigd dat Arasbridge-managers Lane en Ayres fraude hebben gepleegd met het geld uit de Arasbridge-fondsen, met hulp van Gerry Nys van promotor Arasco. „Trustee Kleinwort heeft het allemaal laten gebeuren”, zegt Schram. Ondanks meerdere pogingen is het NRC niet gelukt met Lane en Ayres in contact te komen.

De beleggers hebben nog een procesfinancierder (een bureau dat advocaatkosten voorfinanciert in ruil voor een percentage van het toegewezen bedrag) benaderd voor het indienen van een mogelijke schadeclaim tegen Kleinwort. Maar dit bureau schat de kans op succes van tevoren op minder dan 50 procent. Daarnaast is er vrees voor juridische verjaring. Bovendien zal een proces tegen Kleinwort of moederbedrijf Société Générale duur zijn en zeker jaren duren. Het is duidelijk: de beleggers blijven met lege handen achter.

„Het heeft de gang van mijn leven bepaald”, zegt Marijke Stultiens (73), die 120.000 euro verloor bij Arasbridge. Ze kon haar hypotheek niet meer betalen en moest noodgedwongen haar huis in Rotterdam verkopen. Dat was precies ten tijde van de huizencrisis (2008-2013), met een restschuld van nog eens 130.000 euro als gevolg. „Alle deuren gingen dicht. Ik kwam terecht in het foute boekje van de bank. Met alle schulden die ik heb moeten maken, heb ik 3,5 ton verloren. Het heeft me heel veel zorgen gegeven.”

„Er zit heel veel menselijk leed achter. Het zijn gewoon geen eerlijke mensen”, zegt Joseph Driessen gelaten over zijn verlies van 1,5 ton door in Arasbridge te beleggen. „Achteraf hoorde ik pas: je moet nooit op één paard wedden. En dat hebben wij wel gedaan. Dat is een gruwelijk harde les gebleken. Een les die ik ga doorgeven aan mijn kinderen.”