N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
videobellen TNO onderzoekt hoe videobellen realistischer kan worden. Dat kan helpen bij contacten met demente familieleden.
Een rood met goudkleurig kleedje op tafel maakt de setting extra huiselijk. Het kleedje is echt, net als de tafel waarop het ligt en de oudere die aangeschoven is. De gesprekspartner, een kleinzoon, is aanwezig via een verticaal scherm dat aan de overzijde tegen de tafel geschoven is. Zo is de kleinzoon levensgroot zichtbaar, tot aan zijn middel, zoals hij er ook bij zou zitten als hij echt aanwezig zou zijn in de ruimte.
„Als iemand levensgroot zichtbaar is en het scherm op een logische plek in de ruimte staat, komt die persoon veel echter over dan via een klein scherm met alleen een hoofd”, zegt Hans Stokking, mediaonderzoeker bij TNO. „En dan gebruikten we hier nog niet eens augmented reality maar gewoon Teams, een van de video-belprogramma’s die sinds de pandemie enorm veel gebruikt worden.”
TNO onderzocht wat ervoor nodig is om virtueel contact realistischer te maken, in hoeverre het uitmaakt hoe groot iemand in beeld is, en in welke mate augmented reality (AR, ‘verrijkte realiteit’) kan bijdragen aan gevoelens van verbondenheid. Een deel van het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met MeanderGroep Zuid-Limburg, een organisatie voor ouderenzorg. Eenzaamheid is onder ouderen een groot probleem. Daarnaast bekeken de onderzoekers in het eigen TNO-kantoor in Den Haag wat de verschillende manieren van videobellen kunnen betekenen voor vergaderingen.
Dit gaat de komende twee jaar flink verbeteren
Hans Stokking mediaonderzoeker
Presence is het begrip waar dit onderzoek om draait, aanwezig zijn. „Wij onderscheiden twee vormen: spatial presence en social presence, de perceptie van aanwezig zijn in de ruimte, en het gevoel van in contact zijn met elkaar”, zegt Stokking. „In een face-to-facegesprek neem je iemand waar op verschillende niveaus. Je ziet en hoort, maar je bent je ook bewust van emoties, hoe iemand erbij zit. Het complete plaatje leidt tot geëngageerde gesprekken, meeleven, elkaar goed begrijpen, vertrouwen, goede besluitvorming. Wat is de toegevoegde waarde van je communicatiesysteem hierbij?”
„De kwaliteit van de verbinding, zowel audio- als videokwaliteit, heeft invloed op de presence”, zegt Stokking. „De kwaliteit van de verbinding is bij het standaard videobellen hoog. De kwaliteit neemt iets toe als het scherm groter wordt, maar het neemt flink af bij augmented reality.”
Bij het uitproberen van de Hololens, even later, blijkt duidelijk hoe groot het verschil in kwaliteit is. De 3D-versie van Stokking die via de AR-bril verschijnt, is heel korrelig, en de vertraging in de audio leidt in eerste instantie enorm af.
Goedkoper en kleiner
„Toch gebeurt er iets opvallends in de gemeten presence. Die neemt namelijk amper af”, zegt Stokking. „Het feit dat het gevoel van aanwezig zijn en in contact zijn ongeveer gelijk blijft, ook met achteruitgaande kwaliteit, maakt dat ik verwacht dat de presence flink omhoog zal gaan als we de kwaliteit van AR-bellen over een of twee jaar verbeterd hebben.” Ook opvallend: de gesprekken die gevoerd werden in augmented reality duurden langer, zowel de gesprekken met ouderen als die in kantoorsetting.
Veel hangt af de kwaliteit van de verbinding. „Dit gaat de komende twee jaar flink verbeteren. Grote fabrikanten zoals Meta, van Facebook, en Microsoft zijn ermee bezig. En chipmaker Qualcomm heeft een chipset aangekondigd speciaal voor augmented reality. Dan hoeven makers van AR-brillen niet alles meer zelf te ontwikkelen, ze hoeven er alleen nog een mooie bril omheen te maken. Die worden daarmee denk ik snel goedkoper, en ook kleiner en lichter.”
Voor MeanderGroep Zuid-Limburg kan augmented reality behalve voor gezellig contact tussen bewoners en familie dan ook meer gaan betekenen voor de zorg zelf. „Ouderen met dementie zijn bijvoorbeeld best vaak onrustig en angstig. Om ze weer rustig te krijgen helpt het enorm als ze familie zien, als die met ze kan praten. En artsen die visites krijgen zijn voor korte bezoekjes lang onderweg. Na een test met tablets gaven artsen aan dat dat voor hen niet werkt. Ze kregen niet voldoende indruk van de patiënt als geheel, met AR neemt dat als het goed is toe.”