BBB-Kamerlid Mona Keijzer wond zich eind december vreselijk op, aan tafel bij Op1. „Wat de NPO nu doet vind ik onbegrijpelijk.” Eerder was bekend geworden dat de BNNVARA-talkshow Khalid & Sophie na deze zomer zou promoveren naar de late avond op NPO 1, ten koste van Op1. De nieuwe talkshow van Eva Jinek zou op de plek van Khalid & Sophie komen.
Volgens Keijzer heeft de NPO het signaal uit de samenleving helemaal gemist. „Dat je met wat er aan de hand is met deze verkiezingsuitslag toch een linkse talkshow neerzet”, zei ze. „En dan ook nog eens om zeven uur Jinek, waar toch ook een bepaalde sfeer is.”
Op1-presentator Tijs van den Brink (EO) zei nog: „Dit is een beetje ongemakkelijk voor ons.”
Keijzer: „Dat snap ik, maar ik wil het toch even gezegd hebben. Dat is wel wat er aan de hand is in Nederland. En dat het anders moet.”
Na de verkiezingsoverwinning van ‘rechts’ hebben populistische partijen de ‘linkse’ NPO in het vizier. Uit de teksten van de PVV, de grote winnaar van de verkiezingen, blijkt al jaren een forse afkeer van de ‘links-elitaire’ NPO. Maar ook Keijzer, de woordvoerder van BBB op Mediabeleid, vindt dat de NPO tekortschiet. Hervorming gaat wat haar betreft over „meer dan een zendertje minder”, zei ze in De Telegraaf. „Het gaat ook over pluriformiteit, neutrale nieuwsvoorziening, verbinding.”
De formerende partijen willen werk maken van het hervormen van de publieke omroep, zo werd vorige week duidelijk. Daar is ook zeker aanleiding toe. Want het complexe Nederlandse omroepbestel dreigt onbestuurbaar te worden na de toetreding van diverse nieuwe omroepen in de afgelopen jaren. Deze donderdag debatteerde de nieuwe Tweede Kamer voor het eerst over het rapport dat de commissie-Van Geel vorig jaar uitbracht. Daarin staan vijftig aanbevelingen om het bestel toekomstbestendig te maken.
Lees ook
Formerende partijen nog lang niet op één lijn over toekomst NPO
Vijanden van het volk
Maar de echte onderhandelingen over de toekomst van de publieke omroep vinden aan de formatietafel plaats. De PVV wil het liefst helemaal van de NPO af. De VVD wil 400 miljoen bezuinigen – bijna de helft van het budget. BBB wil onderzoeken of omroepverenigingen niet meer als productiehuizen voor een ‘BBC-achtige’ NPO kunnen fungeren. „Het mag wel een onsje minder kosten” volgens Keijzer. Alleen NSC staat niet te popelen: hoewel het verkiezingsprogramma pleit voor het schrappen van een net, wil de partij het bespaarde geld in producties steken die via andere kanalen kunnen worden verspreid.
Ressentiment tegen de publieke omroep zit ingebakken in het dna van het rechts-populisme: de gevestigde machthebbers zijn de vijanden van het volk, en in dit geval zit de macht in Hilversum. De NPO is altijd de klos, met de nieuwsvoorziening van de NOS voorop. Toen hij in 2009 eens een vraag kreeg van een PVV-stemmer over „rode neuzen” die in Hilversum „op één lijn zitten”, reageerde PVV’er Martin Bosma dat hij de neuzen het liefst af zou hakken, waarna hij grijnsde en zei dat hij Nieuwsuur-presentatrice Clairy Polak al zag liggen op de grond. De NPO was niet meer te redden, „die cultuur is er dertig jaar lang ingeslopen”. Er kan alleen nog aan de subsidiekraan gedraaid worden. „Zodat we de publieke omroep in ieder geval een stuk kleiner maken.”
VARA te dominant
Het beeld dat de publieke omroep te links is, bestaat niet alleen bij populistisch-rechts. Het werd in 2014 onderschreven door Mathieu Weggeman van de Raad voor Cultuur, het belangrijkste adviesorgaan van de regering op het gebied van kunst en cultuur. In de Volkskrant zei hij dat het geluid van de VARA te dominant was binnen de NPO. „Bij de koffieautomaat wordt ’s ochtends vooral gepraat over wat er in De Wereld Draait Door is besproken. Alleen PowNews vertegenwoordigde in het afgelopen seizoen een ander geluid.” Dat was volgens Weggeman de schuld van de omroepbestuurders, die de VARA te veel ruimte gaven.
Toch had het praatprogramma Pauw & Witteman (later Pauw), waarmee de VARA een monopolie had op de late avond, nooit een uitgesproken politieke signatuur, zegt Peter Kee, die politiek redacteur was van het programma. „Onze enige maatstaf voor het kiezen van onderwerpen was: wat is het verhaal van de dag, en welke gasten moeten we daarbij hebben? Politieke kleur speelde daarbij geen rol. Ook omdat de presentatoren geen uitgesproken linkse jongens waren. Wouter Bos werd ook hard, zo niet harder, aangepakt dan Jan Peter Balkenende. De journalistiek prevaleerde, niet de politieke kleur.”
Uit onderzoek van de Universiteit Tilburg blijkt inderdaad dat er evenveel linkse als rechtse politici aangeschoven bij Pauw & Witteman. Kee zegt dat hij nooit moeite had om politieke gasten uit te nodigen. „Er was maar één partijleider die niet wilde komen en dat was Geert Wilders”, zegt hij. „Hij heeft stelselmatig onze uitnodigingen geweigerd. Hij schoof ook niet bij andere programma’s aan, en communiceerde vrijwel uitsluitend via Twitter. Andere PVV’ers gingen wel in op onze uitnodigingen, zoals Dion Graus, Hero Brinkman en Fleur Agema. Maar Wilders vertikte het omdat hij de publieke omroep een links bolwerk vond.”
Zoeken naar evenwicht
Wilders mijdt talkshows nog altijd, ook al worden sommige nu gemaakt door de rechtse omroepen die de afgelopen vijftien jaar toetraden tot het bestel. De Telegraaf richtte de ‘liberaal-conservatieve’ omroep WNL op, die in 2010 zijn eerste uitzending had. „WNL probeert evenwicht te brengen in nieuws en actualiteiten binnen de NPO”, zei Sjuul Paradijs, hoofdredacteur van De Telegraaf en initiatiefnemer van de nieuwe omroep, destijds: „Een rechts geluid in Hilversum tegenover de ‘linkse kerk’ is de doelstelling”.
De Telegraaf was ook betrokken bij een andere nieuwe omroep die in 2010 begon. PowNed was een initiatief van het recalcitrante weblog GeenStijl, dat destijds eigendom was van De Telegraaf Media Groep. Het was een opmerkelijke stap. Want op het grofgebekte weblog was inhakken op het politiek correcte omroepwereldje dagelijkse kost. Maar PowNed-directeur Dominique Weesie, voormalig politiek verslaggever van De Telegraaf, beschouwde PowNed als een paard van Troje dat het archaïsche omroepbestel van binnenuit moest opblazen.
Daar kwam Ongehoord Nederland in 2021 nog bij. Daarmee heeft ook radicaal-rechts nu zijn eigen omroep. De belangrijkste initiatiefnemer is de journalist Arnold Karskens, die naam maakte als een oorlogsverslaggever en allengs preekbuis werd van radicaal-rechts. Tussen 2017 en 2019 hield hij een Zwartboek NOS Journaal bij, waarin hij voorbeelden verzamelde van vermeende misinformatie. Die kwamen vaak terug in de tirades die oud-mediawoordvoerder Martin Bosma (PVV) hield tegen het „nepnieuws”, de „anti-blankenquota’s”, en de „klimaatpropaganda” van „NPO66”. 50.000 handtekeningen volstonden om die systeemkritiek toe te laten tot de publieke omroep.
Ongehoord Nederland test voortdurend de grenzen van het bestel en slaagt er zo in ophef te veroorzaken. De NPO vond vorig jaar geen medestand bij staatssecretaris Uslu (Media, D66), na het verzoek om ON uit het bestel te nemen wegens geconstateerde tekortkomingen in de journalistieke kwaliteit en samenwerkingsopdracht.
Energie aan de rechterkant
Al die nieuwe rechtse omroepen profiteerden dus van het open bestel, waarin de pluriformiteit van buitenaf moet komen. Dat is nu eenmaal hoe het bestel is ingericht. Geheel volgens het patroon van ‘schikken en plooien’ door de regenten, waarin de politicoloog Hans Daalder een typisch Nederlandse vorm van besturen zag. Dit gebeurde ook in jaren zestig, toen de politieke revolte zich voltrok op de linkerflank. In lijn met de tijdgeest traden nieuwe omroepen toe tot het bestel, zoals de voormalige piratenzender Veronica. Nu zit de energie vooral aan de rechterkant van het politieke spectrum.
Het duurde enkele jaren voordat de nieuwe rechtse omroepen hun stempel wisten te drukken, maar hun toetreding heeft ontegenzeggelijk gevolgen gehad voor de programmering. PowNed wist zijn belofte van spraakmakende tv nooit helemaal waar te maken. WNL eiste daarentegen een belangrijkere rol op in het publieke debat. Eerst met het ochtendprogramma Goedemorgen Nederland, en later met het praatprogramma Op1 in de late avond, een samenwerking met andere omroepen. Alleen het tijdslot in de vroege avond wordt op dit moment nog gevuld door BNNVARA met Sophie & Jeroen.
De uitgesproken rechtse koers van WNL leidde tot conflicten bij Op1. Redacteuren en presentatoren botsten geregeld met WNL-baas Bert Huisjes omdat hij de politieke kleur van de gasten belangrijker vond dan hun actualiteitswaarde, zo bleek uit een recent verhaal in het AD. Peter Kee stopte mede om deze reden als politiek redacteur, en BNNVARA trok zijn handen van het programma af. „Het probleem was dat omroepdirecteuren, met name Huisjes, zich bemoeiden met de keuze van gasten”, zegt Kee, die nu werkt voor Sophie & Jeroen. „Dan werd een linkse gast geweigerd omdat die niet paste bij de kleur van de omroep. Die omroepprofilering maakte Op1 journalistiek minder sterk en de redactie en presentatoren geregeld tot marionetten van de baasjes.” Huisjes, die intussen is teruggetreden na klachten over zijn leiderschap, zei in het AD dat hij als „hoofdredacteur de redactionele koers te bewaken” had, maar dat dit „vroeger meer dan nu” speelde.
Desondanks is het beeld dat rechts heeft van de publieke omroep niet significant bijgesteld. Beeldbepalende incidenten worden daarbij gretig aangegrepen. Zoals het feit dat de vorige bestuursvoorzitter van de NPO, Shula Rijxman, direct na haar termijn wethouder werd in Amsterdam. Voor D66. En dat de NPO een VPRO-documentaire over D66-leider Sigrid Kaag uitzond, twee maanden voor de verkiezingen in 2021.
Lees ook
Wat blijft er nog over van de NPO als de formerende partijen hun drastische bezuinigingen mogen doorvoeren?
In het mediadebat donderdagochtend nam Keijzer opnieuw de NPO onder vuur. „We zien dat het de publieke omroep niet lukt om een goede weerspiegeling van de samenleving te borgen”, zei de nummer twee van BBB. „Inclusiviteit en genderneutraliteit zijn bij de NPO de eerste prioriteit, terwijl heel veel mensen buiten de Hilversumse bubbel hier geen voeling mee hebben.” Gaat het niet te ver om als politicus zo in het inhoudelijke domein te treden? „Ik heb er een mening over”, zegt zij na afloop. „Die hou ik niet voor me.” Dat wil volgens haar niet zeggen dat ze op de inhoud wil ingrijpen. Wel vindt ze dat de NPO zich moet houden aan de opdracht om alle stromingen de samenleving aan te spreken. „Want het gaat wel over een miljard euro.”