N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Katja Hoyer In haar overzichtsgeschiedenis van Oost-Duitsland geeft ze een geheel nieuw beeld van dat land door ook het leven van gewone mensen te beschrijven. ‘Ik wilde het verleden depolitiseren en meer in balans brengen.’
Volgens Katja Hoyer ging het er in de DDR absoluut niet aan toe zoals in Das Leben der anderen. „Dat was een typische West-Duitse productie”, zegt ze lachend over die speelfilm, waarin de Stasi het leven van twee geliefden verwoest. „Mijn eigen vader zat bij de Oost-Duitse luchtmacht en werd permanent door de Stasi in de gaten gehouden. Ook moest hij zich regelmatig melden om te horen wat zijn schoonouders, die naar het Westen waren gevlucht, daar nu weer hadden gedaan. Als ik hem naar die tijd vroeg, dan haalde hij altijd zijn schouders op. Het was nu eenmaal zo, zei hij. Iedereen vond het doodgewoon.”
Ik spreek Hoyer op het Goethe Instituut in Amsterdam over haar boek Achter de Muur. Oost-Duitsland 1949-1990. Het is een sprankelende geschiedenis, waarin aan de hand van de levens van gewone Duitsers wordt afgerekend met het heersende beeld van de DDR.
Zo behandelt Ho-yer behalve het repressieve systeem ook de uitgebreide sociale zorg, de voorbeeldige vrouwenemancipatie en het gelijkheidsstreven in de communistische staat. Alsof ze de DDR daarmee enigszins wil rehabiliteren.
Wat was uw aanvankelijke doel toen u aan dit boek begon?
„Ik wilde een overzichtsgeschiedenis schrijven. Tot mijn verbazing bestond die niet. Wel was er veel over bepaalde aspecten van dat land geschreven. Over de Stasi bijvoorbeeld, of over de Muur en de rol van de vrouw.
„Als in Duitsland over de DDR geschreven wordt, gaat het alleen over de politiek. Ze hebben het bijvoorbeeld nooit over het grote aantal werkende vrouwen zonder op te merken dat zo’n ontwikkeling in een dictatuur plaatsvond. Ik wilde dat verleden depolitiseren en met een gebalanceerder beeld komen waarin plaats is voor zowel de lelijke als de goede eigenschappen van de DDR.”
Kreeg u al die gewone Oost-Duitsers gemakkelijk aan de praat?
„Aanvankelijk wilden ze hun verhaal niet aan me kwijt, omdat ze meenden dat het toch niemand interesseerde. Ook waren ze bang dat ik het in een context zou plaatsen die afweek van hun eigen beleving.
„Het mooie aan de geschiedenis van de DDR is dat de meeste ooggetuigen nog leven. Zo kon ik op zoek gaan naar een fabrieksarbeider of iemand die zich de bouw van de Muur herinnerde. Een bijkomend voordeel was dat ik zelf uit Oost-Duitsland kom en vrienden, buren en familie om hulp kon vragen. Daarnaast heb ik getuigenissen gebruikt van mensen die al dood zijn. Die komen uit dagboeken of Stasi-dossiers.
„De Stasi heeft alles uitvoerig gedocumenteerd. Zo baseerde ik me in het geval van pastor Brüsewitz, die zich in 1976 voor de St. Michaëlskerk in het industriestadje Zeitz uit protest tegen het regime in brand had gestoken, op uitgebreid onderzoek van die geheime dienst. Zo kwam ik te weten hoe bang ze in die dagen waren voor onrust in de samenleving.”
Uit uw boek blijkt dat de Oost-Duitse leiders fanatieke communisten waren. Waardoor kwam dat?
„Van de 8.000 Duitse communisten, die in 1933 in Moskou een veilig heenkomen hadden gevonden, resteerde in 1945 nog maar een klein groepje. Tijdens de Stalinterreur hadden ze anderen verraden om te overleven. Van de negen leden van het politbureau van de Kommunistische Partei Deutschlands (KPD) die in de jaren dertig naar Moskou waren gevlucht, leefden er in 1945 nog twee: Walter Ulbricht en Wilhelm Pieck. Zij keerden naar Duitsland terug om er het communisme op te bouwen.”
U heeft onder meer ontdekt dat partijleider Ulbricht, tot zijn afzetting in 1971 de belangrijkste man in de DDR, in Moskou ook zo’n verrader was.
„Soms deed hij dat zelfs om kleinigheden. Zo vond ik een document van een Tsjechische vrouw die tijdens de Stalinterreur haar man verloren had en zich openlijk afvroeg waarom ze naar de Sovjet-Unie was gevlucht. Ulbricht heeft haar toen aangegeven, omdat hij wilde bewijzen geen ‘roodgelakte fascist’ te zijn. Anderzijds heeft hij ook twee van fascisme verdachte vrouwen gered door een brief aan Stalin te schrijven. Vergeet niet dat de leer van het communisme gebiedt om regelmatig zuiveringen in eigen gelederen te houden. Dat gebeurde ook in de Weimarrepubliek.”
U schrijft dat Stalin na 1945 van Oost-Duitsland geen vazalstaat wilde maken. Hoe zat dat?
„Stalin wilde vooral een herenigd, neutraal Duitsland. Ik neem zijn nota uit 1952, waarin hij de geallieerden voorstelde om de beide Duitslanden samen te voegen, dan ook serieus, al doen andere historici dat niet.”
Volgens u speelden vooral pragmatische redenen een rol bij die wens.
„Het door de Sovjet-Unie bezette deel van Duitsland lag niet in het Roergebied met zijn ijzererts en kolen. Voor herstelbetalingen moest Stalin genoegen nemen met de arme zandgronden van Brandenburg. Ook vreesde hij dat West-Duitsland, dat zich onder bondskanselier Adenauer bij het Westen had aangesloten, op korte termijn lid van de NAVO zou worden.
„Uit pragmatisch oogpunt was een herenigd, neutraal en gedemilitariseerd Duitsland daarom gunstiger, omdat de Sovjet-Unie dan wel grondstoffen uit het Roergebied zou kunnen krijgen.”
Ondanks dat arme Brandenburg heeft Stalin Oost-Duitsland behoorlijk leeggezogen.
„Eenderde van de Oost-Duitse fabrieken werd naar de Sovjet-Unie overgebracht. Maar toen bleek dat daar geen vakbekwame arbeiders waren om die machines te bedienen hebben ze het daarbij gelaten. Van de industriële productie van Oost-Duitsland namen de Russen bijna 60 procent in beslag.”
U heeft het ook over de deportatie, van 2.000 Duitse specialisten naar de Sovjet-Unie in 1946. Wie waren dat?
„Ingenieurs, fysici, chemici en andere wetenschappers. Er werd ’s nachts bij hen op de deur geklopt. Ze kregen toen te horen dat ze hun biezen moesten pakken. Ook mochten ze kiezen wie ze meenamen, hun vrouw of hun maîtresse. Daarna zaten ze tussen de vijf en de tien jaar op een eilandje in de buurt van Moskou, waar ze goed werden behandeld. De Sovjet-atoombom uit 1949 is mede door hen ontwikkeld.
„Toen ze eenmaal terug naar huis mochten, moesten ze beloven niet over te lopen en in Oost-Duitsland te blijven. Maar de grenzen waren in die dagen nog open en de meesten vertrokken naar het Westen, waar ze getuigenissen hebben afgelegd over hun ervaringen.”
Hoeveel Oost-Duitse burgers zijn er naar het Westen gevlucht?
„Tot aan de bouw van de Muur waren dat er 2,1 miljoen. Het was een catastrofe, want er zaten ook artsen en ingenieurs bij, die de DDR hard nodig had. Zo heb ik van menigeen gehoord dat er in hun stad of dorp ineens geen dokter meer was. Iedereen was daarom blij toen in 1961 de Muur werd gebouwd. Vluchten was daarna illegaal en bovendien levensgevaarlijk. Je hoort altijd over die spectaculaire ontsnappingen per heteluchtballon of door tunnels, maar dat zijn uitzonderingen. In werkelijkheid dachten velen: we blijven hier en proberen ons zo goed mogelijk in de nieuwe situatie te schikken.”
Na de arbeidersopstand van 1953, begon het DDR-regime behalve met de bouw van een grens tussen de twee Duitslanden ook met de militarisering van de samenleving. Hoe ging dat in zijn werk?
„De DDR-leiding wilde in geval van nood iedereen kunnen oproepen. Daarom werden de paramilitaire Kampfgruppen der Arbeiterklasse opgericht. Lange tijd werd beweerd dat je daarbij ging omdat je dan een bonus kreeg. Maar in werkelijkheid werden de meesten lid omdat de samenleving onder Hitler ook al gemilitariseerd was. Aan de andere kant had zo’n strijdgroep iets avontuurlijks. Na afloop van je dagelijkse werk kon je dan lekker in de modder rollen, granaten werpen en een uniform aantrekken.”
Dat klinkt naar nostalgie naar het nationaalsocialisme?
„Dat is waar. In 1945 had je van de ene dag op de andere geen nieuwe samenleving. In Duitsland woonden tenslotte nog altijd dezelfde mensen. De jongeren hadden allen bij de Hitlerjugend gezeten. Zij kenden vaak geen ander Duitsland dan dat van de nazi’s en zochten daarom hun toevlucht bij die strijdgroepen. Niet voor niets luidde de kritiek dat in de DDR de bruine armbanden waren vervangen door de blauwe [van de SED, de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands, red.]. De FDJ [Freie Deutsche Jugend, de Oost-Duitse jeugdbeweging, red.] was een kopie van de Hitlerjugend, maar dan met andere gebaren.”
U schrijft dat de FDJ in de loop der jaren minder militaristisch werd. Waarom gebeurde dat?
„Omdat er anders niemand meer lid van wilde worden. Om dat te voorkomen zijn ze concerten en culturele manifestaties gaan organiseren. Veel ex-FDJ’ers vertelden me een leuke tijd te hebben gehad. Angela Merkel zat ook bij de FDJ en organiseerde er concerten.
„Aan zo’n ontwikkeling merkte je dat de samenleving geleidelijk aan veranderde. De FDJ werd van een kopie van de Hitlerjugend een culturele organisatie.”
Tegelijkertijd wilden de DDR-burgers ook meer consumptiegoederen. Die vraag was toch bepalend voor de protestbeweging die in de loop van de jaren tachtig opkwam?
„Ulbricht wilde na 1945 een communistische, klassenloze samenleving, waar weliswaar geen absolute armoede bestond, maar waar ook geen consumptiegoederen en luxe-artikelen te krijgen waren. Zijn opvolger Honecker, die in 1971 aan de macht kwam, vreesde dat dit systeem onhoudbaar was. Ook omdat de meeste Oost-Duitsers familieleden in West-Duitsland hadden, die wel over een televisietoestel en jeans beschikten.
„Maar toen Honecker eenmaal met die consumptiepolitiek voor de bovenste lagen van de samenleving was begonnen, bleek die niet te financieren voor de onderste lagen. En daardoor is de DDR bankroet gegaan.”
U schrijft dat de meeste Oost-Duitsers na de bouw van de Muur helemaal niet zo ongelukkig waren als altijd werd gedacht.
„Dat komt doordat de machthebbers vonden dat nu ze iedereen opgesloten hadden ze ook iets te bieden moesten hebben. Ze verhoogden daarom de levensstandaard en bouwden op grote schaal nieuwe woningen. Vanaf 1965 ervoeren veel Oost-Duitsers dat als een vooruitgang.
„In Berlijn verscheen op de Alexanderplatz de televisietoren, waarin de nieuwste technieken waren verwerkt. Iemand vertelde me hoe hij met een jeugddelegatie werd uitgenodigd voor een bezoek aan die toren en hij zijn ogen uitkeek toen hij met de lift naar boven ging en op het draaiende bezoekersplatform kwam.”
Waren ze na 1961 dan zo trots op hun prestaties?
„Velen hadden in de loop van de jaren zeventig zelfs het gevoel een kleine voorsprong op het Westen te hebben bereikt. Het is dus absoluut niet zo dat de Oost-Duitsers in de dertig jaar na de bouw van de Muur vooral met de armen over elkaar hebben zitten wachten tot die viel.”
Waarom ging het dan toch mis?
„De neergang begon toen de westerse banken de Oost-Europese staten begin jaren tachtig geen geld meer wilden te lenen, omdat die praktisch failliet waren. De DDR kon toen alleen nog bij de West-Duitsers lenen. Maar doordat het land eindeloos lang rente moest betalen, belandde het steeds dieper in de problemen, waardoor stagnatie optrad.
„Ook was er in de voorgaande decennia veel sociale mobiliteit geweest, waardoor arbeiders in leidende posities waren beland. Maar ondanks die sociale vooruitgang bestond de regering nog altijd uit dezelfde oorlogsgeneratie van mannen als Ulbricht, Honecker en Stasi-chef Mielke. Zulke dinosauriërs hadden geen oog voor de zorgen van de bevolking.
„Als ze op tijd jongere mensen in hun gelederen hadden opgenomen, dan hadden ze misschien nog hervormingen kunnen doorvoeren. Maar in plaats daarvan was de DDR-regering onbuigzaam en stak ze liever de vingers in de oren en keek ze weg. Die frustratie hoopte zich in de loop van de jaren tachtig op, totdat in 1989 de boel ontplofte.”