Hoe lang houden de grootbanken de wind in de rug?

Jaarcijfers Banken verdienen weer geld met hun hoofdtaak: spaargeld veilig beheren en uitlenen. Dat was te zien in de jaarcijfers van alle Nederlandse banken. Maar is men te optimistisch?

Klantgesprek bij De Hypotheker in Delft.
Klantgesprek bij De Hypotheker in Delft.

Foto REMKO DE WAAL/ANP

‘Eindelijk weer wat meewind.” De positieve woorden van bestuursvoorzitter Martijn Gribnau van de Volksbank, vrijdagochtend bij de presentatie van de jaarcijfers, waren misschien niet letterlijk in alle bestuurskamers van de vier Nederlandse grootbanken te horen. Maar het gevoel zal overal wel hetzelfde zijn geweest: door de stijgende rentes kunnen bankiers eindelijk weer echt bankieren.

Een groot deel van het verdienvermogen van banken zit in het beheren van het geld dat hen is toevertrouwd. Het zijn spaarfabrieken, oneerbiedig gezegd. In normale jaren verdienen banken hun geld met het verschil tussen de rente die ze uitbetalen op spaargeld en de rente die ze ontvangen op zakelijke leningen, de consumentenkredieten, en voor Nederlandse banken met name de hypotheekleningen.

Maar de afgelopen jaren waren ongewoon. Door de lage en zelfs negatieve rentes op de financiële markten en van centrale banken, die niet volledig werden doorgerekend in de spaarrentes, kwam deze rentemarge bij alle banken onder druk. Met – mede daardoor – lage winsten en lage beurskoersen voor beursgenoteerde banken tot gevolg. Tot halverwege 2022.

ING was anderhalve week geleden de eerste bank die jaar- en kwartaalcijfers bekendmaakte. De grootste bank van Nederland boekte met name in het laatste kwartaal meer winst, dankzij de stijgende rentes. De rente-inkomsten waren daarvoor de belangrijkste bron, dankzij een stijging van ruim 17 procent, naar 3,8 miljard euro. Over het gehele boekjaar – de rentes stegen pas in de tweede jaarhelft – stegen de rente-inkomsten 5,4 procent tot 13,8 miljard euro.

Medio deze week was ABN Amro de tweede Nederlandse grootbank die de boeken opende. De bank, in ieder geval tot vrijdagochtend nog voor 56,3 procent in handen van de staat, maakte 354 miljoen euro winst in het vierde kwartaal. Dat was minder dan een jaar eerder, maar dat kwam niet door de rentebaten. Die stegen met 17 procent tot 1,6 miljard euro. Over heel 2022 kwamen de rentebaten 4 procent hoger uit.

Rabobank meldde donderdag alleen jaarcijfers – de niet-beursgenoteerde bank doet niet aan kwartaalcijfers. De bank maakte over twaalf maanden 2,8 miljard euro winst. Dat was lager dan een jaar eerder, omdat de bank besloot veel geld opzij te zetten om mogelijke verliezen op leningen op te vangen, vanwege de Russische boycot en de verslechterende macro-economische omstandigheden. De rentebaten stegen juist fors: over het hele jaar 10 procent tot 9,1 miljard euro.

Als laatste was vrijdag de kleinste van de grootbanken aan de beurt: de Volksbank. Het moederbedrijf van ASN, SNS, Regiobank en BLG Wonen, maakte 18 procent meer winst over 2022. Die kwam daardoor uit op 191 miljoen euro. De rentebaten droegen daar met een stijging van 10 procent relatief bescheiden aan bij.

Rentebaten stijgen verder

De Volksbank, die voor honderd procent staatsbank, is verdient nog meer dan de andere drie banken haar geld met hypotheken.

Hoewel voor nieuwe hypotheken al een flink hogere rente wordt gevraagd, bestaat de portefeuille van een bank grotendeels uit hypotheken met een looptijd van meerdere jaren. De rentemarge loopt daardoor minder hard omhoog dan bij banken die ook nog grote portefeuilles hebben, met kortlopende zakelijke leningen en consumentenkredieten waarvan de rentes wel sneller meebewegen.

Het feit dat banken zo sterk op langlopende hypotheekleningen leunen voor hun inkomsten, geeft ook hoop voor de resultaten in het lopende boekjaar. Analisten van Bank of America verwachten dat een groot deel van de hogere rentebaten nog in het verschiet liggen voor banken, juist omdat er nog zoveel leningen lopen met ‘oude’ lage rentes. „Mogelijk zullen de rentestijgingen [van de centrale banken] in de loop van 2023 afvlakken, maar naar verwachting komen de belangrijkste baten van die verhogingen van banken nog.”

Wat de rentemarge ook omhoog helpt, is dat de Nederlandse banken hun spaarrentes relatief langzaam verhogen. ABN Amro en Rabobank hebben recent een verhoging naar 0,5 procent aangekondigd, de Volksbank kwam daar deze vrijdag bij. ING houdt het vooralsnog op 0,25 procent. Ter vergelijking: als banken het spaargeld niet uitlenen, maar in plaats daarvan stallen bij de ECB, krijgen ze daarvoor nu 2,5 procent. En bij prijsvechters als Renault Bank uit Frankrijk, of Bunq uit Nederland, kunnen spaarders 1,55 procent krijgen op hun spaargeld.

Robert Swaak, de bestuursvoorzitter van ABN Amro, wees er afgelopen woensdag op dat er geen één-op-één relatie is tussen de ECB-rentes en de spaarrente van zijn bank. „Onze rente wordt niet alleen daardoor bepaald”, legde hij desgevraagd uit. „We laten dat ook afhangen van consumentengedrag – Nederlanders hebben al veel op hun spaarrekening staan – en ook van onze financieringsbehoefte: hebben we behoefte aan extra spaargeld?”

Beurs eindelijk weer positief

De hogere rentebaten sinds de eerste renteverhogingen van centrale banken hebben hun weerslag op de beurskoersen van banken. In heel de eurozone deden banken het na de zomer van 2022 beter dan de algehele beurskoersen, met een versnelling vorige maand. Er was ook wel wat ruimte: jarenlang waren banken op de beurs veel minder waard dan de boekwaarde van alle bezittingen van de bank.

Dat kwam door de lange rentemarge, maar ook doordat de afgelopen jaren economisch erg onzeker waren. De verwachting was dat banken hoge verliezen op hun leningen zouden maken. Banken deelden die verwachtingen: zo werden de winsten in coronajaar 2020 flink gedrukt door toevoegingen aan de ‘stroppenpotten’ om die verliezen op te kunnen vangen. Tot nu toe zijn die potten achter amper aangesproken: faillissementen zijn nog altijd laag en ondanks de hoge inflatie lopen de verliezen op consumentenkredieten ook nog niet enorm op. En ook in 2022 zijn de stroppenpotten gematigd bijgevuld – alleen Rabobank deed een flinke extra bijdrage, mede door de activiteiten in Rusland die moeten worden afgebouwd.

Is het, nu de rentes stijgen en de recessie lijkt mee te vallen, dan nu allemaal hosanna voor de banken komende jaren? Volgens de ECB niet. De toezichthouder voor banken in de eurozone presenteerde deze week een rapport over de algemene gezondheid van banken – zonder dat per land of bank te specificeren.

De waakhond beaamt dat de verhogingen van de rentes door de macro-economische collega’s binnen de ECB, alle Europese banken een flinke positieve zet geven.

Maar de toezichthouder maakt zich wel zorgen over een aantal zaken, waardoor de bankensector niet een overall hoger rapportcijfer krijgt. Dat zit, naast de macro-economische onzekerheden, vooral in de risico-controlesystemen van de banken. De ECB ziet dat veel banken gefragmenteerde ICT-systemen hebben, waardoor niet altijd de laatste informatie over bijvoorbeeld de staat van leningen of de klimaatrisico’s van klanten bekend is. „Dit maakt het moeilijk voor management om risico’s te managen en de strategie van de organisatie te bepalen”, zo legde ECB-toezichtspresident Andrea Enria woensdag uit. „Als je niet de goede gegevens hebt, kun je ook niet goed bepalen hoe je het eigenlijk doet.”