N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Journalistiek 112-Fotografen rukken bij nacht en ontij uit om calamiteiten vast te leggen. Als het gaat om geweld tegen de pers, waar maandag een groot onderzoek over verschijnt, liggen zij het vaakst onder vuur. Op pad met Lorenzo Derksen.
Over de A10 bij knooppunt Amsterdam Sloterdijk klinkt een sirene. Binnen in het gebouw van De Telegraaf tapt Lorenzo Derksen een bakje automaatkoffie. Het is half één ’s nachts en de eerste drie uur op pad met de Noord-Hollandse 112-fotograaf zijn zaterdagavond incidentloos verlopen. De meldingen op zijn app Alarmfase1, waarmee gebruikers persalarmeringen vanuit de politiemeldkamer ontvangen, nopen niet tot actie.
En die sirene in Sloterdijk? Derksen ziet er geen politiemelding over. Wel ziet hij een ‘middelgrote brand’ in Koedijk, net boven Alkmaar. Nadeel: het is een half uur rijden. „Maar het zijn toch vier brandweerwagens”, leest Derksen. „Kom, we gaan.”
Hij geeft flink gas. Als we Alkmaar naderen, ziet Derksen een melding in zijn scherm. Traumahelikopter: Amsterdam Sloterdijk. „Dat meen je niet, hè.”
Nacht en ontij
112-fotografen zijn een apart slag journalisten. Bij nacht en ontij rukken ze uit voor soms niet meer dan een auto tegen een boom. Onbemind als pottenkijkers bij noodsituaties, maar naar hun product lijkt altijd vraag. Afnemers zijn lokale en regionale media zoals AT5, 112-websites, het RTL-programma 112 Vandaag. En ook landelijke media als De Telegraaf en NOS. Foto’s leveren volgens Derksen amper wat op, het gaat om video tegenwoordig.
Aan de Kanaaldijk in Koedijk is rond kwart over één zondagnacht alleen nog rook te zien na een binnenbrand op een bovenverdieping. Een twintiger met krullen roept tegen Derksen dat het „mijn huis” is, „dus rot op met die camera”. Derksen gaat er niet op in. Hij stelt zich op aan de andere kant van een brandweerwagen, die hem aan het zicht van de man onttrekt. Derksen, later: „Dit is vrij minimaal hoor.”
Maandagmiddag verschijnt een onderzoeksrapport van de Erasmus Universiteit naar de achtergronden van geweld tegen de pers, in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie & Veiligheid. Bekend is het incident bij een boerenerf in het Gelderse Lunteren in april 2021, na een autobrandje. De bewoners bedreigden de aanwezige pers met stokken. Een van de fotografen werd, samen met zijn vriendin, met auto en al omgedraaid in de sloot gezet met een shovel. De dader, een werknemer op het erf, werd tot vijftien maanden cel veroordeeld waarvan zeven voorwaardelijk. Het OM, dat een zwaardere straf kan eisen bij geweld tegen journalisten, vond niet dat hier sprake was van geweld tegen pers, omdat de knecht dacht dat het opdringerige omstanders betrof.
Volgens het meldpunt PersVeilig is ongeveer een kwart van de meldingen van intimidatie, bedreigingen en geweld tegen journalisten afkomstig van deze groep fotografen en camerajournalisten. In 2022 waren dat 46 van 198 meldingen, laat NOS-journalist Peter ter Velde van PersVeilig weten. In 2023 10 van de tot dusver 55 meldingen.
Achter politieauto’s aan
De branche verkeert ook op een andere manier in spanning. Per 1 april stopt de active persalarmering vanuit de politiemeldkamer zoals die nu is, waarmee een significant deel van de bruikbare tips wegvalt. Het is reden voor Derksens collega Hans Vrenegoor, al 28 jaar actief in het vak, om zich meer met zijn andere bedrijf, een wellness, bezig te houden. „Ik ga niet achter politieauto’s aan rijden.” Al denkt hij niet elke sirene te kunnen weerstaan.
Het stoppen van persalarmering is gevolg van bezwaren vanuit de ambulancezorg. Als letsel gekoppeld kan worden aan een persoon of een adres en dit actief door de overheid wordt gedeeld, kan dat een inbreuk zijn op de privacy, vond de landsadvocaat. Dus kondigde minister Dilan Yesilgöz (Justitie, VVD) eind vorig jaar aan per 1 april 2023 deze ‘service’ aan 112-journalisten te stoppen. De wettelijke basis ontbrak voor de dienst die als een geste begon toen de politie overstapte op gedigitaliseerde communicatie en de ouderwetse politiescanner onbruikbaar werd.
De journalistenvakbond NVJ is in onderhandeling met het ministerie over een alternatief, bijvoorbeeld een meer gesloten systeem waarbij alleen journalisten met een politieperskaart worden bediend. Deze mogelijkheid moet trouwens nog gewogen worden door het ministerie. Volgens betrokkenen wordt deze week ofwel een tijdelijke uitstel verleend, of stopt het systeem in afwachting van een oordeel.
Lees ook: Na shovelaanval op fotograaf komt de spijt
Derksen ligt er niet wakker van. „Tuurlijk, we gaan dingen missen. En we moeten vaker op meldingen af die dan niets voor ons blijken te zijn.” De inzet van brandweer en traumahelikopter zullen in de nieuwe opzet nog wel worden gemeld, maar dat is erg grofmazig, zegt hij. Het zijn juist de politiemeldingen waaruit hij afleidt of een incident nieuwswaarde heeft. Een traumahelikopter hoeft niet meteen te betekenen dat er journalistiek iets is te hale. Dat was in bij de melding in Amsterdam Sloterdijk waarschijnlijk het geval. Derksen: „Er ging geen politiemelding mee gepaard, dus dan is het bijvoorbeeld een hartaanval.”
Als we terugrijden vanuit Koedijk loopt Derksen een melding aan het Singel in de Amsterdamse binnenstad na. In eerste instantie leek het om een eenvoudig ongeluk te gaan. Daarna kwam een melding: persoon te water. En nog een melding: traumahelikopter. Derksen: „Het is een meldingopbouw waarbij je gaat denken: wat kan dit zijn?”
Maar als we aankomen, is er niets meer te zien. Geen politieonderzoek, geen afzetlint. Dat betekent doorgaans geen kwade opzet of dodelijke afloop.
Misdragingen
PersVeilig krijgt niet alleen meldingen over intimidatie of geweld door omstanders binnen; ook de politie misdraagt zich volgens fotografen soms. Het gaat volgens Ter Velde om vijf incidenten in 2022 en vijf incidenten in, tot nu toe, 2023. Politiewoordvoerder Wim Hoonhout, aanspreekpunt als het gaat om de verhouding pers en politie, trekt dit zich aan. Al kan hij niet oordelen over deze gevallen. „Laat duidelijk zijn: journalistieke ethiek is niet aan ons”, zegt hij. Dat agenten opnames soms onkies vinden, of vrezen dat de situatie door de aanwezigheid van een cameraman kan escaleren, mag geen reden zijn journalisten te weren. „Het is kwalijk als agenten op hun strepen gaan staan terwijl ze de regels niet kennen.”
Lorenzo Derksen heeft volgens eigen zeggen wel eens een mep met een zaklantaarn gekregen toen hij van een agent niet voorbij een afzetlint mocht. Een andere agent stond dat wel toe, waarna die eerste kwaad werd toen hij achter het lint kwam. Hij is ook wel eens door een brandweerman en een timmerman gegrepen, toen hij zich begaf op een afgezet terrein waar hij volgens de regels mocht zijn.
Het meest hachelijk was een brand in Oosthuizen, vertelt hij, waar bekenden van de getroffen familie hem klemzetten toen hij een smeulend pand filmde. Derksen is niet bang aangelegd. „Maar toen kreeg ik het wel even benauwd. Er was geen politie aanwezig, vanwege de drukte rond Oud en Nieuw. Ik zei sorry en nam mijn verlies. Toen kon ik gaan.”
Fietser in de sloot
Het is half vier ’s nachts, zomertijd inmiddels. „Tijd om af te bouwen”, zegt Derksen. Een melding waar een collega achteraan is gegaan, bleek te gaan om een fietser in de sloot met een lichte verwonding. „Dat is bijna een privé-aangelegenheid”, zegt Derk-sen.
Geldt dat niet voor al dit nieuws? „Nee, dat vind ik niet. Een brand sowieso niet. Maar het zegt veel dat je dat zegt.” Derksen begrijpt het wel. „Als de maatschappij dit niet meer wil, en ik ga er maar even van uit dat de minister de maatschappij vertegenwoordigt, dan is het zo.” Hij is niet zozeer bezorgd om zijn bedrijfsvoering, maar vindt principieel dat 112-fotografie meer belangen dient dan behoefte aan sensatie. Iemand moet die hulpdiensten volgen. „Wie gaat het anders doen?”