Hoe groot zijn de zorgen over vogelgriep?

Nederland moet goed blijven oppassen voor de vogelgriep, de ziekte die geregeld dodelijk huishoudt onder vogelpopulaties, tam en wild. Dat is de teneur van de brief die de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en Volksgezondheid maandag aan de Tweede Kamer stuurden. De brief gaat uitgebreid in op de risico’s van vogelgriep voor pluimvee, varkens, wilde dieren én mensen.

De ministeries schrijven in de Kamerbrief hoe het ervoor staat met de uitvoering van het Intensiveringsplan preventie vogelgriep, dat dateert van afgelopen juli. Dit plan was opgesteld naar aanleiding van 78 aanbevelingen van de Expertgroep Zoönosen uit 2021. Zoönosen zijn ziekten die zowel dieren als mensen ziek kunnen maken en tussen beide kunnen overspringen.

De uitvoering van de maatregelen gaat voortvarend, rapporteren de ministeries. Dat is slechts deels het geval, oordeelt Thijs Kuiken, vogelgriepexpert van het Erasmus MC in Rotterdam. „Ik ben positief over het feit dat er niet alleen dingen gebeuren in de pluimveesector. Anderzijds denk ik: die aanbevelingen zijn al 2,5 jaar oud. Sommige zaken gaan onnodig traag. Bepaalde maatregelen zijn al in 2008 afgesproken en nog steeds niet doorgevoerd, zoals het strikt scheiden van varkens- en pluimveehouderij.”

Wat speelt er nu precies en moeten we ons zorgen maken? Zes vragen over vogelgriep.

1 Hoe staat het momenteel met de vogelgriep?

We zitten nog steeds in een wereldwijde uitbraak van een zogeheten hoogpathogene variant van vogelgriep: een variant waar pluimvee ernstig ziek van wordt. Die variant ontstond in 1996 in pluimvee in Azië en raast vanaf 2005 steeds vaker door Europa. Sinds 2021 gaat het extra hard, omdat het virus ’s zomers niet meer uitdooft. Alleen al in 2021-2022 werden in Europa ruim vijftig miljoen kippen en ander pluimvee geruimd, waaronder ruim vijf miljoen in Nederland. Ook wilde vogels worden er ziek van. Die hebben het virus inmiddels over de hele wereld verspreid, tot Antarctica aan toe. Ook veel zoogdieren sterven eraan, zoals 30.000 zeeleeuwen in Zuid-Amerika.

Volgens Kuiken was het in Nederland in 2023 relatief rustig wat betreft uitbraken – afgezien van het ruimen van 110.000 kippen in Putten in december. De ophokplicht lijkt te helpen. „Ik denk dat we in Europa over de piek heen zijn”, zegt hij, „ook onder wilde vogels. Waarschijnlijk is er enige immuniteit ontstaan.” Het virus blijft circuleren onder wilde vogels en blijft ook opduiken in nieuwe soortgroepen.

2 Waarom is de overheid zo druk bezig met de vogelgriep?

Vogelgriep veroorzaakt veel dierenleed en economische schade in de pluimveesector. Maar ook de varkenssector loopt risico: ook deze dieren kunnen vogelgriep krijgen. Dat is een probleem, want griepvirussen kunnen zich snel aanpassen door menging en door genetische mutaties. Zo kunnen ze zich aanpassen aan hun gastheren, waardoor ze beter overdraagbaar worden of beter het immuunsysteem omzeilen.


Lees ook
Hoe vogelgriep oversloeg naar Antarctica en daar zeldzame soorten bedreigt

<strong>Stormbandpinguïns</strong> op Zuid-Georgia. Omdat pinguïns talrijk zijn zullen ze vermoedelijk niet snel uitsterven door vogelgriep. Voor andere soorten geldt dat niet. ” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/01/hoe-groot-zijn-de-zorgen-over-vogelgriep.jpg”><br />
</a> </p>
<p class=3 Wat is daarvan het risico voor mensen?

De Nederlandse varkenssector is een groot mengvat waarin vogelgriepvirussen zich kunnen mengen met varkensgriep en zich zo kunnen aanpassen aan zoogdieren. Een nog groter probleem ontstaat wanneer een varken tegelijkertijd besmet raakt met mensengriep. Dan kan een variant ontstaan die een volgende pandemie voor mensen kan veroorzaken, zoals in 2009 met de Mexicaanse griep, die bij varkens ontstond. Hoe groot de kans daarop is, valt niet te zeggen. Maar zeker is wel dat het virus maar een handvol genetische aanpassingen nodig heeft om pandemisch te worden. Dat is in het verleden al gebeurd met andere vogelgriepvirussen (waaronder de Spaanse griep van 1918, die miljoenen doden eiste). En drie van die benodigde mutaties zijn al opgedoken bij zoogdieren in Europa.

4 Het preventieplan spreekt over vaccinaties. Hoe staat het daarmee?

Het RIVM heeft, samen met deskundigen, drie scenario’s opgesteld met oplopende ernst. In het ernstigste scenario (circulatie onder mensen) kunnen maatregelen nodig zijn zoals quarantaine of afstand houden, staat in de Kamerbrief, „met name ter overbrugging totdat vaccinaties kunnen worden ingezet”. Hier gaat het om vogelgriepvaccins voor mensen, die nu nog niet bestaan. Die ontwikkeling daarvan kost circa een half jaar.

Het preventieplan voorziet nu al wel in vaccinatie van professionals in de varkens- en pluimveesector tegen de gewone seizoensgriep. Die kan helpen om het mengen van mensen- en dierengriep tegen te gaan. Intussen is de effectiviteit van twee vogelgriepvaccins voor pluimvee onderzocht in Wageningen. Die vaccins bleken effectief in het lab en worden nu getest bij bedrijven. Dat duurt tot eind 2025. Als de vaccins ook dan effectief blijken, wordt een grotere pilot gestart.

5 Welke maatregelen neemt de overheid verder om de vogelgriep in bedwang te houden?

In het preventieplan gaat het ook over monitoring, preventie en paraatheid. Het RIVM heeft, in samenwerking met andere partijen, een pilot opgezet om griepvirussen op varkensbedrijven op te sporen. Daarbij zijn negentig bedrijven gevolgd. De pilot wordt voortgezet; uiteindelijk moet dat leiden tot structurele surveillance. Qua preventie komt er medio 2024 een verplicht bioveiligheidsplan voor commerciële pluimveebedrijven. Verder schrijven de ministeries: „Het kabinet streeft naar een verbod op nieuwvestiging van pluimveebedrijven in pluimveedichte en waterrijke gebieden en verkent de mogelijkheden voor een verbod op uitbreiding.”

6 Gaat het al met al de goede kant op?

„Met name die surveillancepilot vond ik heel instructief”, reageert Thijs Kuiken. In die pilot zijn enkele gevallen gevonden van mensen die met varkensgriep waren besmet (en genazen) en varkens die met de mensengriep waren besmet. „Maar dit was maar een korte en kleine pilot. Kun je nagaan hoeveel gevallen er in de hele varkenssector zijn, jaar in jaar uit. Onbegrijpelijk dat dit niet al veel langer veel breder wordt gemonitord, als je wéét dat dit een risico is.”

Het uitgebreide testen van de vaccins om pluimvee te beschermen tegen vogelgriep voelt voor Kuiken als een uitsteloperatie, zegt hij. „We weten nu echt wel voldoende dat die vaccins effectief zijn. Begin dan metéén met grootschalig vaccineren op bedrijven. Ik vermoed dat er handelsredenen achter die terughoudendheid zitten.”