Het nieuwe inzicht, die „heerlijke, verruimende gedachte”, kwam op een zaterdagochtend in april. Dominee Kersten Bijleveld (61) had in zijn kerkgebouw in het Friese Boornbergum de synode van de voortgezette gereformeerde kerken in Nederland te gast. Het is maar een kleine stroming, van enkele gereformeerde kerken. De dag begon met een lezing van Albert Groothedde, een theoloog die in Jeruzalem heeft gewoond. Het onderwerp: ‘Kerk en Israël.’ „Het zal een spannend verhaal worden”, had broeder Groothedde al bij zijn inleiding gezegd. Want er rust „een enorm taboe op Israël, ook in de kerk”. Bijleveld snapte wat de spreker bedoelde: als je in de kerk felle reacties wil krijgen, moet je over Israël en Gaza beginnen.
Broeder Groothedde had uitgelegd, met citaten uit de Bijbel, hoe God het Heilige Land had beloofd aan Abraham en zijn nakomelingen. Bijleveld vertelt het na. „God zei: jullie mogen daar wonen. Maar het blijft van Mij, ook als jullie het land bewerken. Jullie zijn vreemdelingen, jullie zijn bijwoners. God gaf ze geen vrijbrief om maar met het land te doen wat ze willen.”
Kersten Bijleveld heeft altijd „sympathie” voor Israël gevoeld. „In de Bijbel staat duidelijk dat de Here God het Joodse volk heeft uitverkoren.” Hij gelooft dat er, ook nu nog, een „geestelijke strijd” tussen goed en kwaad is, en dat de duivel Israël wil vernietigen.


Foto’s Kees van de Veen
Maar hij kon de onvoorwaardelijke steun voor Israël steeds minder rijmen met wat hij in Gaza ziet gebeuren. Dat is het inzicht dat hij die zaterdag kreeg. Hij mag naast liefde voor Israël, besefte dominee Bijleveld, óók kritiek hebben op de regering-Netanyahu, of het Palestijnse leed onder burgers in Gaza benoemen. Bijleveld pauzeert even. „Dát was zo’n opluchting. Want het knelde, het oude idee dat ik had, dat er geen kritiek op Israël mag zijn en de Palestijnen als het grote kwaad worden neergezet. Het knelde zo erg.”
Davidster
Het dorp Boornbergum (ongeveer 1.750 inwoners), dicht bij Drachten, telt één snackbar, één sportclub, één dorpshuis en één fanfare, Looft Den Heer. Maar er zijn twee kerken, aan beide zijden van het dorp. Aan de ene kant, aan de Easterbuorren, staat de Gereformeerde Kerk uit 1911, met ongeveer 450 leden. Dat is de kerk van Kersten Bijleveld. In de diensten zingen ze psalmen en gezangen, maar ook liederen uit de evangelische bundel Opwekking, soms met band. De vorm is relatief los, maar de boodschap is behoudend. Zo worden hier geen homohuwelijken gesloten. In 2004 gingen de Nederlands hervormde, gereformeerde en evangelisch-lutherse kerken samen in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), maar de gereformeerden van Boornbergum wilden niet meedoen.
Aan de andere kant, aan de Westerbuorren, staat de Hervormde Kerk uit 1871. Daar komt de PKN-gemeente samen, een relatief vrijzinnige kerk. Carola Dahmen (39) is predikant van deze PKN-gemeente (210 leden). Dahmen omschrijft haar gemeente als maatschappijbewust, links van het midden. Veel Trouw-lezers, veel CDA- en GroenLinks-PvdA-stemmers.
Op maandagochtend loopt dominee Kersten Bijleveld door het lege gebouw van de Gereformeerde Kerk. Op een tafel bij de ingang liggen folders: Israël Aktueel van de lobbyorganisatie Christenen voor Israël, Vrede voor Jeruzalem en een catalogus van het Israël Producten Centrum, met zeepjes, wijn en armbanden met Bijbelse teksten uit Israël. In de kerkzaal staat een groot houten kruis met davidster. Onder de gemeenteleden vind je sympathisanten van de PVV, SGP en ChristenUnie.
De liefde voor Israël zit diep. Bijleveld: „We hebben regelmatig Israël-avonden, en dan zit de grote zaal vol. Mensen komen uit de hele regio.” Eén van zijn voorgangers, dominee Kees Kant, was een prominent gezicht van Christenen voor Israël. Israël heeft een Bijbelse opdracht zich te verdedigen tegen het kwaad, zegt Kees Kant vaak in publieke optredens. Hij zei onlangs: „Bij Joden wordt al snel gedacht: het is hun bestemming om met de handen over elkaar te zitten, om zondebok te zijn, geslacht te worden als een lam.”

We hebben regelmatig Israël-avonden en dan zit de grote zaal vol
PKN-dominee Carola Dahmen zit in de woonkamer van de pastorie. Ze noemt zichzelf „behoorlijk uitgesproken over politiek, ik neem geen blad voor de mond”. In de hoek ligt een kartonnen bord: Ik wil ook een toekomst. Dat was van de keer dat ze met haar dochtertje van zes meedeed aan een solidariteitsdemonstratie voor de bezetting van de A12 door actiegroep Extinction Rebellion. Ze zegt: „Ik voel het als mijn plicht om me uit te spreken over maatschappelijke thema’s, ook over Israël en Gaza. Ik probeer altijd leed te benoemen. En solidair te zijn met de zwakkeren.”
Wel is ze op haar hoede. Dahmen komt uit Duitsland, en ze kent de gevoeligheden rondom Israël. „De Holocaust in de eerste plaats. De kerken hebben zich in het verleden schuldig gemaakt aan antisemitisme, en doen dat nog. Maar het is nu zo duidelijk dat er sprake is van etnische zuivering en genocide in Gaza. Dat moeten we als kerken durven benoemen.”
Palestijnse vlaggen
Niemand weet precies hoe protestants-christelijke Nederlanders denken over het extreme Israëlische geweld in Gaza, dat al ruim anderhalf jaar duurt. Er is geen betrouwbaar onderzoek naar gedaan. De kerken, waar 1,4 miljoen Nederlanders lid van zijn, hebben zich na de Tweede Wereldoorlog sterk solidair verklaard met Israël. Dat geldt vooral voor orthodoxe en evangelische kerken, maar ook de PKN, de grote middenkerk, heeft het over „de onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël”.
Meestal krijgt Christenen voor Israël (CvI), dat actie voert voor Israël en waartegen fel geprotesteerd wordt door pro-Palestijnse organisaties, de meeste aandacht. Maar buiten het zicht is er veel discussie over Israël, sinds de terroristische aanslagen door Hamas op 7 oktober 2023, met zeker 1.300 Israëlische doden, en de Israëlische reactie in Gaza, ruim 50.000 Palestijnse doden. Het gaat vaak stilletjes, vertellen protestantse christenen, aan de keukentafel, of in de beslotenheid van de kerkeraad. En soms woedt het in alle hevigheid, bijvoorbeeld op de opiniepagina’s van het Reformatorisch Dagblad.
De 22-jarige student geneeskunde Matthijs Klaassen stuurde een opiniestuk naar die krant. Hij groeide op in Zeeland in de orthodoxe Gereformeerde Gemeente – die sterk pro-Israël is. Het Reformatorisch Dagblad is in die geloofsgemeenschap de meestgelezen krant. „Ik kon het lijden in Gaza niet langer aanzien”, vertelt hij op een terras in Rotterdam, waar hij aan een promotieonderzoek werkt. „Zeker niet toen ik de beelden zag van de moord op vijftien hulpverleners door het Israëlische leger, en het liegen daarover. Maar net zo erg vond ik het zwijgen van de reformatorische gemeenschap.”
Begin mei werd zijn stuk geplaatst, tot zijn eigen verbazing. Hij schreef: „‘Nooddruftigen [berooiden], vergeet God niet’, zongen we op paaszondag in de kerk, maar wij lijken de Palestijnen wel vergeten. Diezelfde zondag kleurden Palestijnse vlaggen de Erasmusbrug om zich tegen de situatie in Gaza uit te spreken. De demonstranten leken de boodschap van de opgestane Christus beter begrepen te hebben: geen uitroeiing, maar vergeving voor Jood én heiden.”
Hij kreeg tientallen aanmoedigende, maar ook enkele woedende reacties, zegt hij. Hij beantwoordde de meeste beleefd. Ook in het Reformatorisch Dagblad wordt hij in het ene na het andere opiniestuk terechtgewezen. Opvallender was de enorme, onverwachte bijval, zegt hij. Een 72-jarige lezer wilde hem in een ingezonden brief „hartelijk bedanken voor de spiegel die hij ons voorhoudt”. De hoofdredacteur van de krant, Steef de Bruijn, schreef dat Klaassen „terecht” op het zwijgen binnen de reformatorische zuil had gewezen, als het ging om Israëlische schendingen van het oorlogsrecht. Dat is een grote stap voor deze krant.
Matthijs Klaassen mocht een reactiestuk schrijven, dat inmiddels ook geplaatst is. Hij wil geen opiniemaker zijn voor christelijk Nederland, zegt hij. „Ik ergerde me alleen al lang aan de ongeïnformeerdheid en eenzijdigheid in reformatorische kring over Israël en Gaza. Het wantrouwen tegen media is daar heel groot, met als gevolg dat mensen niet goed weten wat er in Gaza gebeurt, behalve wat ze in het Reformatorisch Dagblad lezen of op zondag in de kerk horen. Dat wilde ik óók aan de orde stellen.”
Torens van Babel
In Boornbergum preekte dominee Kersten Bijleveld zondag over de brief van apostel Paulus aan de Hebreeën, een vroege christelijke gemeente. Daarin staat: „Wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende.”
Bijleveld preekt niet graag over Israël, Gaza, of over politiek in het algemeen. Maar wie goed oplet, hoort subtiele verwijzingen. Ook afgelopen zondag, toen het over de Hebreeën ging. Want zó ziet hij die Bijbelpassage, zei hij in de preek: iedereen is te gast op aarde, iedereen is voor God een vreemdeling.
De mens, hovaardig en ijdel, bouwt torens van Babel, of grote legers om zich veilig te voelen. Maar échte vrede is er pas als God weer regeert, in de ‘toekomstige stad’. Bijleveld zegt: „Dat geldt voor christenen en Joden. Dus hoef je niet alles goed te keuren wat er in Israël gebeurt. Ook de profeten in het Oude Testament hadden al kritiek op Israël.”
Bijleveld had daarna gebeden voor Israël én de Palestijnen.

Ik voel het als mijn plicht om me uit te spreken, ook over Israël en Gaza
Carola Dahmen preekte drie weken geleden over de profeet Ezechiël. Ze leidde het verhaal in met een waarschuwing: „Het wordt er nooit gezelliger op als het vanaf de kansel over politiek gaat. Maar toch is het nodig.”
Ezechiël, zei ze, was een profeet die de machthebbers van zijn tijd, de leiders van Israël, goed de waarheid vertelde. Ezechiël riep uit: „Wee jullie, herders van Israël, want jullie hebben alleen jezelf geweid!” Dahmen vergeleek hem met Israëlische critici van het geweld in Gaza nu, hoogleraren bijvoorbeeld die het over genocide hebben.
„Interne kritiek” komt altijd harder aan dan kritiek van buiten, dat was voor Carola Dahmen de les van Ezechiël. Ze richtte zich in haar preek daarom op „de herders in de Eerste en Tweede Kamer, de gemeenteraden en het Torentje”, die Israël blijven steunen. „Wij moeten onze leiders op de vingers tikken wanneer ze zich openbaren als wolven in een schapenvel.”
Dahmen bad daarna voor Trump, Poetin en Netanyahu, „de herders van deze wereld die bloed aan hun handen hebben”. Ze bad „juist voor hen, opdat zij met nachtmerries geslagen worden”.
Koning Herodes
In de pastorie vertelt Carola Dahmen dat ze zich „heel boos maakt” over het zwijgen van de PKN. „De kerk laveert diplomatiek tussen Israël en Gaza. Alsof het leed daar gelijk verdeeld is. In mijn gemeente hebben veel mensen daar grote moeite mee. Mensen lezen de krant, zien de beelden. Je kan niet langer afzijdig blijven.”
Debat over Gaza is er nauwelijks in haar kerk, zegt Carola Dahmen. De consensus is vrij groot dat er sprake is van onaanvaardbaar Israëlisch geweld. De predikant krijgt soms wel de vraag wat die „onopgeefbare verbondenheid” met het volk Israël eigenlijk betekent. „Ik leg dan uit dat ik het zie het als solidariteit met mensen die geen plek hebben, die onderdrukt worden. Het Bijbelse volk Israël bestond uit weggelopen slaven. Maar het begrip geldt niet logischerwijs voor de regering-Netanyahu.”
Kerkgangers waren blij dat ze over Netanyahu had gepreekt. Sommigen kwamen in tranen naar haar toe, vertelt ze, omdat het nieuws hen zo aangrijpt. In een eerdere preek had ze Netanyahu vergeleken met koning Herodes, de heerser van het Heilige Land toen Jezus geboren werd. Herodes liet volgens het Nieuwe Testament alle jongetjes van Bethlehem vermoorden, uit angst voor Jezus. Na afloop zei een collega tegen haar dat die de vergelijking te ver ging. Ze vond het zelf ook gewaagd, zegt Dahmen, maar het was bedoeld om de kerk wakker te schudden.
Dominee Kersten Bijleveld zegt dat de protestantse kerken theologisch niet zijn „doorontwikkeld” als het om Israël gaat. Voor de Tweede Wereldoorlog, zegt hij, geloofden protestanten sterk in wat ze de vervangingstheologie noemen. Niet het Joodse volk, maar zíj, de christenen, zijn na de komst van Jezus het nieuwe uitverkoren volk geworden. Na de Tweede Wereldoorlog, toen duidelijk was geworden dat deze kijk op het Jodendom het antisemitisme in de hand had gewerkt, hebben de meeste kerken die theologie verworpen. Daarvoor in de plaats kwam een sterke pro-Israëlische houding. Nu zou het tijd worden voor een nieuwe hervorming, vindt Bijleveld, „waarin we benadrukken dat de barmhartige God Israël verkiest, maar ook eisen haar stelt. Dan is kritiek op het huidige Israël mogelijk.”
Kersten Bijleveld krijgt na een dienst wel eens te horen dat hij wat meer pro-Israël mag zijn. „Maar ze weten ook wel dat ik ook niet in het pro-Palestijnse kamp zit. Er gebeuren daar dingen die God niet wil. Dat blijf ik benadrukken.”
Gereformeerde Bond
Een ruime meerderheid van de bevolking (62 procent) vindt dat Nederland veel kritischer moet zijn op Israël, bleek eerder deze maand uit een peiling van tv-programma EenVandaag. Ook kiezers van twee van de drie christelijke partijen in de Tweede Kamer vinden dat het kabinet hardere maatregelen moet nemen tegen Israël: 70 procent van de CDA-kiezers en 51 procent van de kiezers van de ChristenUnie. Alleen het orthodox-protestantse SGP-electoraat blijft stevig aan de Israëlische kant staan; daar is maar 7 procent voor een harder Israël-beleid.
Ik kon het lijden in Gaza niet langer aanzien. Zeker niet na de moord op vijftien hulpverleners door het Israëlische leger
Tweede Kamerlid Derk Boswijk (CDA) gaat naar de kerk in de Gereformeerde Bond binnen de PKN, een orthodoxe stroming die zeer pro-Israël is. „Ik denk dat 90 procent van mijn gemeente Christenen voor Israël sponsort”, zegt hij. Hij groeide er thuis ook mee op. Maar hij, en zijn partij, hebben een „draai” gemaakt. Het CDA mag niet zwijgen over de Israëlische schendingen van het internationaal recht, schreven hij en partijleider Henri Bontenbal eind april in Trouw. Het recht op zelfverdediging „kent grenzen”.
Het stuk was bedoeld om de buitenwereld duidelijk te maken dat het CDA anders over Israël is gaan denken, zegt Boswijk. Veel vaker dan voorheen steunt de partij moties die oproepen tot hardere maatregelen tegen Israël, zoals sancties. Zo steunde het CDA deze maand een motie van D66 die oproept om het Associatieverdrag dat de EU heeft met Israël „direct” op te schorten. Boswijk: „Het was nodig ons nog een keer uit te spreken. Zo konden we de VVD en de ChristenUnie onder druk zetten om ook kritischer te worden.” Boswijk had veel intern debat verwacht, maar dat bleef uit. En uit de hoek van de ChristenUnie en de VVD, twee partijen met een lange pro-Israëlische traditie, kregen hij en Bontenbal vooral bijval.
Hoewel het minder snel gaat dan bij het CDA, verandert ook de houding van de ChristenUnie in Den Haag als het om Israël gaat. Partijleider Mirjam Bikker zei afgelopen weekend in het EO-programma Dit Is Tijs dat ze het „ontzettend moeilijk” vond om de Israëlische moord op hulpverleners in Gaza te zien. Hoewel ze het niet over genocide wil hebben, zei ze wel: „Israël kiest nu eigenlijk de laagte van Hamas.”
Joodse kolonisten
Een reis naar de bezette Westelijke Jordaanoever zette Derk Boswijk begin vorig jaar echt aan het denken. Het zag er daar heel anders uit dan hij zich had voorgesteld. Nederzettingen van Joodse kolonisten waren geen plukjes met caravans hier en daar, maar hele steden, met wegen, elektriciteit en overheidssteun. Hij riep op tot een boycot van producten uit de nederzettingen, en kreeg meteen Christenen voor Israël achter zich aan. Op hun website schreef directeur Frank van Oordt: „Het CDA is werkelijk de schaamte voorbij. Het oude ‘koop niet bij Joden’ is kennelijk weer springlevend.” Later werd het bericht verwijderd.
Derk Boswijk had er last van. Het is al moeilijk je als christen kritisch te uiten over Israël, en deze beschuldiging kwam hard aan. „Ik krijg vaker harde kritiek. Maar dit was iemand uit mijn bubbel, een geloofsgenoot, die ’s zondags ook in de kerk zit. Ik was woest.” Hij vertelde het aan zijn moeder. Zij zegde haar lidmaatschap op.
Derk Boswijk merkt dat de achterban van de christelijke partijen veel kritischer is geworden op Israël. Toch is dat niet de reden dat CDA en CU dat ook zijn geworden, zegt hij. „Maar, anders dan partijen aan de linkerflank hebben wij nooit heel expliciet kritiek geuit, omdat het in onze achterban, of in onze christelijke bubbel, onnodig veel gezeik zou opleveren. Ik zou mezelf heel wat op de hals hebben gehaald als ik dit een paar jaar geleden had gezegd.” Nu het taboe weg is, is kritiek leveren „eenvoudiger”, zegt Boswijk.
In een voorbespreking van de kerkeraad van dominee Bijleveld was het eens gegaan over het gebed. Het idee was om van gastvoorgangers te vragen dat ze voor Israël zouden bidden. Na wat discussie is dat plan niet doorgegaan. Gelukkig maar, vindt dominee Bijleveld. „Een voorganger moet de vrijheid hebben om te bidden wat zijn hart hem ingeeft.” Zondag bidt hij voor Israël en voor de Palestijnen.

