Hoe gaan we om met obesitas? ‘Bij elke andere ziekte praten patiënten mee, maar bij obesitas niet’

Wie is er eigenlijk ziek? Zijn het de mensen met obesitas of de supermarkten, stations en winkelstraten vol ongezond eten? Feit is: wereldwijd is obesitas onder volwassenen meer dan verdubbeld sinds 1990. Ruim de helft van de Nederlanders heeft overgewicht, 16 procent obesitas en het einde van de groei is nog niet in zicht.

De omgeving moet gezonder worden, en het moet makkelijker worden om gezonde keuzes te maken – daarover is weinig discussie. Dat is de weg om te voorkomen dat nog meer mensen obesitas krijgen. Maar wat te doen nu het bij veel mensen al zover is? De kijk daarop lijkt langzaam te veranderen. Van ‘eigen schuld dikke bult’, naar een brede blik op alle factoren die overgewicht veroorzaken en een individuele behandeling van mensen die soms al een leven lang tegen de kilo’s vechten.

Een nieuwe generatie medicijnen laat goede resultaten zien, mensen vallen er sneller en meer van af dan met alleen een gezonder eetpatroon. Een wekelijkse prik is bovendien niet zo ingrijpend als een maagverkleining. Zullen medicijnen obesitas de wereld uit helpen? Of is het symptoombestrijding en medicaliseren we een maatschappelijk probleem? Vijf deskundigen reflecteren op de aanpak van obesitas.

Erica van den Akker‘Ik wil een kind de beste behandeling geven’

Hoogleraar kinderendocrinologie in het Erasmus MC, Rotterdam

„Lang zagen we obesitas als een leefstijlprobleem dat je kunt oplossen als je maar genoeg wilskracht hebt. Inmiddels weten we dat obesitas een ontregeling van het hormonale systeem is, die inwerkt op allerlei processen waaronder je eetlust en verbranding. Soms is de balans zo verstoord – door genen, medicatie of hormonen – dat leefstijlverandering alleen niet volstaat.

„Nu heeft 4 procent van de kinderen tot 18 jaar obesitas, als er niets verandert ligt dat in 2050 rond de 15 procent. Kinderen met obesitas worden bijna altijd volwassenen met obesitas. En dat is de poort naar allerlei ziektes. We zien kinderen die op hun dertiende diabetes type 2 hadden en daardoor als twintiger al lever- en nierfalen en hart- en vaatziekten kregen.

„Je begint altijd met leefstijl, dat is de oorzakelijke aanpak. Maar de behandeling moet veel agressiever zijn. Niet wachten tot een kind 4 jaar is als het als tweejarige al te zwaar is. Dus sneller beginnen met intensieve leefstijlbegeleiding. En bij kinderen vanaf 12 jaar, als afvallen met meer bewegen en gezonder eten niet lukt: niet doormodderen maar sneller medicijnen inzetten. Mede door de komst van zeer effectieve medicijnen zijn de behandelrichtlijnen nu alweer aan een update toe.

„Obesitasmedicatie wordt tot 18 jaar nu niet vergoed, dat stelt ons voor een dilemma. Je wilt alle kinderen gelijk behandelen, maar ik zie kinderen voor mijn ogen ongezonder worden, dan wil ik een kind de beste behandeling niet onthouden. Nee, met medicijnen haal je verantwoordelijkheid niet weg bij ouders. Dat is het oude stigma, waarbij je nog steeds zegt: gewoon wat minder eten.

„We zien dat leefstijlverandering juist veel beter vol te houden is met medicijnen: ze zetten je lichaam in de goede stand door het lichaamseigen hormoon GLP-1 te imiteren. Ik zie dat mensen zich serieus genomen voelen als je obesitas benadert als een ziekte waarvoor soms medicijnen nodig zijn.

„Waar ik soms mee zit: ik schrijf die medicijnen voor en stuur ze dan weer een wereld vol verleidingen in. Maar dat doe ik omdat ik dat kind niet wil laten zitten. Als kinderartsen pleiten we er dan ook voor dat de overheid werk maakt van alle preventiemaatregelen die zijn afgesproken om het aanbod van voeding en de omgeving gezonder te maken.”

Natasja Wijling‘Een operatie is totaal niet de makkelijke weg’

Bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Overgewicht en Obesitas

„Na mijn maagverkleining raakte ik in 9 maanden 50 kilo kwijt. Ik was dezelfde persoon maar werd ineens totaal anders behandeld. Ik kwam uit mijn isolement, ineens spraken mensen me aan.

„Toen pas realiseerde ik me hoe mensen oordelen over iemand in een groter lichaam. Het stigma zit heel diep, er zijn ook nog steeds veel huisartsen die zeggen: ga lekker sporten en op dieet, dan komt het wel goed.

„Het is gek dat bij elke andere ziekte patiënten meepraten, maar bij obesitas niet. Obesitas werd lang niet als ziekte gezien. Het beeld kantelt maar langzaam. Nog steeds zijn veel artsen nauwelijks geschoold in obesitas. Intussen veroorzaakt het stigma nog steeds veel leed. Als bestuurslid van de NVOO pleit ik ervoor dat artsen eerst de oorzaken goed onderzoeken, en samen te zoeken naar passende zorg, echt maatwerk. Praat niet óver ons zónder ons.

„Ik ben inmiddels weer 20 kilo aangekomen. Daaraan zie je dat het lichaam altijd terug wil naar het hoge gewicht. Als ik meer eet dan 1.400 kilocalorieën kom ik aan, iemand die gejojood heeft moet drie tot vijf uur per week bewegen om op gewicht te blijven. Best pittig om dan te horen: je hebt met je operatie de makkelijke weg gekozen. Totaal niet, je moet voor de rest van je leven je leefstijl aanpassen, de chirurg staat niet naast de koelkast.

„Medicijnen of een operatie zijn soms, maar niet voor iedereen, de beste behandeling. Om die te vinden moet een arts met de patiënt naar de oorzaken kijken en voor maatwerk zorgen. Zolang dat niet lukt kan het gebeuren dat mensen blijven aankomen tot ze een BMI hebben waarmee ze in aanmerking komen voor bijvoorbeeld obesitasmedicatie of een operatie. Daar gaan jaren aan vooraf waarin mensen alles al geprobeerd hebben en elk dieet hebben zien langskomen. Wanhopige mensen zijn tot alles in staat.”

Gijs van Acker‘Ik verwacht dat de vraag naar medicijnen blijft groeien’

Chirurg en medisch directeur Nederlandse Obesitas Kliniek

„Als je ziet hoe snel het aantal mensen met ernstig overgewicht groeit, wereldwijd nu meer dan een 1 miljard, dat is schrikbarend. Er móét iets komen om obesitas beter aan te pakken. Het beste is preventie en voorlichting. Maar we weten ook dat overgewicht maar voor een klein deel door leefstijl wordt veroorzaakt. Er zijn steeds meer bewijzen dat een groot deel te maken heeft met epigenetica, de verandering van de dna-activiteit door de omgeving.

„Ik zie obesitas als een ziekte, niet als een gedragsprobleem. Soms is een eetstoornis de oorzaak, maar dat geldt voor een minderheid. En dan moet je dat als eerste aanpakken.

„Als chirurg ben ik pragmatisch, met een maagoperatie kun je snel gewichtsverlies bereiken. Maar het is een generalistische aanpak. In de toekomst zullen we de behandeling steeds meer personaliseren, met veel meer aandacht voor verschillen tussen individuen. Waarom is de één snel voldaan en raakt de ander nooit verzadigd?

„We werken aan een methode om aan de hand van een genetisch profiel, het microbioom en een bloedtest beter te kunnen voorspellen op welke voeding, supplementen en eventueel medicijnen mensen goed reageren. We geven nu bijvoorbeeld aan iedereen semaglutide (merknaam Ozempic of Wegovy), maar het werkt niet bij iedereen even goed, en soms zelfs averechts. Dat moet veel gerichter kunnen.

„Het aantal maagoperaties is vorig jaar in Nederland afgenomen. Ik verwacht dat de vraag naar medicijnen blijft groeien, helemaal nu er weer een nieuwe generatie aankomt waarvan mensen gemiddeld 20 procent afvallen.

„Mensen schamen zich vaak als het op eigen kracht niet lukt om af te vallen. Maar het is een ziekte, je kunt het niet alleen. Ik hoop dat meer mensen hulp vragen als het stigma eraf is. Of gezond gewicht een voorrecht is voor rijke mensen is? De operaties zijn verzekerde zorg, daar zien we juist de lagere inkomens. Medicijnen worden veelal niet vergoed, daar zien we meer welgestelde cliënten die het kunnen betalen. Mijn ideaal is dat obesitasmedicijnen die mensen nu zelf betalen ook worden vergoed.”

Anne Roefs‘Medicijnen nemen de prikkel weg om de zieke omgeving te veranderen’

Hoogleraar psychologie en neurowetenschappen van eetgedrag aan Maastricht University

„Zestig jaar geleden waren onze genen niet anders en toch was er veel minder obesitas. Er is dus een sterke interactie met de omgeving. 80 procent van het aanbod in de supermarkt is ongezond, mensen hebben stress, geldzorgen, werkdruk – dat maakt gezond leven voor veel mensen heel moeilijk.

„Leefstijlinterventies moeten veel intensiever zijn dan nu om goede resultaten te halen en gezond gedrag vol te houden. Onderzoek laat zien dat minimaal veertien bijeenkomsten per half jaar nodig zijn, dat zijn er nu gemiddeld maar twaalf per jaar. Bovendien, er zijn ook mensen die alleen maar meedoen met de Gecombineerde Leefstijl Interventie omdat ze dan na een jaar in aanmerking komen voor medicatie. Zo krijgt leefstijlinterventie niet echt een kans.

„Zolang de overheid niet ingrijpt met maatregelen zoals een suikertaks, verbetering van het voedingsaanbod en meer beweging op scholen is het dweilen met de kraan open. Het doet pijn om te zien dat de oplossing nu van big pharma moet komen. Je zet mensen in een giftige omgeving en geeft ze vervolgens pillen en prikken. Levenslang, want zodra ze stoppen met de medicijnen, komen ze weer aan.

„Het is de omgeving die ziek is, medicijnen nemen de prikkel weg om daar iets aan te doen. Er is een groep bij wie de hormoonhuishouding zo verstoord is dat alleen leefstijlverandering niet genoeg is, maar waarom zou je medicijnen geven als er met de hormoonbalans niets mis is?

„Het stigma dat mensen overgewicht aan zichzelf te wijten hebben moeten we aanpakken. Bewegingen als Body Positivity en Health At Every Size kunnen daaraan bijdragen, maar ze gaan ook weer over uiterlijk. We kunnen niet aanvaarden dat mensen door hun gewicht het risico lopen ongezond te worden, ook mentaal. Obesitas is niet gezond.

„We moeten de oorzaken van obesitas beter in kaart brengen en de leefstijlbegeleiding afstemmen op verschillende subgroepen. En niet wachten tot iemand een BMI van 30 heeft. Bespreek leefstijlbegeleiding al vanaf een BMI van 25 en als je het aanbiedt, zorg dan dat het intensief is.”

Ömrüm Aydin‘Mensen met obesitas worden te weinig gehoord’

Internist Amsterdam UMC en mede-oprichter Nederlandse Vereniging voor Overgewicht en Obesitas

„Tijdens mijn promotie aan het Amsterdam UMC en het Spaarne Gasthuis hebben we een groep patiënten gevolgd die een maagverkleining ondergingen. Bij 263 mensen keken we onder meer naar zelfvertrouwen en de kwaliteit van sociale relaties en steun, en naar kennis en vaardigheden die helpen een gezonde leefstijl vol te houden. Zelfvertrouwen, en het geloof dat je gestelde doelen kunt bereiken, bleken cruciaal. Bij mensen die moeite hebben met sociale relaties, die weinig steun ervaren, wordt het negatieve effect van weinig zelfvertrouwen versterkt: dan wordt het volhouden van een gezonde leefstijl nog moeilijker.

„Dit raakt aan hoe de samenleving naar obesitas kijkt. Mensen met obesitas worden vaak al van kinds af aan aangesproken op hun uiterlijk, gewicht en eetgedrag. Ze worden gezien als ongedisciplineerd en ongemotiveerd. De aanname dat mensen er zelf voor kiezen om zo zwaar te zijn, kan het zelfvertrouwen en zelfbeeld aantasten, zo raken mensen sociaal geïsoleerd en ontstaat een vicieuze cirkel.

„Het percentage mensen met overgewicht blijft toenemen, volgens het CBS. Betekent dat dan dat de helft van Nederland ongedisciplineerd is? We leven in een obesogene omgeving waarin het zonder steun makkelijk is om aan te komen en moeilijk om af te vallen. Artsen krijgen bovendien te weinig tijd om zich te verdiepen in iemands leefstijl. Het advies komt vaak neer op: eet wat minder, beweeg wat meer. We vergeten dat veel mensen vaak al jaren worstelen met hun gewicht en zonder succes talloze diëten hebben geprobeerd.

„Vertrouwen geven en begrip tonen zijn essentieel om met patiënten oorzaken te achterhalen. Die zijn voor iedereen verschillend. Het maakt uit of je een schildklierprobleem hebt of topsporter bent geweest, bijvoorbeeld. De aanpak van obesitas vereist maatwerk.

„De stem van mensen met obesitas wordt nog onvoldoende gehoord. Met ervaringsdeskundigen hebben we daarom de Nederlandse Vereniging voor Overgewicht en Obesitas opgericht. Zodat ze vertegenwoordigd zijn als er besloten wordt over bijvoorbeeld behandelingen en vergoedingen. Mensen met obesitas moeten aan tafel zitten.”