Hiermee haal je zó de galblaas uit het leverbed

Het instrument Ooit spraken chirurgen van ‘opereren met stokjes’. Arts Emma Bruns zegt: de laparoscopische chirurgie is een revolutie in de heelkunde. Aflevering 2: Het haakje, waarmee je superselectief kunt opereren.


Illustratie Roland Blokhuizen

Als je de gemiddelde chirurg vraagt wat hij beschouwt als de grootste ontwikkeling in zijn vak van de afgelopen decennia, zegt hij steevast: de laparoscopische chirurgie. Afgeleid van de Griekse woorden lapara (lende of het zachte deel van het lichaam tussen ribben en heupen) en skopein (kijken of observeren) is het de techniek die in de volksmond ook wel de kijkoperatie genoemd wordt.

Al met al is het ook zeer vernuftig bedacht. Je maakt een gaatje in de buik waar je een buisje (trocar genoemd) plaatst en daar een staafvormige camera met een lichtbundel doorheen steekt. Vervolgens wordt er via het buisje CO2 in de buik geblazen zodat deze de vorm krijgt van een tennishal. Het is fenomenaal wat een uitzicht je hebt over alle buikorganen zonder dat je de buik helemaal open moet snijden.

Extra incisies

Om vervolgens iemand te kunnen opereren aan zijn ontstoken appendix, galblaas of darmkanker maak je nog een paar extra incisies van zo’n 5mm om je instrumenten doorheen te kunnen plaatsen en te gebruiken. Sinds de Duitse chirurg George Kelling (1866-1945) deze procedure voor het eerst uitprobeerde op zijn hond, is er veel veranderd.

Voor wie benieuwd is, online staan duizenden filmpjes uit de hele wereld, geheel met bijpassende stemmige muziek, hakkelend commentaar of de professoren zelf die vol trots hun eigen werk becommentariëren.

En zo zijn er honderden technieken ontwikkeld op dit gebied en vanzelfsprekend vele soorten instrumenten. Toch zijn er een paar die zo goed zijn, dat ze eigenlijk nauwelijks zijn veranderd en bijna door elke chirurg erg gewaardeerd worden. Zo ook: het haakje.

Zeker in handen van een ervaren laparoscopisch chirurg is het haakje een prachtig instrument

We werken tijdens een operatie, ook niet-laparoscopische, vaak met diathermie. Deze techniek, ook bedacht door een Duitse arts (Karl Franz Nagelschmidt) begin 1900, genereert hitte door middel van elektromagnetische straling waarmee je weefsel kan doorsnijden of kleine bloedvaatjes kan dichtschroeien. Het haakje is een staafvormig instrument met, zoals de naam al doet vermoeden, aan het uiteinde een metalen haakje van ongeveer een halve centimeter. In de endoscopy superstore (was ik ook nooit geweest) is de goedkoopste zo’n tweehonderd dollar.

Maar zeker in handen van een ervaren laparoscopisch chirurg is het haakje een prachtig instrument. Je kan er superselectief een dun laagje buikvlies mee openen of precies in het goede vlak de galblaas uit zijn hol in het leverbed halen. Een feest om mee te werken en om naar te kijken.

De laparoscopie, en dus ook het haakje, zijn nu niet meer weg te denken uit onze dagelijkse praktijk maar ze staan voor een heuse revolutie binnen de heelkunde. Een generatie van jonge chirurgen die de ouderen moest overtuigen dat je ‘met die stokjes in de buik’ minstens net zo goed zou kunnen opereren. Dat was nog eens een ‘kijkoperatie’.