De zaak
Voor een bouwproject van 23 appartementen in Noordwijk vraagt een bouwbedrijf aansluitingen op het elektriciteitsnet aan bij netwerkbeheerder Liander. Met nog zo’n jaar te gaan tot de opleverdatum, 1 september 2023, lijkt dat op tijd.
Als de aansluitingen er in de zomer van 2023 nog niet zijn, stelt het bouwbedrijf de netbeheerder in gebreke. Lianders reactie: er is onvoldoende capaciteit en er moet eerst een extra transformatorstation komen. Dat zal zeker tot 2024 duren.
Het bouwbedrijf stelt een kort geding in bij de rechtbank en eist dat Liander de woningen binnen twee weken aansluit. De rechtbank wijst de zaak af en de bouwer gaat in hoger beroep.
Begin 2024 zijn de appartementen nog steeds niet aangesloten en is evenmin een zitting in hoger beroep geweest. Dus spant het bouwbedrijf een tweede kort geding aan, met wéér een afwijzing tot gevolg. Op 5 april verschijnen de twee bedrijven bij het gerechtshof voor de behandeling van het hoger beroep.
De uitspraak:
Liander moet aansluiten, maar niet binnen twee weken
Tijdens de zitting wordt niet aannemelijk dat Liander de huisaansluitingen binnen twee weken kan realiseren, zoals het bouwbedrijf wil. Die tijd is voor de netbeheerder onvoldoende om de noodzakelijke werkzaamheden te kunnen uitvoeren.
Wél ziet het gerechtshof aanleiding Liander een andere termijn op te leggen. Het bouwbedrijf heeft de rechter deze keer gevraagd zelf een termijn te bepalen, mocht de eis van twee weken niet worden gehonoreerd. Verder speelt mee dat Liander het bouwbedrijf een nieuwe planning heeft voorgesteld. De netbeheerder, die eerder dit jaar nog verwachtte pas aan het eind van de zomer te kunnen aansluiten, komt nu uit op vlak vóór de bouwvakvakantie. Dat is te danken aan een andere aannemer en versnelde oplevering van het benodigde extra transformatorstation.
Het gerechtshof veroordeelt Liander tot aansluiting van de woningen volgens de door de netbeheerder zelf voorgestelde planning.
Het commentaar
Michelle de Rijke, partner bij Van der Feltz advocaten en gespecialiseerd in energie- en bestuursrecht, juicht toe dat het gerechtshof bevestigt dat een netbeheerder wettelijk altijd verplicht is om woningen en bedrijven op het net aan te sluiten. Dat is dus ook het geval bij ‘netcongestie’, als er meer vraag en aanbod is dan het stroomnet aankan.
Daarnaast zijn netbeheerders verplicht stroom van en naar het aansluitpunt te transporteren, aldus De Rijke. „Bij onvoldoende netcapaciteit is op die verplichting, anders dan bij de aansluitplicht, wél een uitzondering mogelijk.”
Het draaide in deze zaak steeds om het toekomstige moment waarop de aansluitingen haalbaar zouden zijn. De Rijke: „Het ging dus niet om de vraag of Liander wel genoeg heeft gedaan om de aansluitingen op tijd uit te voeren.”
Die vraag moet worden beantwoord in een eventuele aparte schadevergoedingsprocedure, want daarvoor leent een kort geding zich niet. Wel heeft het gerechtshof expliciet de mogelijkheid opengelaten dat het bouwbedrijf recht heeft op schadevergoeding door Liander. Bij eerdere rechtszaken bleek dat zulke schadeclaims succesvol kunnen zijn.
En wat is ‘op tijd’, als het gaat om aansluiting van woningen? Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft in 2021 beslist dat alleen de Autoriteit Consument en Markt als toezichthouder bevoegd is een termijn te stellen. De ACM stelde die termijn voor kleinverbruikers, zoals woningen, vorig jaar op twaalf tot achttien weken. Die periode geldt niet in deze zaak tegen Liander, aangezien de aanvraag van het bouwbedrijf al was ingediend voordat de ACM die twaalf tot achttien weken vaststelde. Het gerechtshof gaat daarom uit van een termijn die redelijk is.
Het tekort aan ruimte op het stroomnet leidt vaker tot conflicten. Met name vorig jaar nam het aantal rechtszaken tegen netbeheerders toe, zag De Rijke. „Sommige van die uitspraken bevestigen dat netbeheerders geen stroom hoeven te transporteren als ze netcongestie kunnen aantonen.”
Dat wil niet zeggen dat die beheerders achterover kunnen leunen. Ze hebben de wettelijke taak voor voldoende netcapaciteit te zorgen. De ACM houdt hier toezicht op. De Rijke: „De ACM oordeelde recent nog dat Tennet te snel ‘nee’ verkocht bij een verzoek om transportcapaciteit op een grensoverschrijdende elektriciteitskabel. Eerst had de netbeheerder een voorgeschreven stappenplan moeten doorlopen in een poging alsnog ruimte op het net vrij te maken.”
Volgens de ACM gaat het nog zeker tien jaar duren voordat er landelijk weer voldoende netcapaciteit is. De toezichthouder presenteerde daarom onlangs diverse maatregelen. Zo kunnen grootverbruikers nu bijvoorbeeld korting krijgen als ze geen of minder gebruik van het net maken op piekmomenten. De Rijke: „Ik kan moeilijk inschatten hoe effectief die maatregelen precies zullen zijn, maar als ze daadwerkelijk meer ruimte vrijmaken is dat voor netgebruikers aantrekkelijker dan het voeren van al die procedures.”
Uitspraak: gerechtshof Den Haag, 14 mei 2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:773
Olivia den Hollander is verbonden aan The Investigative Desk, een groep gespecialiseerde onderzoeksjournalisten.