Het voelt een beetje ongemakkelijk, maar toch gaan Simon (61) en Joris (24) nu de straat op. ‘Ik wilde iéts doen’

Voor Joris van der Meij (24) was het een bericht op Instagram van Sander Schimmelpenninck afgelopen donderdag. Daarin riep de tv-maker en Volkskrantcolumnist op om naar de ‘solidariteitsmars’ voor Oekraïne in Amsterdam te gaan en naar de aansluitende demonstratie op de Dam. ‘Steun Oekraïne, Europa en spreek je uit tegen Trump, Putin en extreemrechts’ had hij erbij geschreven. Trump had Zelensky de dag ervoor nog een dictator genoemd. „Ik ga hierheen”, schreef Joris in de familie-app. „Ik voelde me machteloos. Ik wilde iéts doen.”

Z’n vader Simon (61) wilde mee. Die had de week ervoor in zijn woonkamer naar de Amerikaanse defensieminister Pete Hegseth zitten luisteren, die op een conferentie in Brussel zei dat Oekraïne niet naar z’n oude grenzen terug kon en geen toegang tot de NAVO zou krijgen. Hij voelde de speech „in zijn maag”, zegt hij, hij was er de hele dag akelig van. „Het was een kantelpunt.”

De dagen erna kwam er elk uur wel een reden bij om te gaan, want zo is het tempo van het nieuws nu. Op vrijdag zei PVV-minister Marjolein Faber van Asiel dat Zelensky niet democratisch gekozen was (Joris: „Het trumpisme is hier”) en deed oud-Trump-adviseur Steve Bannon een Hitlergroet. Zaterdag was het bericht dat Trump had gedreigd satellietnetwerk Starlink van Elon Musk boven Oekraïne uit te schakelen als het land geen mineralendeal zou sluiten („Maffioos”), deze zondag kan het extreem-rechtse AfD weetniethoeveel stemmen in Duitsland winnen. En om de haverklap maakt het Witte Huis nieuwe zuiveringen van het Amerikaanse overheidsapparaat bekend. Simon: „Het is onwaarschijnlijk wat daar gebeurt, de totale afbraak van de overheid die de samenleving moet dienen. Ik ben zelf ook ambtenaar. Ik vind het gewoon niet prettig.”

Joris: „Gewoon niet prettig. Haha.”

Insta-story

De zon schijnt, jassen worden in tassen gepropt, een man speelt Oekraïense liederen op een accordeon. Door de stad trekt een optocht van honderden mensen in geel en blauw van het Museumplein naar de Dam – Oekraïners en sympathisanten. Ze herdenken dat Rusland drie jaar geleden Oekraïne binnenviel en vragen om steun van de Nederlandse overheid. „Stop Russia, stop the war!”, klinkt het.

Ik ben maar een heel gewoon burgermannetje met een benzineauto

Simon van der Meij (61)
Projectmanager en energiecoach

Ze zijn helemaal geen beroepsdemonstranten, zeggen vader en zoon tussen de vlaggen. Joris uit Amsterdam is jurist bij een kinderopvangbedrijf en geïnteresseerd in vastgoedrecht, Simon uit Apeldoorn is projectmanager bij een waterschap en ‘energiecoach’ voor huishoudens die hun gas- en stroomrekening niet kunnen betalen. Simon: „Ik ben maar een heel gewoon burgermannetje met een benzineauto.”

Ze willen benadrukken dat ze in de eerste plaats meelopen voor Oekraïne, en voor het leed aan het front daar. Maar dat ze vandaag wél aan het demonstreren zijn en de vorige jaren niet, heeft alles te maken met een diep gevoel van onrust.

Foto’s Roger Cremers

Voor Simon gaat dat gevoel over de afbraak van de rechtsorde en de straffeloosheid waarmee internationale verdragen geschonden worden – iets wat ook gebeurt in het Israël-Gaza-conflict, „wat je daar ook over denkt”. Als kind bezocht hij het Vredespaleis, later kwam het Internationaal Strafhof naar Den Haag. „Dat zijn goede dingen. Maar nu blijven schendingen van het internationaal recht onbestraft. De Verenigde Naties boeten aan gezag in, ik vind het allemaal vreselijk.”

Voor Joris gaat dat gevoel over de wereldorde die op z’n kop staat. De Zeitenwende waar bondskanselier Olaf Scholz het na de invasie door Rusland over had. Hij luistert elke dag naar de podcast van Boekestijn en De Wijk over geopolitiek. „Maar afgelopen week heb ik de afleveringen versneld afgeluisterd. Het was zó deprimerend. Dat Trump, ik bedoel Wilders, – zie je, die fout maak ik nu al – dan meteen zegt dat Nederland niet bij mag dragen aan een vredesmacht, dat is toch erg. Europa moet wakker geschud worden.”

Mijn generatie lijkt wel bang om activistisch genoemd te worden

Joris van der Meij (24)
Jurist

Bij hun collega’s en vrienden zien ze dezelfde onrust. Simon: „We hebben het nergens anders over bij de lunch.” Waar zijn die collega’s dan? „Tja. Dan zitten ze toch in de auto naar Oostenrijk.” In de vriendenapp van Joris gaat het er ook over. En zij? „Ik had een insta-story gemaakt over dat ik hier vandaag heenging, maar dat vinden mijn vrienden dan toch lastig. Mijn generatie lijkt wel bang om activistisch genoemd te worden.”

Klein Oekraïens meisje

Op de Dam luisteren vader en zoon naar Oekraïense sprekers en Nederlandse politici op een podium. Jan Paternotte van D66 is er, en Frans Timmermans van GroenLinks-PvdA, en Laurens Dassen van Volt. VVD-defensieminister Ruben Brekelmans is fel achter de microfoon. „We moeten de feiten benoemen”, zegt hij. „Poetin is een dictator. Zelensky is een democratisch verkozen leider. Rusland is de agressor en Oekraïne is zonder reden aangevallen. Er kan niets over Oekraïne worden beslist zonder Oekraïne en wij moeten onze beloftes over EU- en NAVO-lidmaatschap nakomen.” Slava Ukraini, brult de menigte die is uitgegroeid tot zo’n duizend man. Voor het podium zitten een paar Oekraïense militairen in een rolstoel, sommigen missen benen. Ze kijken strak voor zich uit. Als ze een knuffel krijgen van een klein Oekraïens meisje, breken sommigen. Joris: „Jemig. Pfff. Dat maakt wel indruk.”

Best kans dat zijn vrienden er de volgende keer wél bij zijn, zegt Joris. Het gevoel van onrust groeit. Op 22 maart is er op de Dam een demonstratie tegen fascisme en racisme. Sander Schimmelpenninck had er al aandacht voor gecreëerd door te mopperen op het design voor de poster. Joris: „Het is ongemakkelijk om hier te staan, dit is ook mijn eerste keer. Maar dit is toch wel een beetje het moment om van de bank te komen.”

Foto Roger Cremers