
Je kent het vast: een liedje dat in je hoofd op ‘repeat’ lijkt te staan en waar je maar niet van afkomt. Dit fenomeen staat bekend als een ‘oorwurm’, in wetenschappelijke literatuur ook stuck song syndrome genoemd. Want ja, er is onderzoek naar gedaan. Ook naar hoe je er weer vanaf komt.
Maar liefst 98 procent van de mensen heeft weleens een oorwurm, volgens een Gronings artikel in het British Journal of General Practice (2016). De meeste mensen ervaren hun oorwurm als neutraal of wel vermakelijk; zo’n 30 procent vindt ze vervelend. Een klein percentage geeft zelfs aan er ‘gek van te worden’ en er slecht van te slapen. Maar deze mensen hebben vaak ook andere psychische klachten, aldus de Groningers.
Amerikaanse onderzoekers hebben in 2023 in Music & Science alle 47 bekende onderzoeken naar oorwurmen op een rijtje gezet. Die gaan over allerlei vragen, zoals: welke muziekkenmerken vergroten de kans dat iets een oorwurm wordt? En zijn bepaalde mensen er gevoeliger voor dan andere?
Om met die laatste vraag te beginnen: de neiging tot het krijgen van oorwurmen hangt samen met onder meer emoties, stress, ervaring, omstandigheden, persoonlijkheid – maar de Amerikanen vonden daarin geen correlaties.
Talloze studies hebben onderzocht welk soort melodietjes de grootste kans heeft een oorwurm te worden. Maar zulk onderzoek is heel lastig, aangezien de oorwurm per definitie ‘onwillekeurig’ is: hij is niet aan de wil onderhevig. Zodra je het fenomeen probeert te onderzoeken, bijvoorbeeld met hersenscans, gaan mensen zich exprés melodieën voor de geest halen en dat werkt anders, in je hersenen. Expres ingebeelde melodieën zetelen in de zijkanten van de hersenschors, die ook de verwerking en opslag van ‘echte’ auditieve signalen regelen. Maar waar in de hersenen de oorwurm zich nestelt, is niet precies bekend. Waarschijnlijk is naast de auditieve schors ook het werkgeheugen betrokken.
Klassieke thema’s
Oorwurmonderzoekers zijn dus vooral afhankelijk van wat mensen zelf rapporteren. Bijvoorbeeld over de liedjes die bij hen weleens een oorwurm zijn geworden. Daarin konden de Amerikanen geen gemene deler ontdekken. Het zijn dus niet specifiek simpele of cyclische melodieën, zoals wel is geopperd, of lekker in het gehoor liggende – iets wat overigens ook niet gedefinieerd is, maar sterk cultureel en persoonlijk bepaald. Sommige mensen melden vooral oorwurmen met woorden of klanken die je kunt meezingen; andere juist instrumentale fragmenten, zoals bekende klassieke thema’s.
En hoe kom je er dan weer vanaf? Het Amerikaanse artikel waagt zich daar niet aan: dat blijft hangen in de oorwurm als „perplexing phenomenon” zonder duidelijke gemene delers – en dus ook zonder duidelijke oplossing. De Groningers hebben wel tips. Er ontspannen mee omgaan is kansrijker dan ertegen vechten, benadrukken ze. Mindfulness- of ademtechnieken kunnen dus helpen. Er bestaan ook cognitieve technieken, zoals negatieve gedachten over je oorwurm leren herkennen en die dan bewust vervangen door accepterende gedachten. En als je dan toch iets actiefs wilt doen: meezingen kan helpen, of juist naar andere muziek luisteren, „zelfs kauwgom kauwen”.
BBC Magazine zette tien tips van lezers op een rij die in dat straatje passen. „Een interne stilte cultiveren” door meditatie, bijvoorbeeld. Een bad nemen. Visualiseren dat je de naald van de grammofoonplaat af tilt. Een „belachelijk lange staartdeling” doen. Of ‘Mahna mahna’ van de Muppets zingen – met het risico dat dat je nieuwe oorwurm wordt.
