Het woord paradigma veranderde zelf ook dramatisch van betekenis

Woord Een wetenschappelijke revolutie heet wel een ‘paradigmawisseling’. In de politiek waren er geen paradigma’s tot voor kort, denkt .

Politiek lijkt nu de kunst van het zo draaien met woorden dat tegenstanders en toeschouwers het moede hoofd in de schoot leggen, zodat er weer een tijdje doorgeregeerd kan worden. Zo verdedigde de huidige VVD-leider zijn niet-aftreden als eerste minister na een dodelijk enquêterapport over het gaswinningsschandaal in Groningen met de constatering dat „er de afgelopen jaren hard gewerkt is aan een paradigmaverandering”. Voor wie niet meteen begreep wat hij daarmee bedoelde, legde hij uit dat eertijds de nadruk lag op „geld voor Nederland en leveringszekerheid” en dat we nu een ander paradigma hebben. Welk liet hij echter onbenoemd.

Marktaandeel van margarine

Wie eerdere uitspraken van deze taalvirtuoos erbij neemt, heeft weinig moeite om in te vullen wat het huidige paradigma moet zijn. In een interview van enige tijd geleden sprak hij immers zijn bewondering uit voor de Unilevermanager die in staat was het voortdurend teruglopen van marktaandeel van margarine te stoppen en de omzet weer aan te jagen door reclamecampagnes. „In marketingtermen”, legde hij uit, „betekende dit een ware paradigmaverschuiving.”

Van verlies naar winst, kortom. In de Groningenzaak dus andersom. Andere marketingspecialisten duiden de manier waarop consumentengedrag veranderd kan worden aan met de term paradigma. Misschien dat deze betekenis meer van toepassing is op de slachtoffers van de noordelijke aardbevingen: zij worden geacht hun opstandigheid op te geven voor volgzaamheid.

Deze betekenis van paradigma heeft echter nauwelijks nog enige relatie met de oorspronkelijke. Paradigma komt uit het Grieks, waar para ‘naast’ betekent en deiknumi ‘laten zien.’ Gecombineerd leidt dat tot ‘naast iets anders laten zien’. Een paradigma was dus in eerste instantie een voorbeeld, vervolgens een model. Voor wie op school klassieke talen gehad heeft, is het paradigma ook het rijtje van vormen van een woord met bijvoorbeeld alle naamvalsvormen dat als voorbeeld dient voor een hele categorie. Of zoals Jacques Brel in zijn Tango uit een grijs verleden zingt: „Rosa, rosa, rosam, rosae, rosae, rosa, rosae, rosae, rosas, rosarum, rosis, rosis”.

Een paradigmaverandering is zoiets als een wetenschappelijke revolutie

Maar als zo vaak in taal stopte de ontwikkeling hier niet. In 1962 publiceerde Thomas Kuhn een geruchtmakend wetenschapsfilosofisch boek waarin hij aan de term paradigma een nieuwe betekenis toekende en waarmee hij de stand van zaken in een bepaalde wetenschap op een zeker moment definieerde. Een paradigmaverandering, -verschuiving of -wisseling, of in het oorspronkelijke Engels paradigm shift, wordt dan zoiets als een wetenschappelijke revolutie. Vandaar dat er gesproken wordt over Copernicaanse of Einsteinse paradigmaverschuivingen. Deze nieuwe betekenis dringt langzaam door in niet-wetenschappelijke taalgebruik. Zo kan men bijvoorbeeld stellen dat het vak van bibliothecaris een paradigmawisseling ondergaat. Van boekenbeheerders naar informatiedeskundigen.

In de politiek waren paradigma’s tot voor kort onbekend. Veranderingen van paradigma’s dus ook. Maar wel de verandering van bestuurder naar bedotter.