Historicus Mark Mazower: ‘Het gelijkstellen van kritiek op Israël en antisemitisme is funest’

Waarom nóg een boek over antisemitisme, een onderwerp waar al bibliotheken vol over zijn geschreven? De Britse historicus Mark Mazower is er resoluut over. „Omdat we in grote verwarring verkeren over het woord. Het is een wapen geworden om kritiek op Israël te smoren of discussies lam te leggen.” Met name in de VS, waar de Trump-regering universiteiten die onvoldoende optraden tegen pro-Palestijnse protesten nu beschuldigt van antisemitisme en bedreigt met financiële sancties.

In Over antisemitisme. De geschiedenis van een woord onderzoekt Mazower precies en gedetailleerd de herkomst van het woord en de omgang ermee in diverse fasen van de Europese geschiedenis. In de laatste hoofdstukken keert hij zich scherp tegen de manier waarop het woord nu wordt ingezet om kritiek op Israël verdacht of zelfs onmogelijk te maken. Aangemoedigd door Israël heeft de vereenzelviging van kritiek op dat land met antisemitisme in Amerika breed ingang gevonden, bij de overheid en in aanvallen op universiteiten. Mazower maakte het van nabij mee aan zijn werkplek, de Columbia Universiteit in New York, vertelt hij in een online gesprek.

Columbia, waar hevige protesten uitbraken tegen de Gaza-oorlog, werd het mikpunt van beschuldigingen van antisemitisme. Hoe heeft dat uw boek beïnvloed?

„Het is dé reden dat ik dit boek heb geschreven. Ik wil geen commentaar geven op de huidige situatie aan de universiteit, maar met mijn boek probeer ik het publieke debat te verhelderen dat toen uitbrak en dat ons in grote verwarring heeft gebracht. Het idee dat er een enorm probleem was met antisemitisme op de campus strookte totaal niet met mijn eigen ervaringen met studenten. Dat riep de vraag op waar mensen het over denken te hebben als ze van antisemitisme spreken. Hoe komt het dat er zo’n verwarring over dit begrip is ontstaan en wat kunnen we daarvan leren? Ook onder mensen die het goed bedoelen bestaat grote onzekerheid over wat je wel en niet mag zeggen over Israël zonder het verwijt van antisemitisme te krijgen.”

U laat in het boek zien dat antisemitisme van betekenis kan veranderen al naar gelang de historische context. Maar er is toch een stabiele kern, namelijk Jodenhaat?

„Er zijn mensen die historisch onderzoek doen naar de relatie tussen hedendaags antisemitisme en, bijvoorbeeld, christelijke Jodenhaat in de Middeleeuwen. Maar wat mij interesseert in dit boek is de kwaliteit van ons publieke debat. Dan zie je opvallende verschuivingen. Toen het woord in Europa werd gemunt, in de tweede helft van de negentiende eeuw, had het een positieve klank. Mensen noemden zich antisemieten en waren er trots op. In de jaren twintig van de vorige eeuw krijgt het kortstondig een negatieve lading, maar dat veranderde weer met de opkomst van extreem-rechts. Na de Holocaust en de Tweede Wereldoorlog komen we in onze huidige wereld waarin antisemitisme wordt geassocieerd met oorlog en geweld tegen minderheden. Sinds de jaren zeventig zie je vervolgens weer een verschuiving, dan wordt het geassocieerd met kritiek op Israël, dat zelf gaat spreken van een ‘nieuw antisemitisme’.”

‘Ook onder mensen die het goed bedoelen bestaat grote onzekerheid over wat je wel en niet mag zeggen over Israël zonder het verwijt van antisemitisme te krijgen’

U ziet antisemitisme als iets dat specifieker is dan puur ‘vooroordeel tegen Joden’?

„Het woord is ontstaan als een politiek begrip. Mensen gingen zich in de late negentiende eeuw ‘antisemiet’ noemen omdat ze zich wilden verzetten tegen de emancipatie van de Europese Joden. De introductie van het begrip hangt dus nauw samen met de ontwikkeling van democratie in de moderne wereld. Je kunt het woord niet begrijpen buiten die context. Joden waren een van de groepen die door emancipatie een plaats kregen in die moderne democratie, zoals de katholieken in Engeland, of de Afrikaanse Amerikanen na de Burgeroorlog. Antisemitisme moet je zien in het licht van een bredere anti-emancipatie-beweging.”

Joden moesten buiten blijven. Daarom konden antisemieten soms tegelijk zionisten zijn: weg met de Joden uit Europa.

„Dat is een heel interessante kwestie: de relatie tussen zionisme en antisemitisme. Zionisme, aanvankelijk een minderheidspositie, komt voort uit het idee dat Jodenhaat altijd onder ons zal zijn en dat het stichten van een Joodse staat daarvoor de oplossing is. Dat zou iedereen gelukkig maken en het einde betekenen van het antisemitisme. Vervolgens zie je dat daar in de jaren zeventig en tachtig al twijfel aan ontstaat bij de eerste generatie zionisten die Israël opbouwde en die nog een levende herinnering heeft aan het nazisme. Zij merken dat de stichting van Israël niet het einde inluidde van antisemitisme. Dat was vanaf het begin de antizionistische kritiek geweest: een Joodse staat zou antisemitisme niet beëindigen, het zou daar alleen maar een nieuwe basis creëren voor vijandschap.”

Dus Theodor Herzl had toch gelijk: ze zullen ons nooit met rust laten.

„Is antisemitisme te verslaan? Ook dat hangt ervan af wat je eronder verstaat. Je moet allereerst een verschil maken tussen etnische vooroordelen en bewegingen met een politiek programma, zoals dat van antisemieten in de negentiende eeuw of later. Is het mogelijk om een beweging te verslaan die Joden democratische rechten wil ontzeggen, of die vrouwen of zwarte mensen wil uitsluiten? Ja, dat is mogelijk. Dat hebben we in de recente geschiedenis laten zien, in Europa en de VS.

„Met vooroordelen ligt het anders, die hebben diepe wortels en daar moet je misschien mee leren leven of ze zoveel mogelijk binnen de perken zien te houden. Daar hebben we wetten voor. Maar waarom zou je één vooroordeel tegengaan los van de andere? Wil je antisemitisme als zodanig bestrijden, of als onderdeel van een grotere strijd tegen etnische stigmatisering en uitsluiting? Het lijkt erop dat die laatste benadering werkt, omdat mensen die een afkeer hebben van Joden meestal ook andere vooroordelen koesteren. Je moet dat onderscheiden van politieke strijd zoals die voor de rechten van Palestijnen. Ga je mensen die daarvoor de straat opgaan antisemieten noemen? Helaas is dat de situatie waarin we nu zitten.”

Op links wordt Israël gezien als een ‘koloniaal en genocidaal project’. Bestaat er een ‘nieuw antisemitisme’, zoals Israël zegt?

„Daar is geen simpel antwoord op. Veel hangt af van de aard of toonzetting van de discussie. Genocide en vestigingskolonialisme zijn nuttige begrippen die we zouden moeten gebruiken voor een echt debat, maar niet om uit te maken aan welke kant iemand staat. Hetzelfde geldt voor een term als apartheid; er zijn overeenkomsten tussen Israël en Zuid-Afrika én verschillen. Wat betreft het ‘nieuwe antisemitisme’ vind ik het funest wat nu in Amerika gebeurt: het gelijkstellen van antizionisme met antisemitisme, omdat je zo legitieme domeinen van politiek protest en meningsverschil afsluit. Zelf heb ik bij het tentenkamp op Columbia behoorlijk wat antizionisme gezien, maar in mijn ogen niets dat antisemitisch was. Het kan er zijn geweest, dat zou kunnen, maar veel anti-zionisten zijn zich terdege bewust van het verschil. Het probleem is dat aanhangers van Israël het verschil simpelweg ontkennen.”

U bekritiseert de invloedrijke definitie van antisemitisme van de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA), die ook sommige kritiek op Israël antisemitisch noemt. Harvard heeft die definitie overgenomen, ook in een rapport van een ‘taskforce’ tegen antisemitisme op de campus.

„De IHRA-definitie heeft veel schade aangericht en de meeste onderzoekers slaan die niet hoog aan. Wat de taskforce betreft: hun rapport is, net als de beslissing om de IHRA-definitie over te nemen, niet gestoeld op wetenschappelijk onderzoek. Ik heb veel respect voor een aantal leden van die Harvard-taskforce, maar hun methode is gemankeerd: ze hebben opinies verzameld van studenten, maar geen eigen feitelijk onderzoek gedaan. Dat versterkt mijn vraag: waar hebben we het nu eigenlijk over? Sommige studenten hebben geleden onder wat ik herken als antisemitisme, maar veel andere hebben simpelweg ongemak ervaren en melden dat ze onheus worden behandeld of worden uitgesloten. Dat is onprettig en het zou aan een universiteit niet moeten gebeuren, maar het is nog geen antisemitisme. Dat onderscheid doet ertoe als je een ruimte wil bewaren voor publiek debat.”

Waar ziet u dan daadwerkelijk antisemitisme?

„In de eerste plaats waar het altijd is geweest: bij extreem-rechts. Dat is een paraplu-term, maar er loopt een rode draad van antisemitisch complotdenken door die groepen, ook al verdedigen ze nu Israël. Traditioneel antisemitische politieke bewegingen in Europa keren zich nu tegen immigratie en moslims en verdedigen Israël als een bastion tegen de islam. Dat wil niet zeggen dat ze niet langer antisemitisch zijn. Daarnaast is het duidelijk dat anti-Joods complotdenken elders ingang heeft gevonden, denk aan de verspreiding van de Protocollen van de wijzen van Zion in de Arabische wereld.”

U ziet geen antisemitisme in de Arabische wereld vóór de stichting van Israël?

„Antisemitisme was een relatief nieuwe, politieke term uit de Europese negentiende eeuw. De situatie in het Midden-Oosten en het Ottomaanse rijk was destijds heel anders. Natuurlijk waren er vooroordelen over Joden – er leefden vooroordelen aan alle kanten – maar die samenlevingen bevonden zich niet in een proces van politieke emancipatie zoals de Europese. Dat maakt veel verschil. Het is heel interessant dat vroege zionisten zich doorgaans geen illusies maakten hoe ze zouden worden onthaald door de Arabische bevolking. Maar ze schreven die vijandigheid niet toe aan antisemitisme, ze vonden die begrijpelijk omdat het ging om het bezit van het land, om een politiek conflict.”

Hamas beroept zich in zijn oorspronkelijke Handvest op de Koran en op Duitse antisemitische propaganda over Joden als oorzaak van de Eerste Wereldoorlog.

„Dat is waar, maar de vraag is of de woede van veel mensen in de Arabische wereld over Israël voortkomt uit antisemitisme, als een etnisch vooroordeel, of uit het gevoel dat nieuwkomers hun land hebben ingenomen. Ik heb het vermoeden dat veel van de woede in feite neerkomt op strijd om land.”

Intussen raken woorden juist steeds meer beladen – zoals genocide.

„Tegen mensen zeggen dat ze een woord niet mogen gebruiken lijkt me de verkeerde weg. Je moet er een discussie over kunnen hebben, zoals over alles. De Turkse regering lobbyt tegen de ‘Armeense genocide’. Maar zou het dan minder erg zijn als we spreken van ‘de massamoord’ op de Armeniërs? Is het dan oké? Zijn we de moraal echt zo uit het oog verloren dat we ons alleen nog maar druk maken om de juridische implicaties van het woord?

„Uiteindelijk hebben we alleen woorden. Wat nu gebeurt is dat woorden als wapens worden gebruikt, Je idioom bepaalt aan welke kant je staat. Maar als je woorden op die manier gebruikt, kun je geen zinnige discussie hebben. Ik wil het gesprek juist weer op gang brengen.”


Lees ook

De diepe wortels van het antisemitisme

Verdrijving van de joden door Ferdinand en Isabella, koning en koningin van Spanje, 1492 Beeld Getty Images

Om pessimistisch af te sluiten: alle partijen hebben nu zoveel geïnvesteerd in hun woorden dat de serieuze discussie die u voorstaat ver weg lijkt, Ziet u dat nog goed komen?

„Je kunt misschien proberen mensen bewust te maken van de implicaties van hun woorden. Mijn ervaring is dat lesgeven en leren van elkaar heel moeilijk wordt zodra woorden wapens worden. In die situatie zitten we nu. Er komt een moment dat je je dan oprecht zorgen moet gaan maken over het onderwijs, over onze mogelijkheid om te leren. De inzet is hoog. Het gaat niet alleen om wat je vindt van Israël of antisemitisme, maar ook om: willen we nog leren? In staat zijn om te onderwijzen? Mensen stimuleren om zelf na te denken? Daar gaat het om.”