Hoe het taboeloze ‘Humo’ in een mediastorm rond een omstreden column belandde

De dochter van keizer Augustus, Julia. Haar koos Bart De Wever, leider van Belgiës grootste partij N-VA, drie weken geleden als zijn favoriete one-night-stand in een rubriek waarin weekblad Humo bekende Vlamingen vraagt naar hun ‘hemel en hel op aarde’. Een aantal pagina’s verderop maakten tekenaars Kamagurka en Herr Seele een nieuwe versie van een schilderij waarop Picasso zijn muzen verbeeldt. Ze tekenden twee vrouwen die hand in hand over een olympische finishlijn rennen. Elders in het blad stond de maandelijkse column van Arnon Grunberg. Het zou, na 25 jaar, zijn laatste blijken.

De Humo van de week daarop werd namelijk wereldnieuws. Herman Brusselmans, al decennia columnist bij het tijdschrift, schreef daarin:

„Ik zie een beeld van een huilend en schreeuwend Palestijns jongetje dat helemaal buiten zinnen om z’n onder het puin liggende moeder roept, en ik beeld me in dat dat jongetje m’n eigen zoontje Roman is, en de moeder m’n eigen vriendin Lena, en ik word zo woedend dat ik iedere Jood die ik tegenkom een puntig mes los door de keel wil rammen. Je moet er natuurlijk altijd bij denken: niet iedere Jood is een moorddadige rotzak, en om die gedachte vorm te geven maak ik me een voorstelling van een bejaarde Joodse man die door mijn eigen straat schuifelt, gekleed in een afgewassen hemd, een nepkatoenen broek en oude sandalen, en ik heb medelijden met hem en krijg bijna tranen in de ogen, maar even daarna wens ik hem naar de hel, en ja, dat is een stemmingswisseling.”

Mediastorm

De column ontketende een mediastorm. De Israëlische ambassadeur in België reageerde verontwaardigd op de geweldsfantasie van Brusselmans en de Joodse organisatie European Jewish Association diende een klacht in wegens „aanzetten tot moord”. Tientallen media, tot de Amerikaanse nieuwszender CNN aan toe, berichtten over de kwestie.

Brusselmans, die in Vlaanderen bekendstaat om zijn grove, satirische schrijfstijl, reageerde tegenover omroep VRT dat de aanklacht „van de pot gerukt” is. „Als je geliefden iets wordt aangedaan ben je doordrongen van totale woede. Het beeld van een puntig mes, is een overdrachtelijk beeld van allerlei manieren om wraak te nemen.”

Ook een geschrokken adjunct-hoofdredacteur van Humo verzekerde dat Brusselmans het „overduidelijk niet letterlijk” bedoelde. Daags nadien haalde hij de column toch offline, omdat het „nooit de bedoeling was geweest de Joodse gemeenschap te kwetsen”.

Een week na het verschijnen van de column was de storm nog allerminst gaan liggen. Het Forum der Joodse Organisaties kondigde aan ook naar de rechter te stappen, net als mensenrechtenorganisatie Unia. Het parket van Oost-Vlaanderen onderzoekt momenteel of Brusselmans de Belgische antiracismewet heeft overtreden en heeft aangezet tot haat tegen een bevolkingsgroep.

Ontslag Grunberg

In De Standaard vergeleek Arnon Grunberg de column met een nazilied uit de jaren dertig waarin wordt opgeroepen om „jodenbloed te laten spatten”. Humo’s adjunct-hoofdredacteur reageerde ontstemd dat Grunberg de kwestie wel „heel persoonlijk” opnam. Waarna Grunberg zijn ontslag indiende: „Er is een ondergrens en die is bereikt”. Opnieuw volgden tientallen artikelen, in een praatprogramma op SBS6 duidden showbizzfiguren als Albert Verlinde en Jack van Gelder de ophef.

In De Standaard spraken ook Humo-prominenten zich uit. „Herman heeft zijn huiswerk niet heeft gemaakt”, stelde Kamagurka. „Door alle Joodse mensen over een kam te scheren en zo’n gewelddadige taal te gebruiken heeft hij een grens overschreden”, zei columnist Delphine Lecompte.


Lees ook

Het gaat over taal, totdat het over geweld gaat

Het gaat over taal, totdat het over geweld gaat

Lezers van Humo zijn verdeeld, zo bleek deze week uit een reeks lezersbrieven die het blad publiceerde. Het ging daarin van „duidelijk satire” tot „doodeng”. Een lezer met Joodse wortels: „Ik ben ook vader, ik snap je. Mijn vader voelt echter uitzinnige pijn en angst. Hij heeft geen boodschap aan dat er een feitelijke en een literaire taal bestaan, en dat bij de laatste taalvorm het geoorloofd is zoiets te zeggen. Het is voor hem geen troost dat jouw column als satirisch en literair moet worden gelezen.”

De adjunct-hoofdredacteur van Humo ontving ondertussen een doodsbedreiging: „We komen voor jou en je baby.” Daarop reageerde de Vlaamse Vereniging van Journalisten dat „de intimidatie van de pers moet stoppen”. De vereniging bekritiseert ook de mogelijke klacht van Joodse organisaties tegen Humo en uitgever DPG Media. Woensdag werd bekend dat Brusselmans dit weekend „vanwege het dreigende klimaat rond zijn persoon” niet zal zetelen in de jury van de wedstrijd Mister Gay Belgium.

Hoezeer het blad worstelt met alle aandacht, toont het uitgebreide artikel dat Humo enkele dagen geleden over de affaire publiceerde. De hoofdredactie spreekt in dat artikel over „niet de meest briljante passage uit het oeuvre van Brusselmans”. Het heeft de impact van de column „niet zo goed ingeschat”. Ook was het onverstandig de column offline te halen: „op die manier hebben we zelf verhinderd dat iedereen kennis kon nemen van de cruciale context”. Met de grootste „verwarring” omtrent de verkeerd begrepen column is volgens de redactie gezaaid „door handelaars in meningen door een twintigtal woorden uit hun context te isoleren en op sociale media rond te pompen”. De hoofdredactie ziet af van een interview met NRC „tot een rechter uitspraak heeft gedaan”.

Literaire spitsvondigheid

Hoe kon het zover komen? Daarvoor moeten we terug naar het katholieke Vlaanderen van de jaren zeventig en tachtig, dat langzamer ontzuilde dan Nederland. Humo werd het lijfblad voor Belgen die de ontzuiling niet snel genoeg vonden gaan. „Geestelijke vrijheid op de katholieke kerk en de christendemocratische partij winnen door je literair, spitsvondig uit te drukken, zonder taboes”, is wat Humo destijds groot en invloedrijk maakte, vertelt de Belgische literatuurwetenschapper Geert Buelens (Universiteit Utrecht). „Humo keek op naar Nederlanders als Freek de Jonge en Van Kooten en De Bie”. Het blad wilde een soort VPRO in drukvorm zijn, al voegde het ook succesvol commerciële ingrediënten toe – roemrucht is een jaren tachtig-cover met als titel ‘LESBISCHE NONNEN’. In die traditie stonden, gesteund door Humo, Vlaamse schrijvers als Tom Lanoye en Herman Brusselmans op.

„Een heilige vrije meningsuiting, zeker als het literair verwoord is”, werd volgens Buelens het handelsmerk van de Humo-subcultuur waarmee hij zelf ook opgroeide. Dat Humo verbouwereerd is over de Brusselmans-ophef, toont volgens Buelens dat het blad reageert vanuit de subcultuur die het eigenhandig creëerde. „Je kan misschien wel alles zeggen, maar het is de vraag of je dat altijd moet willen. Spitsvondigheid of durf als vrijbrief om alles te beweren is vandaag niet langer een vanzelfsprekend progressief standpunt.”

Politiek blijft stil

Ondanks de internationale mediastorm bleef het vanuit de Belgische politiek opvallend stil over de column van Brusselmans. Van de politieke partijen liet enkel de Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) van zich horen, een Vlaams-nationalistische conservatief-liberale partij die goede banden onderhoudt met de joodse gemeenschap van Antwerpen. „Het is gevaarlijk en niet slim om een ganse bevolkingsgroep te viseren als die er niet voor verantwoordelijk zijn”, schreef Michael Freilich, N-VA-Kamerlid en voormalig hoofdredacteur van het magazine Joods Actueel, op LinkedIn.

„België is net zo verdeeld over Gaza als andere landen”, zegt politicoloog Carl Devos (Universiteit Gent). „Maar de regering nam snel een gewaardeerde middenpositie in door te stellen dat ze opkomt voor alle slachtoffers van het conflict.” De regering vergaderde in mei over erkenning van de Palestijnse staat, maar stelde dat besluit uit. Intussen maakte de Universiteit Gent wel bekend de banden met Israëlische universiteiten te verbreken.

Dat de Belgische politiek druk onderhandelt over een nieuwe regering, verklaart de stilte rondom Brusselmans deels ook. „De formatie zit in een kleine crisis”, zegt Devos. „En mensen zijn meer bezig met de ongezien harde besparingen die er wellicht aankomen.”

Ook gewenning over de stijl Brusselmans speelt een rol, stelt Humo-columnist Heleen Debruyne in De Standaard. Met zinsneden als „meisjes hebben tenminste een kut waarin je eens fors je eigen vuist kunt proppen” stuurt Brusselmans al jaren „vrouwonvriendelijke en seksistische satire de wereld in waar kennelijk altijd plaats voor is”.

Maar, schrijft Debruyne, „een lokaal blad en een internationaal gezien obscure auteur zijn nu verstrikt geraakt in een internationale hetze, in de mallemolen van de wereldpolitiek. Op basis van één deelzin die steeds geciteerd wordt.”