Hoe kunnen onze zoons gezellig samen spelen?

Moeder: „Mijn partner en ik hebben twee zoons. De oudste is zes, de jongste drie. Ze kunnen bijna nooit gezellig samen spelen, het is altijd ruzie, dingen afpakken, lelijke dingen zeggen over elkaar. Vooral de oudste naar de jongste. Hij is hoogbegaafd en vindt alles al gauw stom wat de jongste zegt of doet. We halen ze uit elkaar en zetten ze apart. Het gebeurt ook vaak op van die onhandige momenten zoals in een supermarkt waarbij je niet kunt zeggen: ‘Ga jij maar even buiten afkoelen’, want dan ben je ze kwijt. Met de oudste in gesprek gaan proberen we ook, maar hij draait zich om en doet het weer, het lijkt niet te landen.”

Naam is bij de redactie bekend. (Deze rubriek is anoniem, omdat moeilijkheden in de opvoeding gevoelig liggen.) Wilt u een dilemma in de opvoeding voorleggen? Stuur uw vraag of reacties naar [email protected]

Inzicht geven

Patty Leijten: „Het is voor ouders fijn als het gezellig is thuis, maar ruzie tussen kinderen is volstrekt normaal. Zeker als ze, zoals uw zoons, in twee verschillende ontwikkelingsfasen zitten. Uw jongste zit in de peuterfase, probeert grenzen uit en kan zich nog maar beperkt verbaal uitdrukken of zijn gevoelens reguleren. Daardoor kan hij een moeilijk speelkameraadje zijn voor de oudste. Juist buitenshuis, als kinderen zich vervelen, of van ze wordt gevraagd dat ze rustig zijn, kan het dan stevig botsen.

„Ruziemaken in een veilige omgeving is voor kinderen heel leerzaam, maar vraagt wel wat begeleiding. Ouders kunnen kinderen helpen door hun gevoelens te benoemen, bijvoorbeeld door te zeggen: ‘Ik snap dat je boos wordt als je broertje jouw spel verstoort. Maar als jij gaat schreeuwen, wordt hij verdrietig.’ Door woorden te geven aan wat zich voltrekt, erkent u zijn gevoelens, en geeft u inzicht in wat er gebeurt. Benoem zijn goede intenties: ‘Ik zag dat je echt probeerde niet boos te worden.’

„Ouders kunnen kinderen ook leren hoe ze een ruzie kunnen goedmaken: ‘Ik vind het niet fijn om ruzie met jou te hebben, want je bent mijn broertje. Zullen we weer samen spelen?’

„De oudste actief betrekken bij het boodschappen doen leidt de kinderen mogelijk af van ruzies met elkaar. Misschien kunt u hem vragen bepaalde producten te zoeken of te scannen.”

Specifieke begeleiding

Wendy van Bohemen: „U vertelt dat uw oudste hoogbegaafd is, dus ik veronderstel dat er een onderzoek geweest is? Is uw zoontje toen verteld wat dat betekent, bijvoorbeeld voor de omgang met andere kinderen?

„Voor een regulier kind zou de aanpassing die u van uw oudste vraagt normaal zijn. Maar dit zesjarige kind, dat nog zoekende is, heeft daar de vaardigheden nog niet voor.

„Hoogbegaafde kinderen ontwikkelen zich net als andere kinderen door zich te spiegelen aan hun omgeving, en te leren in interactie. Maar dit is soms verwarrend, want kinderen om hen heen zitten niet op hetzelfde niveau qua sociale, cognitieve en emotionele ontwikkeling. Uw oudste raakt verward over wat er gebeurt, en voelt zich niet begrepen door zijn broertje en u. Zijn oplossing is om zich boos af te keren.

„Hij heeft begeleiding nodig van een hulpverlener die gespecialiseerd is in hoogbegaafdheid. Die kan hem helpen om meer inzicht te krijgen in de overeenkomsten en verschillen met zijn omgeving, en dan wordt het ook gemakkelijker voor hem om zich aan te passen.

„Probeer escalaties te vermijden. Plan veel gescheiden leuke activiteiten met de kinderen. Uw partner gaat bijvoorbeeld met de een boodschappen doen, en u gaat samen met de ander de schuur opruimen. Zoek naar kleine momenten waarin u echt even op één kind kunt inzoomen.”

Patty Leijten doet als universitair hoofddocent aan de Universiteit van Amsterdam onderzoek naar gezinsinteracties bij dwars en opstandig gedrag. Wendy van Bohemen is als neuropsycholoog verbonden aan HIQ Expertisecentrum Hoogbegaafdheid.

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement.
Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.