Hoe Israëlische soldaten met hun selfies de tegenstander niet meer als mens zien

Niets stopt ons tijdens een goed potje backgammon.’ Dat schrijft de 35-jarige Israëlische militair Alex op 29 januari onder zijn filmpje op TikTok. In de video is hij te zien met een andere militair, zittend op een tank, het spel tussen hen in, met op de achtergrond een gebouw dat in een vlammen opgaat. In Gaza.

De Israëlische militair Alex, aan het backgammon bovenop een tank.

Sinds de Israëlische inval in Gaza delen militairen van het Israëlische leger (IDF) veelvuldig foto’s en video’s op Instagram, TikTok of Facebook en bieden zo hun vrienden, familie, en in sommige gevallen de rest van de wereld een inkijkje in de oorlog. Waar sommige berichten bestaan uit groepsfoto’s en selfies, hebben andere een veel duisterder randje.

Militairen plunderen huizen, steken voedsel in brand, zingen in moskeeën, blazen scholen op, spelen met lingerie, martelen gevangenen – en ze leggen dit alles vast én publiceren het.

NRC achterhaalde ruim 130 beelden en verifieerde tientallen foto’s en video’s van Israëlische militairen die dergelijke beelden delen op sociale media. De authenticiteit van de beelden in dit verhaal is geverifieerd door de data en locaties vast te stellen, en door vast te stellen dat de soldaten en hun eenheden die erin voorkomen in Gaza waren. De beelden, die pronken tussen de vakantiekiekjes op sociale media, zijn ruwweg te categoriseren in drie thema’s: ‘humor’, vernedering en extreem geweld.

Dinosauruspak

Een legertent zwaait open en een militair, gekleed in een oranje dinosauruspak, rent eruit. Hij haast zich naar een stapel granaten, duikt een tank in en vuurt ze af – op Gaza. Na het schieten doet hij een vreugdedansje op het dak van de tank.

De video wordt op donderdag 18 januari gedeeld in een Israëlisch Telegramkanaal en gaat vrijwel direct viraal op het internet.

Die donderdag vindt tegelijkertijd de langste telecommunicatie-blackout plaats sinds het begin van het Israëlische offensief. Er breekt hepatitis-C uit in het vluchtelingenkamp in Rafah en het Gazaanse dodental komt die dag op 24.620. Hoe kan een militair zijn oorlogsdaden zo ogenschijnlijk frivool omzetten in berichten voor sociale media?

„Je ziet hier de brutalisering van de mens, de permanente verharding van de psyche”, zegt Ugur Ümit Üngör, hoogleraar Holocaust- en Genocidestudies aan de Universiteit van Amsterdam en verbonden aan het NIOD. Üngör onderzoekt onder meer de sociologie van massaal geweld en genocide.

Maar het gebeurt zeker niet alleen in Gaza, zegt Üngör; het is een universeel fenomeen in oorlogstijd. Ook vóór het gebruik van mobiele telefoons en sociale media fotografeerden militairen hun gruweldaden al. Zo legden Duitse doodseskaders tijdens de Tweede Wereldoorlog massa-executies vast en Amerikaanse militairen de moord op ongewapende burgers tijdens het My Lai-bloedbad in Vietnam. In 2003 veroorzaakten uitgelekte foto’s uit de Iraakse Abu Ghraib-gevangenis van Amerikaanse soldaten ophef. Ze hadden ‘jolig’ vastgelegd hoe zij Irakese gevangenen martelden en vernederden.

Alleen al afgelopen maanden verschenen soortgelijke beelden uit conflictgebieden uit onder meer Soedan, Oekraïne, Congo en Libië online.

Een dergelijke brutalisering van de menselijke geest kent twee fases, legt Üngör uit. De eerste fase, de verlaging van empathie voor de slachtoffergroep, vindt vaak al lang vóór een conflict plaats. „Dat gebeurt in samenlevingen waarin bepaalde minderheden permanent worden ontmenselijkt.”

De 25-jarige reservist Natalia plaatst geregeld beelden van zichzelf inGaza. Tegen NRC zegt ze dat ze dit doet om te laten zien „dat ze niet bang is”.

Als voorbeelden noemt hij de Zuid-Afrikaanse apartheid, het zuiden van de Verenigde Staten ten tijde van de segregatiewetten en de Oeigoeren in China. Maar ook: Israël en Palestina. „Die samenlevingen hebben racisme al geïnternaliseerd nog voordat de eerste kogel wordt afgevuurd.”

Zodra de eerste kogels zijn verschoten, begint volgens Üngör de tweede fase van ‘brutalisering’: door de angst om te sterven in het conflict ontstaat een noodzaak om de vijand niet meer als mens te zien. Het geweld, de doodsdreiging, kameraden die omkomen; dit versterkt de verharding van de militaire psyche.

„Een bepaalde groep mensen, en dat zijn meestal de mensen die dit soort video’s maken, heeft geen probleem met het racisme dat ze al die jaren hebben geïnternaliseerd. Als zij deel worden van het conflict, schuiven ze snel naar ernstige geweldpleging en dehumanisering”, zegt Üngör „En als ze dan hun telefoon bij de hand hebben, leggen ze dit graag vast.”

Trophy videos noemt de hoogleraar de filmpjes, want zo zien de militairen ze zelf ook: als trofeeën van betekenisvolle momenten.

Ook leden van Hamas maakten zich hier schuldig aan; tijdens de aanval op Israël van 7 oktober 2023 die de aanleiding vormde voor het Israëlische offensief in Gaza, publiceerden Hamasstrijders tientallen trophy videos, waarin te zien was hoe zij Israëliërs martelden of vermoordden.

Deze gruwelijkheden hebben natuurlijk ook grote invloed gehad op de Israëlische militairen in Gaza, zegt Marieke de Hoon, universitair hoofddocent internationaal recht aan de Universiteit van Amsterdam. „Ik denk dat deze mensen continu te horen krijgen over wat er op 7 oktober is gebeurd. Hierdoor krijgen ze de opvatting dat wat ze doen rechtvaardig is, dat iedereen in Gaza ook écht de vijand is. Ze zijn ervan overtuigd dat ze in een rechtvaardige oorlog strijden.”

Straffeloosheid

Dinsdag 9 april. Meerdere Israëlische mannen zitten in een pantserwagen. Een van hen, Adi van bataljon 603, trekt aan een koordje. Seconden later is een grote explosie te horen. Op een scherm naast zich kijkt Adi hoe een gebouw ontploft. In de video schrijft hij: „Doei doei moskee”.

Dit soort dingen gebeurt niet alleen in Gaza, zegt Üngör wederom. Het kan overal gebeuren waar een groep samen over de schreef gaat. Filmpjes versterken dan de onderlinge band. „Een groep jongens uit Hilversum die naar Mallorca gaat en filmt hoe ze midden in de nacht onder invloed iemand in elkaar slaan, is vergelijkbaar met wat in conflictgebieden gebeurt. Op het moment dat ze geweld plegen en dit vastleggen, zijn ze mentaal weggegleden uit de morele wereld. Als wij hen daar achteraf op zouden aanspreken, zouden ze ons uitlachen. Want: wij waren er niet bij, wij begrijpen het niet.”

De Amerikaanse Sammy van reserve bataljon 9213 filmt een groep gevangengenomen Palestijnen. Hij legt Amerikaans geld en een Israëlische vlag op ze. In het bijschrift schrijft hij: ‘Trolling Hamas’

Hij vervolgt: „Maar hier heb je ook nog te maken met wapens. Jonge mannen, met veel testosteron, die wapens krijgen en een duidelijke vijand hebben – én er zijn camera’s in de buurt. Een recept voor catastrofe.”

De groepsdynamiek draagt ook bij aan de overtreffende trap van geweld, zegt Üngör. Dat is goed te zien in legers met mannen en vrouwen, zoals het Israëlische. „Soms bekruipt mij het gevoel dat vrouwen, omdat ze als gelijkwaardig gezien willen worden in het leger, juist bovengemiddeld veel geweld gebruiken om te bewijzen dat ze ‘net zo hard’ als de mannen zijn. Als je ook iemand kunt afschieten, martelen of opblazen, dan ben je one of the guys.”

Imago

Het Israëlische leger verbiedt militairen beelden te delen die „het imago van de IDF en perceptie ervan in de ogen van het publiek kan beïnvloeden” of die gedrag tonen dat „de menselijke waardigheid schaadt”.

Eind februari waarschuwde de hoogste militair aanklager van het leger de militairen over hun ‘ongepaste gedrag’, zoals plunderingen en het verwoesten van civiele infrastructuur.

Toch heeft het Israëlische leger, voor zover na te gaan, maar een paar keer disciplinerend opgetreden tegen makers van de filmpjes. Zo werd in december een groep soldaten geschorst nadat videobeelden opdoken waarin zij het Joodse Sjema-gebed zongen in een moskee in Jenin.

Het gedrag van indivuele soldaten vindt bovendien plaats in een context van vergaande uitspraken door de Israëlische leger- en regeringstop. Landbouwminister Avi Dichter, van regeringspartij Likud, sprak over „Gaza’s Nakba”, verwijzend naar de grootschalige verdrijving van Palestijnen in 1948.

De ultrarechtse minister van Erfgoed, Amihai Eliyahu, suggereerde dat het laten vallen van een atoombom op Gaza „een optie” was in de oorlog.

Deze schijnbare straffeloosheid rond de filmpjes kan volgens Üngör ook worden gezien als oogluikend toestaan. „Als de legerleiding niet zegt: jongens, we gaan onze slachtoffers niet pesten, onze misdaden niet filmen en geen excessief geweld plegen, dan krijgen de militairen in principe groen licht om dit wel te doen.” Üngör acht het dan ook onwaarschijnlijk dat het leger niet in staat zou zijn de video’s tegen te houden. „De IDF zijn een professioneel leger met een strak georganiseerde leiding. Het is niet geloofwaardig dat ze dit soort praktijken sinds oktober niet in de kiem kunnen smoren.”

De Amerikaanse Sammy, die vanuit Los Angeles is afgereisd naar Israël om in het 9213 reserve bataljon in Gaza te vechten, poseert bovenop een pantserwagen met een mannequin gekleed in lingerie. In de video zegt hij: “Ik heb een prachtige vrouw gevonden, serieuze relatie in Gaza, geweldige vrouw. “

Ondergoedlades

Sinds de Israëlische invasie gaan ook veel beelden rond van militairen die door ondergoedlades van Palestijnse vrouwen snuffelen en trots poseren met de gevonden lingerie. Ze trekken een bh aan over hun uniform of laten een slipje bungelen boven het gezicht van hun slapende kameraden. In één video, uit een Israëlisch Telegramkanaal waarin video’s van militairen wordt gedeeld, loopt een soldaat door een kamer en filmt al het vrouwenondergoed dat hij aantreft. „Kijk wat ze dragen onder hun hijabs”, zegt hij. „Ik zei altijd al dat Arabische vrouwen het sletterigst zijn.”

Wat is de functie van dit soort vernedering? Het draait om het toebrengen van maximale pijn, zegt Üngör, voortkomend uit een diepgaande haat tegen de ‘vijand’. Daarnaast zijn de daders zich vaak ook goed bewust van de culturele taboes die heersen onder de slachtoffergroep. „We weten dat Gaza een patriarchale samenleving is met over het algemeen conservatieve waarden. Daar is het niet de bedoeling dat je een vrouw zonder haar hoofddoek ziet. En dus is door een ondergoedlade gaan, dat filmen en verspreiden, fundamenteel kwetsend. Daarom doen ze het ook; het is doelbewust natrappen.”

Botten

Ook in Telegram-groepen worden oorlogsbeelden gedeeld – die zijn vaak een stuk gruwelijker dan op andere sociale media. In de groep ‘72 maagden – ongecensureerd’, deelden gebruikers massaal video’s en foto’s van gemartelde of dode Palestijnen met de tienduizenden andere leden.

In een bericht van 11 oktober stond: „Hun moeder aan het verbranden… Je zult de video die we hebben niet geloven! Je kunt hun botten horen kraken. We zullen het meteen posten, maak je klaar.” Elk bericht kon rekenen op duizenden likes en reacties.

De Israëlische krant Haaretz onthulde eerder dit jaar dat deze Telegram-groep werd beheerd door Israëlische militairen. De legerleiding ontkende eerst, maar gaf later toe dat dit inderdaad het geval was.

De Israëlische militair Yuval in een abaya, een traditioneel gewaad dat door sommige moslima’s gedragen wordt.
Drie mannen liggen op het zand in Khan Younis.

Dronebeelden

„De Al Israa Universiteit wil u laten weten dat er vandaag geen colleges over terrorisme en nazisme plaatsvinden vanwege de vernietiging van de faculteit.”

Dat schreef majoor Davidi Ben Zion van de 55ste brigade op 18 januari op TikTok, onder dronebeelden van het opblazen van de universiteit in Khan Younis dat een dag eerder was verwoest. Het gebouw werd twee maanden door de Israëlische strijdkrachten gebruikt als militaire basis. „Excuses voor het ongemak.”

Aan de telefoon met NRC licht de majoor graag de bedoeling van zijn filmpjes toe.

„In Khan Younis hebben we inderdaad een paar vermakelijke video’s gemaakt, om het nationale moreel hoog te houden”, zegt hij. „Israëlische media tonen vaak alleen maar de slechte kanten van de oorlog, en ik wilde graag ook de mooie, grappige momenten uit Gaza laten zien.”

Volgens hem gebruikte Hamas het gebouw en troffen zijn militairen binnen wapens en bommen aan. Hiervan kan hij evenwel geen foto’s of filmpjes delen.

Ben Zion gaf leiding aan de eerste Israëlische militairen die op 7 oktober in de kibboets Kfar Aza tegen Hamasstrijders vochten, wat zijn overtuiging versterkte dat hun vijanden „beesten” zijn. Hij was ook de majoor die tegen internationale media zei dat Israëlsche militairen veertig onthoofde baby’s hadden aangetroffen. Dit werd later door de Israëlische regering ontkend.

Op de vraag of hij Gazanen niet ontmenselijkt, zegt de majoor: „We doden alleen terroristen. Iemand met een wapen schieten we meteen neer, degenen zonder redden we.”

Meerdere mensen in zijn bataljon maakten dit soort video’s, vertelt Zion, maar vernederende, gewelddadige beelden zegt hij niet te kennen. „Er zijn ruim tienduizend militairen in Gaza, daar zullen vast een paar rotte appels tussen zitten die slechte beelden maken. Maar ik ken niemand die bijvoorbeeld foto’s met lingerie maakt. Waarom zouden ze? Ze moeten vechten en in de korte pauze die ze hebben moeten ze eten en slapen. Dan hebben ze echt geen tijd om dit soort beelden te maken.”

Militair Oz ligt op een kinderbedje in een huis in stadje Jenin op de bezette Westelijke Jordaanoever.

Genocide

Kunnen de beelden ook tegen de militairen worden gebruikt? Eén video is al getoond en vijf andere aangehaald in de zaak die Zuid-Afrika heeft aangespannen bij het Internationaal Gerechtshof om Israël te beschuldigen van genocide, een beschuldiging die Israël verre van zich werpt.

Daarnaast leverde Zuid-Afrika ook video’s aan als bewijs voor verschillende delen van de juridische definitie van genocide, zegt militair ethicus Lonneke Peperkamp van de Radboud Universiteit. Bijvoorbeeld video’s waarin militairen juichen tijdens het opblazen van civiele gebouwen.

Video’s kunnen dus zeker een rol gaan spelen in rechtszaken of onderzoek, vertelt Peperkamp. „Het merendeel getuigt van weinig respect voor de verschrikkingen van de oorlog, helemaal gezien het grote aantal slachtoffers en de groeiende kritiek op Israël. Dan is het heftig om lachende en grappende militairen te zien, die lijken te genieten van wat ze doen.” Het betekent volgens haar evenwel niet meteen dat ook sprake is van een oorlogsmisdaad. „Een woningblok kan een legitiem doelwit zijn – bijvoorbeeld als er Hamasstrijders zouden schuilen. ” Een rechter zal uiteindelijk moeten bepalen of de handeling in strijd is met het oorlogsrecht.

Expert internationaal recht De Hoon verwacht wel dat het hele scala aan trophy video’s als bewijs zal worden aangehaald in rechtszaken. „Als filmpjes laten zien dat er op grote schaal wordt gedehumaniseerd, dat extreem geweld wordt gebruikt tegen mensen omdat ze Palestijns zijn en dus de vijand, en als je hier vervolgens ook daders aan kunt koppelen omdat die zich via de eigen sociale media kenbaar maken, dan zijn dat nieuwe methoden die gebruikt kunnen worden in een zaak. Ze zouden kunnen dienen als bewijs dat er systematisch en wijdverspreid geweld is genruikt tegen Palestijnen en er dus mogelijk ook sprake is van genocide.”

Over onder meer precies die vraag buigen de rechters van het ICC zich momenteel. „Bij genocide gaat het erom dat je een groep geheel of gedeeltelijk probeert uit te roeien door moord, het blokkeren van humanitaire hulp of het voorkomen van voortplanting”, zegt De Hoon.

Dat het doel van geweld uitroeiing is, is lastig te bewijzen. Maar beelden die tonen dat een groep massaal wordt ontmenselijkt en vernederd, zijn daar wél een belangrijke indicator voor, zegt ze. „Als meerdere factoren laten zien dat het doelwit de Palestijnse bevolking is, en niet alleen Hamasstrijders, kan dat bewijs worden van een patroon; een signaal dat er sprake kan zijn van genocide.”

Militairen van de Golani Brigade, die zich in december terugtrokken.