Hoe belangrijk is een diploma?

Dilemma

In de krappe arbeidsmarkt worstelen bedrijven in verschillende sectoren met langdurig openstaande vacatures. Tegelijkertijd vragen veel bedrijven in vacatures om diploma’s, bijvoorbeeld op hbo- of wo-niveau, waardoor zij een grote groep uitsluiten die mogelijk wel over de juiste vaardigheden beschikt. Moeten werkgevers de diploma-eis opzij zetten en meer naar werkervaring kijken of kunnen ze beter wachten tot de geschikte diplomahouder voorbijkomt?

Wacht niet op het schaap met de vijf poten

In de huidige arbeidsmarktsituatie hebben veel werkgevers niet meer de luxe om strikte eisen te stellen, zegt Eva Knies, hoogleraar Strategisch Human Resource Management aan de Universiteit Utrecht. „Er heerst een strijd om goede en voldoende medewerkers.” En dat brengt veranderingen met zich mee, legt Knies uit. „Uit onderzoek in de Verenigde Staten blijkt dat er sinds de coronacrisis anders naar diploma-eisen wordt gekeken: werkgevers stellen diploma’s minder centraal en kijken meer naar kennis, vaardigheden en potentieel. Wat zie je in mensen, hoe zou iemand zich nog kunnen ontwikkelen?”

Of die omslag ook in Nederland plaatsvindt, heeft Knies nog niet in onderzoek teruggezien, maar het dilemma speelt ook hier: aan de ene kant is er krapte op de arbeidsmarkt, aan de andere kant staan mensen zonder de vereiste diploma’s vaak aan de zijlijn omdat zij worden uitgesloten in sollicitatieprocedures.

Als ceo van Linden-IT, een detacheringsbedrijf met zo’n 250 vaste medewerkers die ze inzetten voor verschillende IT-projecten, ziet Gerbert Jan Valk dit dilemma dagelijks in de praktijk. „Ik zie dat mensen met een mbo-opleiding vaak worden uitgesloten in vacatures. Ze zouden er vaak wel goed passen, maar vallen af vanwege de harde diploma-eis.” Dat is zonde, zegt Valk, want het gevolg is dat bedrijven maanden wachten op een kandidaat die wel aan alle eisen voldoet, waardoor de werkdruk stijgt en het bedrijf omzet misloopt.

„Wij adviseren werkgevers daarom altijd om breder te zoeken”, zegt Valk. „Er zijn genoeg mensen die het werk kunnen doen, het heeft alleen geen zin om te wachten op het schaap met de vijf poten. In gesprekken met werkgevers proberen we uit te leggen dat een mbo’er aannemen op de korte termijn mogelijk meer tijd kost, omdat je iemand een beetje extra moet begeleiden, maar op de lange termijn tijd oplevert.”

Ook Knies adviseert werkgevers niet blind te staren op een papiertje bij sollicitatieprocedures, en daarnaast te kijken naar de inrichting van de functie. „Afstappen van de verwachting dat iemand aan alle eisen van een functie moet voldoen biedt kansen. In plaats daarvan zouden we moeten kijken wat iemand meebrengt en welke delen van de functie daar wel en niet goed bij passen. Op deze manier kun je mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt betrekken én behouden.”

Over sommige diploma’s valt niet te discussiëren

De kwaliteit van een goed ingewerkte werknemer met een mbo-opleiding doet in de praktijk niet onder voor die van een werknemer met een hbo- of wo-opleiding, zegt Valk. En ook lang niet iedereen heeft extra begeleiding nodig.

Bovendien blijven mbo’ers vaak langer verbonden aan een bedrijf, ziet Valk in de IT-sector. Dat komt volgens hem omdat deze groep over het algemeen graag wil leren en nog meer ontwikkelingsmogelijkheden heeft. „Mbo’ers zijn minder snel uitgekeken”, volgens Valk. „Er is enorme schaarste en de toekomst van de IT hangt echt niet aan diploma’s, een combinatie van leergierigheid en praktische kennis is veel belangrijker. Het vraagt alleen een stukje lef van werkgevers.”

Functies binnen het bedrijf openstellen voor een breder palet aan kandidaten en deze medewerkers opleidingen en ontwikkelingsmogelijkheden bieden, heeft volgens Knies als bijkomend voordeel dat het imago van het bedrijf verbetert. „En een goede naam als werkgever helpt weer om nieuwe mensen aan te trekken.”

Er moet overigens wel een kanttekening worden geplaatst, zegt Knies. Hoewel deze bredere blik op veel sectoren van toepassing is – de techniek is volgens Valk bijvoorbeeld bij uitstek „een vak dat je in de praktijk kunt leren” – zijn diploma’s voor sommige beroepen een vereiste waar niet over te discussiëren valt. „We willen een afgestudeerde arts aan ons bed en een gediplomeerde docent voor de klas”, zegt Knies.

„Maar ook in die sectoren kun je natuurlijk wel kijken hoe je iemand kunt helpen om een diploma te halen, zoals gebeurt bij zij-instromers in het onderwijs.”

Dus

Bedrijven kunnen in de huidige arbeidsmarkt eigenlijk niet anders dan hun eisen versoepelen en flexibeler kijken naar de manier waarop ze hun functies hebben ingericht en de kandidaten die ze daarvoor overwegen. Hoewel een kandidaat aannemen die niet aan alle vooraf gestelde voorwaarden voldoet op de korte termijn meer tijd kan kosten, levert het op de lange termijn vaak een kwalitatief goede kracht op die loyaal is aan het bedrijf en langer in dienst blijft. Dit geldt voor veel sectoren, al kunnen de diploma-eisen voor sommige beroepen (zoals arts) niet genegeerd worden.