Mag je een liefdevol portret schetsen van je ouders, als je moeder lid was van de NSB en je vader vrijwillig met de SS vocht aan het Oostfront? Veel mensen zullen die vraag, tachtig jaar na de oorlog, vermoedelijk positief beantwoorden. Maar kan het ook een goed boek opleveren? Ja, bewijst Chris van der Heijden, met het onlangs verschenen Over de rand laait vuur. Mijn ouders en de oorlog.
Er verschenen de afgelopen maanden nogal wat boeken van auteurs die in de geschiedenis van ‘foute’ familieleden doken, onder andere Waar ik me voor schaam van Sheila Sitalsing. Het boek van Chris van der Heijden springt er om een aantal redenen uit.
De eerste daarvan is de auteur. In 2001 publiceerde Van der Heijden Grijs verleden, een van de meest besproken boeken over de Tweede Wereldoorlog. Het maakte hem tot middelpunt van een rel. Met dat boek wilde hij het verhaal van de Tweede Wereldoorlog opnieuw vertellen. Dat was, betoogde hij, nog te veel een verhaal van helden en schurken, van goed en fout. Terwijl veel Nederlanders in de oorlog het niet zo goed wisten, en gewoon probeerden te overleven. ‘’k Dobber en blijf drijven’, was de titel van een van de hoofdstukken.
Grijs verleden was een boek voor een breed publiek. In feite deed Van der Heijden niet veel meer dan een standpunt populariseren dat in academische kringen al gemeengoed was. Niettemin raakte hij een open zenuw. Van der Heijden kreeg het verwijt dat hij probeerde het verleden van zijn vader, die behalve bij de SS ook diende bij de paramilitaire organisatie Landwacht, goed te praten. In een interview met deze krant reageerde hij verbaasd. Natuurlijk was zijn vader fout, daar ging het helemaal niet over. Daarom had hij het verleden van zijn vader ook niet genoemd.
En nu is er dus een heel boek over zijn vader en moeder. Het begin is verpletterend. In het eerste hoofdstuk vertelt Van der Heijden over de dood van zijn vader, in 2012 op 95-jarige leeftijd. Op zijn sterfbed geeft Henk van der Heijden zijn zoon een brief, die pas na zijn overlijden mag worden geopend. Daarin maant hij hem contact te zoeken met broeder Christofoor, een oude kameraad. Chris van der Heijden heeft nooit gehoord van deze Christofoor, al blijkt hij naar hem te zijn vernoemd. Hij zoekt hem op, nabij een klooster in België, en krijgt van hem een verzameling documenten over het verleden van zijn vader. Christofoor en Henk blijken samen bij de SS te hebben gediend. In 1943 raakten ze in Kroatië bij hetzelfde gevecht zodanig gewond dat ze dachten dat hun laatste uur geslagen had. Ze sleepten zich naar een veilig hoekje, hielden elkaar wakker, en schoten, toen het gevecht geluwd was, een lichtkogel af voor hulp. „Het was het scherpste, ja misschien wel heiligste moment van mijn leven”, vertelde Christofoor aan Van der Heijden. „Voor je vader gold, denk ik, hetzelfde. Dood, niet dood. Leven.”
Gedichten
Dat Henk bij de SS terechtkwam, was niet vanzelfsprekend. Aanvankelijk voelde hij zich aangetrokken tot het Verdinaso, het Verbond van Dietsche Nationaalsolidaristen dat begin jaren dertig werd opgericht door de Vlaming Joris Van Severen. Dat was een fascistische club waarin de Groot-Nederlandse gedachte werd aangehangen. Henk van der Heijden zag zich in de eerste plaats als een goede vaderlander. In de meidagen van 1940 vocht hij vanuit een Fokker CX – Henk zat aan de mitrailleur – tegen de Duitsers. Daarbij ontsnapte hij, niet voor het laatst, aan de dood.
De ouders van Chris van der Heijden kwamen uit een gelovig katholiek milieu. Het waren intelligente, talige mensen. Zijn moeder Miep publiceerde al op jonge leeftijd een roman en schreef haar leven lang gedichten. Zijn vader studeerde rechten en had lange tijd het plan te promoveren op een staatsfilosofisch onderwerp. Toen de Duitsers in mei 1940 Nederland binnenvielen was hij juist bezig aan een artikel over drie negentiende-eeuwse antirevolutionairen.
Van der Heijden schetst een beeld van zijn ouders als romantische idealisten, intellectuelen, die geloofden dat de liberale democratie had afgedaan en plaats moest maken voor een corporatistische staatsvorm. Daarmee waren ze niet uniek in het katholieke milieu waarin zij voor de oorlog opgroeiden.
In november 1940 ging het Verdinaso op in de NSB, waardoor Henk automatisch lid werd van die partij. Een jaar later besloot hij de plaats in te nemen van zijn boezemvriend Jan van Lith, die was gesneuveld aan het Oostfront. Hij meldde zich als vrijwilliger bij de SS. De oude Europese orde was niet levensvatbaar meer, dacht hij. En ook daarin was hij niet uniek.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131928996-3a8b4d.jpg|https://images.nrc.nl/Zgmtd0HwrMZ3jkJwI0br_eUX4jw=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131928996-3a8b4d.jpg|https://images.nrc.nl/5DvmalfxPWsCOJnQnxL7A61U-uY=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131928996-3a8b4d.jpg)
Foto Uitgeverij Boom
Henk en Miep, die trouwden in 1943, bleven zich zien als goede vaderlanders. Miep schreef een artikel waarin ze betoogde dat Nederlandse meisjes behoorden bij Nederlandse mannen, en dat ze hun ‘waardigheid’ moesten behouden tegenover Duitse soldaten. Henk op zijn beurt schreef een artikel waarin hij pleitte voor een soort Gemenebest van Germaanse volken waarbinnen Nederland een hoge mate van autonomie zou hebben. Het werd hem door de nazi’s niet in dank afgenomen. Henk werd weggestuurd van de officiersopleiding van de SS en naar het Oostfront gezonden. Maar toen het Duitse leger zich na de slag om Stalingrad moest terugtrekken, wist hij zich zodanig te onderscheiden dat hij werd beloond met onder meer het IJzeren Kruis. Henk werd alsnog toegelaten tot de officierenopleiding.
Vergoelijken
In interviews die Van der Heijden gaf naar aanleiding van zijn nieuwe boek kreeg hij opnieuw de vraag of hij iets van de daden van zijn vader probeerde te vergoelijken. Het is onvermijdelijk het boek te lezen met die vraag in het achterhoofd. Natuurlijk, schrijft Van der Heijden, heeft zijn vader gedood of daartoe het bevel gegeven. Het was oorlog. Zelf schreef Van der Heijden senior over zijn tijd in Kroatië: „Soms werden Duitse soldaten die in handen van partizanen waren gevallen met afgesneden geslachtsdelen aan een boom hangend aangetroffen. Ik heb dit slechts eenmaal gezien, maar ik vrees dat de wederzijds toegepaste methoden allesbehalve opwekkend waren.”
Over Joden gaat het nauwelijks in de vele brieven die hij schreef aan Miep. Er is één citaat waar menig lezer aan zal blijven hangen. Nadat Henk in 1942 het Joodse getto in het Poolse Krakau had bezocht, schreef hij aan zijn geliefde: „Een stadsdeel met prikkeldraad omheind waarin joodjes en jodinnetjes van allerlei aard en slag in rondkrioelen. Het geheel vind ik een demonstratie van de onvoldoendheid van deze oplossing.”
Van der Heijden gelooft niet dat zijn vader hier doelde op een Endlösung. Het kan zijn, maar andere interpretatie is ook mogelijk. Chris van der Heijden lijkt graag te willen geloven dat zijn vader een idealist was die een verkeerde keuze maakte, maar geen gewetenloze moordenaar.
Kun je hem dat kwalijk nemen? Ik denk het niet. Van der Heijden schrijft met open vizier, de lezer kan zelf oordelen. De waarde van het boek zit hem ook niet in het antwoord op de vraag hoe fout zijn vader nu precies was. Die zit hem in de details waarmee Van der Heijden het leven beschrijft van iemand die aan de verkeerde kant van de geschiedenis terecht kwam – en dat is de belangrijkste reden waarom dit boek eruit springt in de enorme stroom van boeken over WOII die dezer dagen verschijnt.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131929002-f4b64f.jpg|https://images.nrc.nl/BknyJOC87lG7oCrhnZmaBDzTFlI=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131929002-f4b64f.jpg|https://images.nrc.nl/plxvcyxQRwrcl4ZkozrZGscs_BM=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131929002-f4b64f.jpg)
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131928999-287df0.jpg|https://images.nrc.nl/kLYyh_26VtiB6Ae90ArG8sSpSe0=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131928999-287df0.jpg|https://images.nrc.nl/dynxKptpzb82Rf5jIoxCYIcBDjU=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131928999-287df0.jpg)
Goudmijn
De ouders van Van der Heijden lieten een goudmijn aan materiaal na voor hun biograaf-zoon. Ze schreven duizenden brieven aan elkaar, talloze artikelen, een autobiografie (Henk), en maakten dagboekaantekeningen. En dan zijn er natuurlijk ook nog de documenten uit het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging, want de gangen van Henk van der Heijden werden na de oorlog grondig nagegaan. Het stelde Van der Heijden junior in staat opnieuw een belangrijk boek te schrijven.
Zijn ouders, stelt Van der Heijden, waren door hun uiteindelijke keuzes het tegenovergestelde van ‘de Nederlander’ die hij in Grijs verleden probeerde te schetsen. Maar door de nauwkeurigheid waarmee hij hun levens beschrijft, laat hij wel zien hoe zij stap voor stap tot die keuzes kwamen.
Mooi is ook het laatste hoofdstuk waarin Chris van der Heijden openhartig vertelt over de doorwerking van het oorlogsverleden van zijn ouders in zijn eigen leven. Vader Henk verdween voor lange tijd uit het leven van zijn zoon toen die acht jaar was. Met dat verleden werd de schrijver voor het eerst geconfronteerd toen hij als negenjarige een bal uit de tuin van een buurvrouw wilde halen en werd uitgescholden voor fascistenjong.
De oorlog werd een obsessie voor hem. De muren van zijn tienerkamer waren bedekt met afbeeldingen van Auschwitz. Lang leefde hij met de angst dat zijn vader een oorlogsmisdadiger was. Uiteindelijk verzoenden vader en zoon zich met elkaar.
In het laatste hoofdstuk beschrijft Van der Heijden ook dat dit nieuwe boek opnieuw leidde tot conflict. Zijn zus zou de brieven van hun ouders het liefst hebben weggegooid. Ze schakelde een advocaat in om publicatie van Over de rand laait vuur te voorkomen. „Een verdrietige, zinloze actie”, aldus Van der Heijden. „Als er zoveel uniek materiaal is als in het geval van mijn ouders en dat materiaal ook nog eens zo uitzonderlijk is, dan is het welhaast een intellectuele misdaad om het te laten liggen, laat staan om het weg te gooien.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131929362-9f0052.jpg|https://images.nrc.nl/mE3fnDMTUJPWs43zqXgdH8tu2q8=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131929362-9f0052.jpg|https://images.nrc.nl/5uXD21sFel1fqS4Q-F9mP312tGU=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131929362-9f0052.jpg)
Foto Uitgeverij Boom
