Hevige bosbranden in Griekenland zijn geen onvermijdelijk natuurfenomeen. ‘Er is veel meer aan de hand dan klimaatverandering’

Toen het vuur van alle kanten op hem afkwam, richtte Priamos Parisinos zijn blik op de hemel. Gloeiende sintels verspreidden zich over het kurkdroge veld. Ze hadden zich laten verrassen, de boswachters en brandweerlui met wie hij had geprobeerd de brand te doven. Hun redding kon alleen nog van boven komen, dacht Parisinos toen. Van het blusvliegtuig dat daar rondcirkelde.

De brandweerman naast hem schreeuwde in zijn telefoon: „Geef ons al je water!” Maar dat kregen ze niet, het vuur om hen heen bedreigde nu ook het volgende dorp, met vijfduizend inwoners, en de piloot vloog door. Ze moesten zelf maar een weg vinden door de vlammen, een groepje van twintig, gewapend met wat stokken om het vuur uit te slaan.

Hij kan het navertellen, net als de rest. Lachen zelfs, als hij het filmpje laat zien dat hij opnam in de vuurzee, denkend dat ze het niet zouden overleven. Hij kende het gevaar van de natuurbranden al, als boswachter in de heuvels ten westen van Athene. De snelheid ervan, het verrassingseffect. Op die zomerdag in Vilia in 2021 heeft hij het met eigen ogen kunnen zien.


Zoom in

Zoom in

Brandweerlieden en vrijwilligers proberen op 18 augustus 2021 een brand te blussen in het Griekse dorp Vilia.

Foto Angelos Tzortzinis / AFP

Nu staat Priamos Parisinos in zijn bloemetjesblouse in de felle zomerzon tussen de uitgedroogde bossen, niet ver van het dorp, en telt hij de jaren. „In 2021 was het raak, in 2023… Dit zou wel weer eens ons jaar kunnen worden.” Hij heeft er geen goed gevoel over, net als ambtenaar Sofia Kollarou naast hem. Door de glazen van haar grote zonnebril oogt Kollarou bezorgd. „De laatste zomer heeft het hier helemaal niet geregend. En in de winter ook al niet.”

Boswachter Priamos Parisinos nabij het Griekse dorp Agios Nektarios.

Foto Louiza Vradi

Op tijd ingrijpen

Natuurbranden zijn in Griekenland, en in heel Zuid-Europa, een rampzalige zomertraditie geworden. De zomer is pas halverwege, maar de afgelopen weken waren er al bosbranden op Kreta, op Chios, bij Athene en in de Peloponnesos. Dit weekend woedden meer dan 50 branden. In Turkije waren maandag voor de derde dag op rij grootschalige bosbranden aan de gang. Verspreid over het land zijn duizenden mensen geëvacueerd. Sinds juni vielen zeventien doden door bosbranden.

Mede door grote branden in het voorjaar is in de hele EU dit jaar al 270.000 hectare aan bos afgebrand, meer dan twee keer zo veel als gemiddeld rond deze tijd. Het dieptepunt voor Griekenland blijft 2018, toen rond de badplaats Mati meer dan honderd doden vielen.

De verwachting is dat de branden alleen maar zullen toenemen in aantal en omvang. Deels is dat een gevolg van klimaatverandering. Die leidt tot meer hittegolven en tot lange periodes van droogte, waardoor de bomen en struiken minder vocht bevatten en sneller vlam kunnen vatten.

De balans tussen preventie en bestrijding is gekanteld

Priamos Parisinos
boswachter

Maar natuurbranden zijn meer dan een natuurfenomeen. Met de juiste maatregelen kun je ze beter bestrijden, inperken of zelfs voorkomen. Het is een les die Griekenland na jaren van achterstallig bosbeheer geleerd heeft en nu probeert toe te passen. In risicogebieden worden massaal nieuwe bomen geplant die minder brandbaar zijn. Elders wordt juist gesnoeid en gekapt. Alles met hetzelfde doel: op tijd ingrijpen, voorkomen dat een brand groeit en groeit.

‘Anti-Nero’, heet het programma, een verwijzing naar de vermeende pyromaan uit het Romeinse Rijk. „De balans tussen preventie en bestrijding is gekanteld”, zo vat boswachter Priamos Parisinos de nieuwe aanpak samen. En dat is maar goed ook, als je het hem vraagt.

Hij neemt nog een slok van zijn ijskoffie en stuurt zijn Dacia Duster dan over de stoffige weg dwars door het bos om het resultaat te laten zien, met Sofia Kollarou in de bijrijdersstoel.

Om te beginnen is er de weg zelf: die is gloednieuw. Aan weerszijden van de weg valt op hoe laag de begroeiing is, en ook de stammen van de eerste rijen bomen zijn aan de onderkant kaal. „Het struikgewas onder de bomen is zoveel mogelijk weggesnoeid”, zegt Parisinos. „Zo kan het vuur zich niet meer zo snel voeden. En dankzij de weg is het gebied bij brand veel beter bereikbaar.”

Sophia Kollarou wijst op een kaart van het bosgebied in de omgeving van het Griekse Agios Nektarios.

Foto Louiza Vradi

Het aanleggen van zulke brandgangen en toegangswegen is het belangrijkste resultaat van Anti-Nero. De weg bij Vilia eindigt voorlopig halverwege, Parisinos parkeert zijn auto naast een grote wals, die bezig is om het volgende weggedeelte plat te drukken. „Niet goedkoop, zo’n ding”, zegt Sofia Kollarou, eenmaal uitgestapt.

Als ambtenaar die zich bezighoudt met bosbescherming in Griekenland weet Kollarou: het beschermen en beheren van het bos is ook een geldkwestie. De afgelopen jaren kreeg de plaatselijke overheidsafdeling voor bosbeheer amper 30.000 euro per jaar. „Daarmee kun je net de benzinekosten betalen voor een paar patrouillerondjes.”

Het geld is er nu wel, maar de vraag is hoe lang. Het Anti-Nero-programma wordt grotendeels betaald via het Europese coronaherstelfonds. Die subsidies, bedacht met als doel dat landen van de Europese Unie zichzelf uit de coronacrisis konden investeren, zijn nuttig, maar eindigen volgend jaar. En dan? „Tja.” Kollarou zucht, ze weet het. „Dat is aan de politiek.”

Sophia Kollarou, plaatsvervangend hoofd van het departement van bosbescherming.

Foto Louiza Vradi

Blusvliegtuigen

De nieuwe aanpak is een eerste stap, zegt Gavriil Xanthopoulos, gepensioneerd bosbrandonderzoeker en oud-directeur van het Institute of Mediterranean Forest Ecosystems in Athene. Maar het is pas het begin. „Laat ik beginnen met wat er goed gaat. Er is eindelijk geld vrijgemaakt voor het voorkomen, in plaats van het bestrijden van branden. De toegangswegen zijn een verbetering, net als het wegnemen van brandstof.”

Het nut van die ingrepen blijkt deze zomer al. Op het nabijgelegen eiland Evia, waar in 2021 ook een gigantische brand woedde, ontstond dit weekend opnieuw een grote bosbrand. Die werd dit keer tijdig ingedamd door een brandgang die onder het Anti-Nero-programma is gecreëerd.

Een bosgebied nabij het Griekse dorp Agios Nektarios dat deel uitmaakt van het Anti-Nero Project. Foto Louiza Vradi

Foto Louiza Vradi

Met tractoren wordt een weg aangelegd als deel van het Anti-Nero Project in een bosgebied nabij het Griekse dorp Agios Nektarios, 18 juni. Foto Louiza Vradi

Foto Louiza Vradi



Lees ook

Bosbrandenexpert: ‘We moeten kijken naar wat onze voorouders deden’

Bosbrandenexpert:  ‘We moeten kijken naar wat onze voorouders deden’

Maar vraag je door, dan is Xanthopoulos een stuk kritischer. Na de dodelijke bosbranden bij Mati in 2018 maakte hij deel uit van een commissie van experts die de Griekse regering adviseerde. Dat leverde een jaar later een lijvig rapport op, het ‘Goldammer-plan’. De voornaamste conclusies: meer aandacht voor de onderliggende oorzaken, veel meer investeren in preventie en zorgen voor betere surveillance om op tijd in te grijpen.

Hoe meer je terugvalt op dure blusvliegtuigen en helikopters om vuurhaarden te doven, hoe meer je de kennis van het werk op de grond verliest

Gavriil Xanthopoulos
oud-directeur van het Institute of Mediterranean Forest Ecosystems

Veel van die conclusies zijn nog altijd niet opgevolgd. En dat is niet alleen een kwestie van geld, zegt Xanthopoulos. Want terwijl de afdeling bosbeheer tot voor kort nauwelijks nieuw personeel en materiaal kreeg, is het budget voor blusvliegtuigen zeven keer zo groot als tien jaar geleden.

In zijn onderzoek hamert hij op de lange termijn. „Bossen onderhouden is iets van de lange adem. Niet iets dat je in één keer oplost door het tegen een hogere prijs aan grote bedrijven uit te besteden die het bos één keer flink onder handen nemen”, zegt Xanthopoulos. „En als er eenmaal brand ontstaat, geldt hetzelfde. Hoe meer je terugvalt op dure blusvliegtuigen en helikopters om vuurhaarden te doven, hoe meer je de kennis van het werk op de grond verliest.”

Toch is dat precies wat Griekenland de laatste dertig jaar juist niet gedaan heeft. De verantwoordelijkheid voor het bestrijden van natuurbranden verhuisde in de jaren 90 van de boswachters en bosbeheerders naar de brandweer. Maar een bosbrand is iets fundamenteel anders dan een brand in de stad, zegt Xanthopoulos.

Hij legt uit: „Een bosbrand beweegt, je komt er veel moeilijker bij. En als je bosbrandstrategie alleen bestaat uit het zo snel mogelijk blussen, blijft er meer brandstof over voor de volgende brand. Juist in de tussenliggende tijd kun je het verschil maken.”

Een watertank die deel uitmaakt van het Anti-Nero Project nabij het Griekse Vilia.

Foto Louiza Vradi

Leegloop platteland

In dezelfde dertig jaar namen de risico’s juist toe, en niet alleen vanwege klimaatverandering. „Dat is maar één van de onderliggende problemen. Er is veel meer aan de hand.”

Zoals de leegloop van het platteland, die overal in het Middellandse Zeegebied plaatsvindt. Daardoor verdwijnen ook de boeren en dorpelingen die het land en de olijf- en wijngaarden altijd onderhielden. In hun afwezigheid hoopt de vegetatie zich op, als verse brandstof.

Aan de rand van steden worden intussen nieuwe huizen midden in risicogebied gebouwd. Het resultaat is een tondeldoos. Gaat het mis, dan kan het vuur zich sneller verspreiden en is het eerder bij de bebouwde omgeving.

„De zomer was voor ons altijd het hoogtepunt van het jaar”, verzucht Xanthopoulos. Door de financiële crisis kregen de meeste Grieken al een klap: minder salaris, minder vakantiedagen, hogere belastingen. Daar komt het alom aanwezige gevaar van bosbranden nog eens bij. „Voor veel Grieken is zomer een nachtmerrie geworden.”

Bosgebied nabij het Griekse dorp Vilia, 18 juni.

Foto Louiza Vradi