Aan het eind van zijn eigen deadlinedag stortte Donald Trump donderdag per decreet een heffingenregen uit over landen die nog geen handelsdeal met de VS hebben gesloten. En omdat deadlines bij Trump steeds weer rekbaar blijken, verlengde hij zijn eigen deadline nog maar eens: landen zonder deal mogen de komende week nog bij het Witte Huis aankloppen om er een betere deal uit te slepen voordat deze nieuwe heffingen vanaf 8 augustus gaan gelden.
Waar de heffingen van Trump op 2 april nog als schokkend en absurd werden ervaren, worden de nu verordonneerde heffingen als het nieuwe normaal opgevat. Binnen vier maanden heeft hij bijna alle handelspartners in de wereld murw gebeukt. China en Canada waren de enige landen die vergeldingsmaatregelen troffen, waardoor ze zich geconfronteerd zien met veel hogere heffingen dan andere landen. Bijna alle andere handelspartners hebben heffingen geslikt die eerder ondenkbaar werden geacht.
De gemiddelde invoerheffing van de VS ligt nu zo’n zes keer hoger dan voor Trumps aantreden. En benadert het niveau van heffingen na de beruchte Smoot Hawley Wet, die aan het begin van de Grote Depressie in de jaren dertig van de vorige eeuw een handelsoorlog in de wereld ontketende. Met rampzalige gevolgen voor de toen toch al zwakke wereldeconomie. De les na de Tweede Wereldoorlog leek: dat nooit meer.
Maar de wereld van heffingen is dankzij Trump helemaal terug. In welke wereld zijn we door Trump beland en hoe gaan we daarin opereren?
Zoeken naar logica achter Trumps heffingen
Het is nog even zoeken welke systematiek de regering-Trump heeft toegepast om de hoogte van de heffingen vast te stellen.
Landen die nota bene een handelsoverschot met de VS hebben, zoals het Verenigd Koninkrijk, krijgen desondanks een heffing van 10 procent opgelegd. Als bestraffing voor goed gedrag. Voor alle landen waarmee de VS een handelstekort hebben wat betreft goederen, zijn vijf verschillende heffingshoogten vastgesteld, oplopend van 15 tot 40 of 41 procent.
Je zou patronen kunnen herkennen. Alle militaire bondgenoten van de VS die tevens een grote handelspartner zijn, hebben een heffing van 15 procent gekregen. Als eerste daarvan sloot Japan een deal, de EU en Zuid-Korea volgden deze week. De modellen van deze raamwerkovereenkomsten vertonen veel gelijkenissen. Alle drie de handelspartners beloofden forse investeringen in de VS, waarbij onduidelijk is wat deze eigenlijk inhouden.
Voor opkomende economieën in Zuid-Oost Azie is het model van de deal met Vietnam gevolgd. Landen als Thailand, Cambodia, Maleisië en Indonesië hebben allemaal een heffing van 19 procent gekregen. Dat is fors lager dan heffingen van meer dan 40 procent, waar ze op 2 april door Trump op waren getrakteerd. En ook veel gunstiger dan de heffingen waar grotere opkomende economieën als India en Zuid-Afrika zich nu aan moeten aanpassen: zij hikken aan tegen heffingen van 25 en 30 procent.
Ook buurlanden Mexico en Canada onderhandelen nog. Tussen Canada en de VS is de frictie opgelopen en dus kreeg Canada een heffing opgelegd van 35 procent. Met de Mexicaanse president Claudia Sheinbaum had Trump betere gesprekken, maar die onderhandelingsdeadline is negentig dagen opgeschoven en tot die tijd ligt de heffing voor Mexico op 25 procent. Overigens geldt dat alleen voor goederen die niet onder het handelsverdrag tussen VS, Canada en Mexico vallen, dat Trump in 2020 zelf tekende.
Trump en zijn team denken alleen in termen van winnaars en verliezers, niet in de theorie dat bij vrije handel er meer winnaars zijn
Waarom de economie zich staande houdt
In het Witte Huis jubelde een woordvoerder donderdag dat met de nieuwe heffingen de miljarden de Amerikaanse schatkist in zullen stromen. Handelsvertegenwoordiger Jamieson Greer prees de ‘eerlijke en evenwichtige handel’ die nu kan ontstaan. Het teruglopen van Amerikaanse handelstekorten moet nu beginnen! En met de beloofde investeringen van nu al bijna 1.500 miljard dollar door handelspartners als Japan, Zuid-Korea en de EU zouden ook de nieuwe fabrieken en duizenden banen moeten komen die Trump zijn kiezers heeft voorgespiegeld. Missie bereikt dus!
Dat invoerheffingen schadelijke economische effecten kunnen hebben, en bijvoorbeeld de prijzen verhogen en investeringen afremmen, is een waarschuwing van veel economen die het Trump-kamp graag onder tafel schuift. Toch zijn hogere prijzen voor Amerikaanse importeurs en consumenten onvermijdelijk, en daardoor een rem op de economische groei, luiden de prognoses van die economen.
Hoewel sinds april al hogere heffingen gelden op goederen uit veel landen, is het effect daarvan nog nauwelijks terug te zien in de afgelopen week gepubliceerde economische cijfers. De economische groei steeg in het tweede kwartaal in de VS met 3 procent, zo bleek. In het eerste kwartaal, dus voor de heffingen, was er nog een daling van 0,5 procent. Een belangrijke oorzaak daarvoor is dat importeurs in het eerste kwartaal voor de heffingen massaal voorraden aanlegden, die ze in het tweede kwartaal zonder prijsverhogingen op de markt brachten. Met het verdwijnen van die voorraden moeten de komende maanden de prijzen oplopen. Met een verdere matiging van de economische groei tot gevolg.
De Amerikaanse groei heeft echter ook andere stuwende motoren. Zoals de investeringen van honderden miljarden in kunstmatige intelligentie. En de onlangs aangenomen Big Beautiful Bill, de wet die door forse belastingverlaging en deregulering bestedingen en investeringen zal aanmoedigen.
Die kunnen het matigende effect van heffingen op de groei onzichtbaar maken. In hoeverre dat het geval is, hangt dan weer af van de vraag of bedrijven hogere prijzen zullen rekenen, of inkrimpen op winstmarges terwijl ze afzien van investeringen.
In hun prognoses gaan zowel het IMF als de Fed, de Amerikaanse centrale bank, uit van geleidelijke verhoging van de consumentenprijzen in de komende maanden. Mede daarom stelde de Fed een renteverlaging nog even uit. Het IMF stelde dat die prijsverhogingen inderdaad een matigende invloed zullen hebben op de economische groei in de VS, maar desondanks stelde het de prognose voor de Amerikaanse groei positief bij voor dit en volgend jaar, respectievelijk van 1,8 naar 1,9 procent en van 1,7 naar 2 procent.
Bedrijven weten nu wat ze te doen staat
Helderheid. Dat is waar veel bedrijven naar snakten. En die hebben ze in zekere mate gekregen, nu ze weten welke heffingen ze kunnen verwachten – ook al zijn er nog vraagtekens over aparte heffingen in sectoren waar Trump eerder mee heeft gedreigd, zoals voor farmaceutica en chips.
Bij de presentaties van hun halfjaarcijfers gaven sommige Europese en Amerikaanse bedrijven meer prijs over de kosten die ze door heffingen oplopen en over hun plannen.
De kosten zijn vaak nu al hoog. Neem de auto-industrie, waarvoor de afgelopen maanden een heffing van 27,5 producent gold en waarin enige opluchting heerst dat die nu voor zowel Europese als Japanse producenten is bijgesteld naar 15 procent. Duitse fabrikanten als Volkswagen en Mercedes gaven aan dat ze respectievelijk voor 1,3 miljard euro en voor ‘enkele honderden miljoenen op extra kosten waren gejaagd. Ze slikken de kosten vooralsnog door hun winstmarges te verlagen en overwegen uitbreiding van de productie in de VS.
Maar ook de Amerikaanse auto-industrie lijden onder de heffingen, GM met 1,1 miljard dollar en Ford met 800 miljoen aan extra kosten. Voor hen is het bitter dat de invoerheffingen uit Mexico en Canada voorlopig op een hoger niveau liggen, waardoor zij relatief meer aan heffingen zullen betalen voor onderdelen die ze in die landen inkopen of auto’s die ze daar assembleren. Ook al assembleert Ford 80 procent van zijn auto’s in de VS, voor GM is dat 50 procent..
Prijsverhogingen zijn te verwachten bij merkartikelfabrikanten als Adidas en Nike. Adidas zei daar waarschijnlijk niet onderuit te komen, nadat de invoerheffingen het bedrijf 200 miljoen aan extra kosten hadden bezorgd.
Die vrees leeft niet alleen bij buitenlandse bedrijven, maar ook bij Amerikaanse die voornamelijk in de VS zelf produceren. Zij zien hun kosten stijgen voor de inkoop van grondstoffen, een levensmiddelenfabrikant als Procter & Gamble (onder andere Gilette scheermesjes) met 1,1 miljard, gereedschappenfabrikant Black&Decker met 800 miljoen dollar. Beiden gaven aan prijsverhogingen te overwegen.
De tariff warrooms die grote bedrijven hebben ingericht, kunnen nu ook berekenen hoe productie en inkoop het best verschoven kunnen worden om de impact van heffingen te verzachten. Dat zal ook voor kleinere bedrijven gelden. De komende tijd zal de omvang van de verschuivingen duidelijk worden.
Van orde naar wanorde
De wereld is in een paar maanden sterk veranderd. Met de deals met de VS, waar tal van landen zich deze week bij hebben neergelegd, hebben ze meegewerkt aan het afbreken van de internationale economische orde die sinds de Tweede Wereldoorlog is opgebouwd. Aan een lange periode van globalisering is zo een einde gekomen. Het gaat nu niet meer om hoe op wereldschaal zo efficiënt mogelijk kan worden geproduceerd op de plaatsen die daar het geschiktst voor zijn, waardoor handel toeneemt, prijzen dalen en de economie meer groeit.
Trump en zijn onderhandelaars zien handel als een zero-sumgame, waarin beperking van de handel van een ander land leidt tot vergroting van de eigen handel. Zij denken alleen in termen van winnaars en verliezers, niet in de theorie dat bij vrije handel de totale omvang groter wordt en er meer winnaars zijn.
Handelsafspraken hebben bovendien een totaal ander karakter gekregen. Voorbij zijn de jaren waarin lange tijd wordt onderhandelaxd en afspraken tot in de diepste details worden vastgelegd in flinke boekwerken. Dat gaf alle partijen zekerheid, voor een periode van vele jaren.
Nu worden de afspraken in de handelsdeals vastgelegd op A4-tjes . Hoe stevig die afspraken zijn, niemand die het weet. Als Trump zich weer bedenkt, kan hij zo weer nieuwe eisen stellen. Zeker als hij zijn doelstellingen niet bereikt. Zelfs de komende weken kunnen verrassingen niet worden uitgesloten, als de details van de deals verder uitonderhandeld worden.
Gezien de grilligheid van Trump is de komende drie jaar niets uitgesloten.
