Hoe gaat het eraan toe in ‘China’s Kremlin’? Historicus Michael Dillon probeert het succes van Xi te verklaren

Als je een Chinese boekhandel binnenloopt, zijn ze niet te missen. De boeken van president Xi Jinping, meestal uitgestald op een tafel of in een kast bij de ingang, met titels als Het bestuur van China en Dichtbij het volk. De kracht van Xi Jinpings taal – zijn de bestverkopende titels van het land. Volgens de website van het Centraal Instituut voor Partijgeschiedenis en Literatuur bracht de president al 43 boeken uit sinds zijn aantreden in 2012. Veel meer dan zijn voorganger Hu Jintao deed (4 boeken) of zelfs Mao Zedong (22 boeken). Naar schatting liggen de totale verkoopcijfers van Xi’s boeken al boven de 100 miljoen exemplaren.

Laatst hoorde ik dat het voor veel boekhandels niet strikt verplicht is de boeken van de president zo’n prominente plaats in hun winkel te geven. Dat zou je kunnen verwachten, gezien de steeds strengere media- en publicatiecensuur. Maar ze doen het vooral vanwege de financiële prikkels – aantrekkelijk in een tijd waarin boekwinkels het wereldwijd moeilijk hebben. Een Xi-boekenkast kan helpen bij een subsidieaanvraag. Ook de inkomsten uit de verkoop van de boeken, die gebruikt worden in allerlei verplichte cursussen, zijn welkom.

Xi wordt vaak vergeleken met de grote leider Mao, de oprichter van de Volksrepubliek. Net als Mao vestigt Xi veel aandacht op zichzelf als leider. Zijn glimlach is overal, ook op de kaften van veel van deze titels. Anders dan bij Mao’s Rode Boekje raken echter maar weinig mensen gepassioneerd door Xi’s boeken, ook in China. Xi heeft minder charisma dan Mao, en volgens experts draaien de verplichte studiesessies van zijn boeken nauwelijks om de inhoud. Het is een voorbeeld van hoeveel zakelijker de macht van Xi Jinping werkt.

Wat drijft Xi?

Wat verklaart het succes van Xi Jinping dan wel? Wat drijft hem? Hoe werd hij de machtigste leider van China sinds Mao? Het zijn vragen waar een groeiend aantal auteurs van boeken een antwoord op zoekt en waar ook historicus Michael Dillon mee opent in We moeten het even over Xi hebben.

In dit handzame boekje geeft Dillon, verbonden aan King’s College London, een toegankelijk overzicht van Xi’s leven en loopbaan. Hij laat zien hoe de manier waarop Xi de macht van nationaal leider naar zich toe trok als een verrassing kwam. Decennialang had hij zich onopvallend binnen de partijhiërarchie naar boven gewerkt, terwijl hij uit de buurt bleef van de strijd tussen verschillende facties binnen de Communistische Partij. Op het moment van zijn aantreden leek hij de ‘veilige keus’, een relatief populaire leider die voor continuïteit stond. Misschien zou hij zelfs een hervormer zijn, in de lijn van zijn vader Xi Zhongxun, een revolutionair die bekend stond als pragmatisch en relatief tolerant.

Dat liep anders, en Dillon laat zien hoe Xi, die nu in zijn derde bestuurstermijn zit, China’s politieke systeem naar zijn hand zette. Opgegroeid in de chaos van de Culturele Revolutie, gelooft Xi in controle. Hij versterkte de Partij als instrument van zijn macht en bestreed alle oppositie en diversiteit waar de Partij geen grip op kreeg. Een interessant hoofdstuk gaat over Xi’s kruistocht tegen corruptie, een bijproduct van China’s snelle economische ontwikkeling.

Geheim privéleven

Ook voor Dillon blijft Xi, die geen interviews geeft en over wiens privéleven we niet veel meer weten dan dat hij van zwemmen houdt en graag sport kijkt, grotendeels een mysterie. Dillon herinnert ons er aan dat Xi als vice-president veel ontmoetingen had met de Amerikaanse president Biden, zijn toenmalige tegenhanger. Tussen beide leiders bestond weinig chemie, dus ook in Bidens toekomstige memoires zullen niet veel anekdotes over Xi te lezen zijn. Ook over Xi’s relatie met Poetin, nog een leider met wie hij wordt vergeleken, weten we weinig.

Gezien het wereldwijde belang van China is het logisch dat we meer willen weten over Zhongnanhai, ‘China’s Kremlin’, hoe lastig dat ook is. Dillons ietwat droge introductie is degelijk voor wat de politieke geschiedenis van het land betreft, maar niet de beste bron om China’s hedendaagse politiek door te kunnen begrijpen. Zo is er weinig onderbouwing voor zijn optimisme over een mogelijke bemiddelingsrol voor China in Oekraïne. Party of One van Chun Han Wong, een van de best geïnformeerde politiek verslaggevers als het om China gaat, is een beter alternatief voor iedereen die dieper op XI Jinping wil ingaan dan Dillon. Want die weet zijn eigen vragen over Xi’s succes maar deels te beantwoorden.