N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Militaire blogger Opnieuw is een prominent lid van de Russische propagandabeweging vermoord. ‘Ik zou Kyiv niet de schuld geven van deze acties.’
Opnieuw is de Russische ‘patriottische’ beweging opgeschrikt door een moordaanslag dicht bij huis. Zondagavond kwam de bekende Russische militaire blogger Vladlen Tatarski in een café in Sint-Petersburg om het leven bij een bomaanslag. Vorig jaar augustus stierf Darja Doegina, dochter van de prominente ultranationalistische filosoof en propagandist Aleksandr Doegin, door een autobom. Het Kremlin sprak maandagochtend van een „terreurdaad” en „mogelijke betrokkenheid van Oekraïense geheime diensten.”
Tatarski, pseudoniem van de veertigjarige uit de Oekraïense Donbas afkomstige Maksim Fomin, was zondagavond te gast bij een bijeenkomst van de patriottische beweging ‘Cyberfront Z’ in het café Street Food Bar No. 1 op het centraal gelegen Vasiljevski-eiland in Sint-Petersburg. Daar zou hij een praatje houden over zijn ervaringen als correspondent aan het front in Oekraïne.
Een uur na het begin van de avond kwam een jonge vrouw de zaal in, die zichzelf ‘Nastja’ noemde en Tatarski een doos overhandigde, met daarin zijn gipsen beeltenis. Op video-opnames is te zien dat hij het beeld in ontvangst nam en in de microfoon grapte dat het wel erg zwaar was. Hij vroeg de vrouw vooraan te komen zitten, maar zij ging terug naar haar plaats achter in de zaal.
Vijf minuten later vond een krachtige explosie plaats waarbij – zoals te zien was op bloedige beelden die op Telegram rondgingen – Tatarski als enige omkwam. Op andere beelden was te zien dat de pui van het café bijna uit zijn voegen werd geblazen. Zeker 25 bezoekers raakten gewond, van wie volgens de krant Kommersant acht zwaargewond.
Eigenaar van het café is Jevgeni Prigozjin, Petersburgs zakenman en oprichter van de Russische huurlingenformatie Wagner Groep.
Arrestatie
Over de toedracht is nog veel onduidelijk. Hoewel de vrouw die het beeld overhandigde zich Nastja noemde en volgens enkele aanwezigen een bekende van Tatarski zou zijn geweest, maakte de Russische Onderzoekscommissie de arrestatie bekend van de 26-jarige Darja Trepova. Trepova zou volgens Russische media eerder met haar echtgenoot zijn gearresteerd tijdens een protestbijeenkomst tegen de inval in Oekraïne.
Zondagavond vond in de woning van het stel een huiszoeking plaats. Naast Trepova is volgens haar echtgenoot ook een bevriende medehuurder gearresteerd.
Maandag gaven de Russische autoriteiten een video vrij waarin Trepova haar daad toegeeft, mogelijk onder dwang. Volgens Russische media zou zij tegen haar ondervragers hebben gezegd niet te hebben geweten dat er een explosief in het beeldje verborgen was.
Kremlin-woordvoerder Dmitri Peskov noemde de aanslag maandagochtend een terreurdaad. Hij verklaarde dat president Poetin direct op de hoogte is gebracht. „Laten we geduld hebben en wachten op verklaringen van onze diensten”, citeerde Interfax deze maandag Peskov.
Bankoverval
Fomin alias Tatarski was een van Ruslands bekendste militaire bloggers. Het afgelopen jaar maakte hij binnen de Russische ‘patriottische beweging’ naam op Telegram, waar hij verslagen deelde van de ontwikkelingen aan het front, gewelddadige filmpjes en anti-Oekraïense propaganda. Ook hekelde hij online kritiek op de Russische legerleiding en op president Poetin zelf. Hij was afkomstig uit het stadje Makiivka bij Donetsk. Daar werkte hij in de mijnen en had hij een paar bedrijfjes, tot hij in 2011 wegens een gewapende bankoverval in de gevangenis belandde.
De strijd in de Donbas in 2014 kwam voor Tatarski, net als voor veel andere kleine criminelen en politieke opportunisten, als een geschenk. Toen de gevangenis in 2014 onder vuur kwam, wist hij te ontsnappen en sloot hij zich aan bij de pro-Russische afscheidingsbeweging, die met steun van Moskou de ‘volksrepublieken’ Donetsk en Loehansk uitriep. „De Russische lente brak aan toen ik in de gevangenis zat wegens bankroof. Ik kon me niet veroorloven om in de cel te blijven zitten, terwijl mijn oorlog was begonnen en ik deed er alles aan om aan het front terecht te komen”, schreef Tatarski later in zijn autobiografie Vlucht.
De strijd in de Donbas in 2014 kwam voor Tatarski, net als voor veel andere kleine criminelen en politiek opportunisten, als een geschenk
Hoewel Tatarski na het luwen van de strijd opnieuw opgesloten dreigde te worden, kreeg hij gratie van het hoofd van ‘volksrepubliek’ Donetsk, Aleksandr Zachartsjenko. Volgens Russische media diende hij daarna bij de veiligheidsdiensten in Loehansk, waarna hij vanaf 2017 in de Donbas naam maakte als blogger en journalist en naar Moskou verhuisde.
Toen Rusland vorig jaar februari Oekraïne binnenviel, ging hij als ‘correspondent’ terug naar het front, waar hij deelnam aan de belegering van Marioepol.
Met zijn frontberichten en vlogs, die hij deelde met zijn half miljoen volgers op Telegram, groeide hij uit tot een invloedrijke stem in de pro-oorlogsbeweging. „Wij zullen iedereen overwinnen, iedereen doden en iedereen die dat verdient, beroven. Precies zoals wij het graag hebben. Ga met God”, aldus een opgetogen Tatarski in een van zijn laatste videoberichten.
Doegina
Het is de tweede moordaanslag binnen zeven maanden op een prominent lid van de Russische oorlogs- en propagandabeweging. Vorig jaar augustus stierf de Russische propagandajournalist Darja Doegina, de 29-jarige dochter van de prominente ‘Euraziatische’ denker en Kremlin-ideoloog Aleksandr Doegin, toen de auto waarin zij reed nabij Moskou ontplofte. De Oekraïense regering ontkende betrokkenheid. Maar volgens de Russische geheime dienst FSB is de aanslag gepleegd door (pro-)Oekraïense saboteurs. The New York Times meldde later dat ook de Amerikaanse inlichtingendiensten de betrokkenheid van Oekraïne niet uitsloten.
Lees ook Na aanslag op Doegina is de vraag: is er gewapend verzet tegen Poetin?
Doegina en Tatarski waren bekenden van elkaar en Doegin publiceerde zondagavond een foto van de twee. In een reactie zei hij: „Zo vergaat het onze Russische heiligen [..] Spreek en schrijf alleen als je bereid bent om woorden met je leven te betalen. Zoals Vladlen Tatarski.” De Russische krant RBC meldde op basis van een anonieme bron dat de Russische veiligheidsdiensten al langer rekening hielden met een aanslag op Tatarski’s leven.
Zondagavond plaatste Prigozjin een videoboodschap op Telegram, waarin hij Tatarski met een vlag de laatste eer bewees. Naar eigen zeggen was de video opgenomen in Bachmoet in Oekraïne, waar Wagner-troepen dit weekend beweerden de stad na maandenlange gevechten te hebben ingenomen. In het bericht stelde hij dat hij zijn café had toevertrouwd aan Cyber Front Z, om bijeenkomsten te houden. Eén van de organisatoren sprak zondagavond van een „terroristische aanslag” en zei dat de genomen veiligheidsmaatregelen „helaas onvoldoende” waren gebleken.
In de loop van zondagnacht schreef Prigozjin in antwoord op vragen van Russische media over gelijkenissen tussen de moorden op Tatarski en Doegina, dat zijns inziens een „groep radicalen” verantwoordelijk is voor de aanslag, die echter geen banden met de Oekraïense autoriteiten hoeven te hebben. „Wat betreft de dood van Daria Doegina, ja, alles is vergelijkbaar. Maar ik zou het regime in Kyiv niet de schuld geven van deze acties. Ik denk dat er een groep radicalen is die waarschijnlijk geen banden heeft met de (Oekraïense) overheid”, aldus Prigozjin.
Net als in het geval van de nog altijd onopgehelderde moord op Doegina, houden de autoriteiten in Kyiv en Kremlin-opposanten rekening met een door de Russische veiligheidsdiensten georkestreerde aanslag. „Spinnen eten elkaar op in een pot. Het was slechts een kwestie van tijd alvorens binnenlands terrorisme een instrument van interne politieke strijd zou worden”, schreef Zelensky’s adviseur Mychajlo Podoljak zondagavond.
De Russische oppositiepoliticus Gennadi Goedkov zei zondagavond in een Youtube-uitzending van het Oekraïense kanaal Freedom eveneens rekening te houden met een opzet door de Russische autoriteiten. „We weten dat ze zowel wat vriend als vijand betreft weinig genade kennen. Natuurlijk kan er ook een alledaagse reden zijn, iets in de privé-sfeer. Maar als het een provocatie is, gepleegd door mensen in uniform, die een politieke opdracht hebben uitgevoerd, dan kunnen we ervan uitgaan dat onderzoekers geen kans zullen krijgen om hun werk te doen.”