Hij duwde, zij mocht aangifte niet intrekken

De zitting De dag begon nog goed, maar bij het zwembad krijgen verdachte Eroll en zijn vriendin ruzie.

De Zitting

De zaak gaat „in zekere zin” ook over u, zegt de politierechter tegen de vrouw die de rechtszaal in Almere binnenloopt. Ze knikt, zwijgt, en gaat op de publieke tribune zitten in de verder lege zaal. Ze slaat haar benen over elkaar.

Ze is de vriendin van de verdachte, Errol (44). „Het gaat over schoppen en duwen”, zegt de rechter tegen hem. Errol – grijze spijkerbroek met gefabriceerde chloorvlekken en een zwart overhemd met dunne witte streepjes – schuift wat naar voren op zijn stoel maar zegt niets. Hij wordt ervan verdacht dat hij zijn vriendin heeft mishandeld. Errol zou haar hebben geduwd en geschopt, zij zou zijn gevallen en haar polsen hebben gekneusd of gebroken.

„Ervoor was het nog een prima dag”, probeert de rechter. „Met een barbecue en vol familie.” Maar later, bij het zwembad, ging het mis. Errol en zijn vriendin kregen ruzie over de slaapplaats van zijn dochter. Tenminste, dat is de directe aanleiding, zegt de rechter, „misschien dat er meer op de achtergrond speelde”. Tegen de politie vertelde zijn vriendin dat Errol haar „als het ware” tegen de zwembandrand zette en achterover duwde. Er zijn geen camerabeelden van maar er zijn door de politie wel waterspetters langs het zwembad gezien.

„We hebben een fikse ruzie gehad”, zegt Errol voorzichtig tegen de rechter. „Met geschreeuw. Als je ruzie maakt, is het niet zo prettig natuurlijk. Het was een vervelende dag, waar ik veel spijt van heb.”

Na de ruzie bij het zwembad wil hij „zo snel mogelijk weg”, zegt hij. Hij gaat naar boven om zijn dochter en spullen te halen. „Ik voelde dat het misging.” Zijn vriendin is ook boven, om zichzelf af te drogen. Ze komen er weer tegenover elkaar te staan. Tegen de politie vertelde ze later dat hij haar daar schopte, en dat ze naar achteren viel, op haar handen. In de keuken doet hij dat nog eens.

„Ik heb haar niet geschopt”, zegt Errol tegen de rechter. Maar de politie noteerde dat er een „grote gekleurde plek” op haar been zat, werpt de rechter tegen. „Enig idee hoe die daar terechtkwam?” Errol: „Geen idee, ik heb het niet gezien.”

De rechter vat zijn woorden samen: „Er was ruzie. U heeft haar tot twee keer toe geduwd. Maar u zegt dat u haar niet geschopt heeft.” Of haar polsen nu gekneusd of gebroken waren, wordt uit het dossier niet duidelijk. Medische informatie ontbreekt. Wel zit er een brief van de vriendin in het dossier. Ze schrijft dat ze haar aangifte wilde intrekken maar dat het niet meer kon. En dat ze „met elkaar bezig zijn” om een „goed gezin te vormen”, onder begeleiding van hulpverleners.

„Hoe gaat het momenteel tussen u”, vraagt de rechter aan Errol.

„We werken eraan. We proberen dit achter ons te laten.” Binnenkort beginnen ze samen met relatietherapie.

„Als twee mensen met elkaar doorgaan”, zegt de officier van justitie, „is het belangrijk dat een rechter kijkt naar wat er is gebeurd.” Zeker bij huiselijk geweldzaken, „óók al vindt het slachtoffer dat het niet meer nodig is”. Ze zegt dat de verhalen over de avond „uiteen” lopen, maar acht het schoppen en het duwen bewezen. Ze eist zestig uur taakstraf, waarvan dertig voorwaardelijk, „als stok achter de deur”.

Het is de rechter „niet duidelijk” of de blauwe plek wel een „direct gevolg” van schoppen is. Hij veroordeelt Errol voor eenvoudige mishandeling. En omdat het om huiselijk geweld gaat, „komen we in de sfeer van een taakstraf terecht”, zegt hij. „Maar gezien de brief van mevrouw denk ik dat het niet veel toevoegt om u te laten werken.” Errol krijgt twintig uur taakstraf, volledig voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Als bijzondere voorwaarden krijgt hij een meldplicht en moet hij een behandeling volgen – dat was ook wat de reclassering adviseerde.

„Soms denk ik dat een aangever onder druk wordt gezet om een aangifte in te trekken”, zegt de rechter. „Maar dat idee heb ik hier niet.”

Hij begrijpt het ook wel, zegt Errol opgelucht na de uitspraak, „dat de zaak werd doorgezet”.