N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Rellen Nanterre Ook in de rechtszaal zijn de spanningen tussen de politie en jonge inwoners van de Parijse voorsteden voelbaar. „Met alles wat er is gebeurd, ga ik echt geen agent slaan.”
De 18-jarige Victoire M. is een grote jongen met een rond gezicht. Hij moet een beetje bukken om bij de microfoon te komen waarmee hij zich verstaanbaar kan maken vanuit de glazen verdachtenbox. Zijn in een sportvest gestoken schouders hangen. Zijn donkere ogen schieten van de rechter, naar zijn advocaat, naar zijn moeder, die zit te huilen op een bankje voor bezoekers. Op zijn gezicht verschijnt soms een wat verwarde blik als hem een juridische vraag wordt gesteld.
Victoire staat deze warme maandagmiddag in de rechtbank van de Parijse voorstad Nanterre terecht voor zijn aandeel in de dagenlange rellen na de dood van de 17-jarige Nahel, op 27 juni doodgeschoten door een politieagent toen hij doorreed bij een controle. Victoire wordt ervan verdacht in de nacht van 29 juni in de voorstad Montrouge stenen te hebben gegooid naar agenten en een restaurant. Ook heeft hij volgens het OM scooters in brand gestoken. Hij droeg een masker in de hoop niet herkend te worden.
De tiener – een zwarte jongen, opgegroeid in een eenoudergezin, meerdere keren veroordeeld voor stelen en oplichting – erkent dat hij de stenen heeft gegooid. „Om me te amuseren”, geeft hij als uitleg. „Iedereen was buiten en deed maar wat.” Als de rechter doorvraagt zegt Victoire: „Ik dacht niet dat ik de agenten zou raken, en ik heb ze ook niet geraakt. (…) Het was een soort oorlogje. We wilden de politie bang maken.” Nu heeft hij spijt: „Na één dag in detentie wist ik al dat het niet goed was. De agenten in de gevangenis hebben me uitgelegd dat niet alle agenten slecht zijn.” Aan het einde van zijn pleidooi zegt hij zachtjes tegen de rechter: „Ik hoop dat ik u heb overtuigd”. Zijn advocaat grinnikt.
Hoge straffen voor rellen
Sinds de rellen van afgelopen weken zijn honderden jongeren in Frankrijk in dit soort snelrechtzaken veroordeeld. Op zittingsdagen waarop zo tien of meer zaken worden behandeld, krijgen ze boetes en maanden- of zelfs jarenlange celstraffen opgelegd voor stelen, geweldpleging, vernieling en opruiing. Ook minderjarige relschoppers en mensen zonder strafblad krijgen relatief hoge straffen – een echo van de oproep van minister van Justitie Éric Dupont-Moretti die vroeg om „forse straffen voor degenen die de eigendommen van eerlijke werkende mensen en de openbare diensten plunderen”.
Ook in rechtszaken die niet direct over de rellen gaan, waart het spook van Nahel. Zo behandelt de rechtbank van Nanterre later op maandag een zaak waarin een jong stel terechtstaat voor onder meer ‘rebellie’ en het uitschelden en met de dood bedreigen van agenten tijdens een verkeerscontrole. Khadidiatou D. (21) en Noufou K. (21) zijn onlangs getrouwd; zij is drie maanden zwanger. Hij heeft een lang strafblad gevuld met vergrijpen als inbraak, zij is nog nooit in aanraking geweest met justitie.
Het koppel werd afgelopen donderdag aangehouden in Bagneux, een andere Parijse voorstad. Noufou reed zonder rijbewijs en wisselde gauw van plek met zijn vrouw – die wel een rijbewijs heeft – toen de politie kwam. Er ontstond een conflict omdat Noufou te lang deed over uitstappen (volgens hemzelf omdat hij zijn schoenen nog moest aandoen). Volgens de politie begon Khadidiatou „hysterisch te schreeuwen” – op videobeelden is te horen dat ze naar de agenten roept: „Hij stapt uit! Hij stapt uit”.
Zij gilde naar eigen zeggen zo omdat de agenten tegen haar hadden gezegd dat ze haar „een klap zouden geven” en zouden taseren. Daarna zouden de agenten haar hardhandig tegen de grond hebben gewerkt, waar ze met kapotte kleren eindigde (volgens de agenten weigerde ze zich te laten boeien en ging ze zelf op de grond zitten). Hierbij noemde ze een van de agenten connard, klootzak. Volgens de politie voegde ze daar „stel klootzakken, laat je anaal neuken, stel klote-agenten” aan toe – zij ontkent dit.
Noufou stelde zich agressiever op. „Ik ken keufs (smerissen) maar jij bent echt een groot stuk stront”, zei hij. En: „Ik zweer het op de Koran, ik ga je iets aandoen. (…) Ik ken nu je kop, ik ga je doden.” Volgens de agenten heeft hij hen ook geslagen en geschopt. Noufou ontkent geweld te hebben gebruikt, maar geeft toe dat hij de bedreigingen heeft geuit. Dat kwam, zo zegt hij vanuit de verdachtenbox, omdat er iets knapte omdat de agenten zijn zwangere vrouw zo hardhandig aanpakten.
„Ik was bang, wat er gebeurde leek zo op wat er met Nahel is gebeurd”, zegt Khadidiatou op de gang voorafgaand aan haar zaak – anders dan haar man is ze op vrije voeten. Ook haar advocaat vraagt de rechter de „actuele context” mee te wegen. „Een meisje dat nog nooit in aanraking is geweest met politie wordt benaderd door een overbewapende politie-agent. En er is net iemand omgekomen bij zo’n controle. Iemand die op hen lijkt. Natuurlijk is ze gechoqueerd.” Ook Noufou verwijst naar wat er nog geen twee weken eerder gebeurd was. Gevraagd naar de beschuldiging van geweld, zegt hij: „Met alles wat er is gebeurd, ga ik echt geen agent slaan.”
Lees ook: Jongeren in Nanterre zien geen andere oplossing meer dan ‘dingen in brand te steken’
Voelbare spanning
De waarheid zal in het midden liggen. Maar de zaken tonen hoe hoog de spanningen zijn opgelopen tussen jongeren van kleur die in de Franse voorsteden wonen en de politie. Spanningen die al decennia bestaan en om de zoveel jaar oplaaien als er wéér een jongere van kleur omkomt door politiegeweld. Twee weken na de dood van Nahel is het op straat rustig, maar het broeit onder het oppervlak. Zodra er weer een video verschijnt van een hardhandige arrestatie vlamt het weer op. Afgelopen weekend nog ontstond onrust nadat beelden uitkwamen waarop te zien is hoe Youssouf Traoré, de broer van de bij een arrestatie omgekomen Adama Traoré, ruw wordt getackelt door agenten bij een verboden mars ter nagedachtenis van zijn broertje.
De kloof tussen politie en jonge inwoners van de buitenwijken is ook in de rechtbank te voelen. Als een beveiliger en later een goed gecoiffeerde advocate in slaap sukkelen na de zoveelste rechtszaak, zegt niemand iets. Maar als Khadidiatou haar hoofd ten ruste legt op het bankje voor haar, komt meteen een agent op haar af: „Niet in slaap vallen!”. Terwijl de advocaten en de verslaggever hun flesjes drinken mee mogen nemen in de zaal, wordt een in joggingpak gestoken familielid van een verdachte gesommeerd zijn flesje buiten te zetten. Een agent vraagt een jonge, zwarte man: „Bent u verdachte?”, terwijl hij komt voor de rechtszaak van de broer van een vriend. De (witte) verslaggever wordt gevraagd of ze advocaat is.
Naarmate de dag vordert – uiteindelijk zullen van 13.30 uur tot middernacht zaken behandeld worden – trekken de verdachten die op vrije voeten zijn en de aanwezige naasten naar elkaar toe. Op de gang delen ze verhalen over hardhandige arrestaties, over denigrerende opmerkingen van agenten, over het racisme dat ze dagelijks ervaren. „En dit moet het land zijn van de mensenrechten”, zegt een jongen schamper. Het delen verbroedert. En vergroot de kloof.
Lees ook: Dood Franse tiener door politiekogel leidt tot woedende reacties
Uitspraken
Over de zaak van Victoire M. hoeft de rechter niet lang na te denken. Na een kort beraad zegt hij dat niet is bewezen dat de tiener scooters in brand heeft gestoken. Wel is hij schuldig aan het gooien van stenen. Hij krijgt een boete, tien maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf. Zowel Victoire als zijn moeder lijkt niet precies te begrijpen wat zo’n travail d’intérêt général inhoudt – zijn advocaat gebaart dat ze het zo uitlegt op de gang.
Over Khadidiatou D. en Noufou K. moet de rechter langer nadenken – na drie kwartier is hij eruit. Ze krijgen allebei een boete van een paar honderd euro. Noufou wordt niet veroordeeld voor geweldpleging, wel voor de doodsbedreigingen. Hij krijgt achttien maanden celstraf, waarvan acht voorwaardelijk. De andere tien mag hij uitzitten met een enkelband. „Ik heb spijt”, zijn Noufous laatste woorden in de zaal. „De spanningen zijn te snel opgelopen.”