Hij vond het gewoon een stiekeme relatie, zij vond hem evil

„We hadden een soort van stiekeme relatie”, zegt Johan A. (41). Hij haalt zijn schouders op. „Ik weet niet, we hielden het gewoon binnenshuis.” Oud-beveiliger Johan, zwart mutsje, witte trui, staat in de rechtbank in Alkmaar terecht voor ontucht met een meisje tussen 2018 en 2020. Hij zag haar voor het eerst in 2018, toen ze veertien was en hij halverwege de dertig. Er was „een LAN-party” bij hem thuis. Een groepje jonge mensen zat aan een grote tafel, ieder aan een eigen computer, om samen te gamen. A.’s tienerdochter was er ook bij. In de rechtbank wordt niet helemaal duidelijk hoe het slachtoffer daar terechtkwam, maar wel dat de mensen uit de groep elkaar kenden via Discord, een online platform.

Volgens het slachtoffer misbruikte A. haar voor het eerst op die LAN-party, en daarna nog veel vaker op verschillende manieren: anaal, vaginaal, oraal. „Ik zat op de computer en hij zat naast mij”, zei ze daarover in een verklaring die door de voorzitter in de rechtbank wordt besproken. „Zijn been tegen mij aan. Dan pakt hij mijn gezicht vast en begint te zoenen.” Later die avond, zegt ze in een verklaring, is er voor het eerst seks geweest. „Hij voelde voor mij als een gevaarlijk, evil mens, waarmee ik niet moest messen.”

Al het lichamelijke contact was ongewenst, zei het slachtoffer in de verhoren. Door haar hoofd ging op dat moment wat ze zou kunnen doen om zichzelf te beschermen. „Ik had misschien kunnen aanvallen of wegrennen. Maar dat deed ik niet, want ik dacht dat ik het toch niet zou winnen.” Daarom bevroor ze naar eigen zeggen.

Geen antwoord

Als de voorzitter is uitgepraat, kijkt ze A. aan. „U lacht een beetje. Waarom is dat?”

„Die woorden, over dat bevriezen, heeft ze van mijn dochter overgenomen. Die is bij Slachtofferhulp geweest omdat ze zelf slachtoffer is geweest van een zedendelict.”

Johan A. zelf zegt dat de „stiekeme relatie” begon in 2020, toen het slachtoffer zestien was – op die leeftijd zou het geen ontucht meer zijn. Hij zegt dat hij het in die tijd „een aantal keer met haar heeft gedaan”, en dat het initiatief altijd van beide kanten kwam.

Waarom was jullie relatie eigenlijk stiekem, wil de voorzitter van de rechtbank ook weten. A. haalt zijn schouders op. „I don’t know. Ik vond het moeilijk om mijn dochter ermee te confronteren, denk ik. Die was maar iets jonger. De relatie was naar mijn mening gewoon niet gezond.”

„Zij was minderjarig”, zegt de voorzitter. „Was dat ook een reden om het stiekem te doen?”

A.: „Zou kunnen. Maar ik kan het niet met zekerheid zeggen.”

Waarom kunt u niet met zekerheid zeggen wat er in uw hoofd omging, vraagt de voorzitter hem, maar hij antwoordt niet.

Het slachtoffer maakt gebruik van haar spreekrecht. Ze heeft al die tijd naast haar advocaat gezeten, geregeld legde ze haar hoofd op de tafel. Ze houdt de hand van haar vriend, die een rij achter haar zit, vast. „Ik voel me alsof ik in een hel zit, in een grafkist die dichtzit en waar ik niet uit kan komen. Uiteindelijk is er een lichtje gekomen en een ladder uit die put. Elke dag ga ik met steun een treetje omhoog.”

over Johan A. Slachtoffer Ik dacht dat ik het toch niet van hem zou winnen

De vraag die tijdens de zitting ook speelt, is of het slachtoffer de „stiekeme relatie” zelf wilde. Volgens de advocaat van de verdachte blijkt uit allerlei WhatsApp-berichten uit 2020 dat zij ook veel initiatief toonde. Maar die berichten zitten niet in het dossier. De politie in België, waar de zaak eerst in behandeling was omdat ze daar verbleef, vroeg het slachtoffer om zelf een bestand van haar berichten in te leveren, en 2020 leverde ze niet aan.

De officier van justitie benadrukte eerder al dat ook als het slachtoffer het initiatief had genomen, „ de volwassene de verantwoordelijkheid had moeten nemen”. Zelfs als ze seksueel wervend gedrag had vertoond, had verdachte beter moeten weten, vindt ze. „Zulk gedrag komt voor bij mensen die zoals dit meisje eerder slachtoffer zijn geweest van seksueel geweld.” En vanwege zijn dochter had A. ervaring met dit onderwerp.

De rechtbank acht A. schuldig. De verdachte heeft vlak voor Kerst de uitspraak gehoord: een gevangenisstraf van dertig maanden, waarvan negen maanden voorwaardelijk.



Delen