Het Rijk gaat 259 boerenbedrijven zonder vergunning toch niet helpen

Stikstof Meermaals beloofde het Rijk boeren te helpen die sinds de stikstofuitspraak van Raad van State in 2019 zonder vergunning stikstof uitstoten. Een deel blijkt daar nu toch niet voor in aanmerking te komen.

Koeien in een stal in het Friese Koudum. In Nederland zijn er bijna 2.500 boerenbedrijven die op dit moment deels zonder vergunning hun boerenbedrijf runnen.
Koeien in een stal in het Friese Koudum. In Nederland zijn er bijna 2.500 boerenbedrijven die op dit moment deels zonder vergunning hun boerenbedrijf runnen. Foto Sem van der Wal/ANP

Ten minste 259 boerenbedrijven zonder vergunning hoeven in tegenstelling tot eerder gewekte verwachtingen niet te rekenen op hulp van het Rijk. Zij moeten daardoor nu zelf stikstofruimte gaan kopen of minder dieren houden, anders riskeren zij boetes. Dit bevestigt het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan NRC.

In Nederland zijn er bijna 2.500 boerenbedrijven die op dit moment deels zonder vergunning hun boerenbedrijf runnen. Die bedrijven kregen tussen 2015 en 2019 een vrijstelling om uit te breiden, als de stikstofneerslag op kwetsbare natuurgebieden onder een bepaalde waarde bleef. Zij hoefden die uitbreiding alleen bij de provincie te melden, en niet bij het Rijk.

Maar toen de Raad van State in 2019 in de beruchte stikstofuitspraak het Programma Aanpak Stikstof (PAS) ongeldig verklaarde, verloren deze bedrijven hun vrijstelling. Sindsdien stoten ze ‘onvergund’ stikstof uit.

Niet het geval

Het ministerie van Landbouw heeft tot nu toe voor bijna 600 van deze boeren bekeken of zij voldoen aan de criteria van het Rijk om alsnog te legaliseren. Voor zo’n 40 procent van de bedrijven is dit niet het geval.

De criteria die het Rijk nu stelt om de bedrijven te legaliseren, zijn dezelfde voorwaarden waar de bedrijven aan moesten voldoen toen ze hun uitbreiding voor het eerst meldden. Zo moet hun stikstofuitstoot onder een bepaalde drempel- en grenswaarde blijven en moet de bedrijfsuitbreiding in gang zijn gezet tussen 2015 en 2019, en niet daarvoor.

Hoe het kan dat deze boeren nu toch niet aan de criteria voldoen, is niet direct duidelijk. Het ministerie van Landbouw, dat er alles aan doet om de banden met de agrarische sector goed te houden, houdt in een reactie vol dat dit waarschijnlijk buiten de schuld van de boeren om is gebeurd. Boeren kunnen bij hun eerste melding per ongeluk verkeerde gegevens hebben ingevuld en daardoor meer stikstof uitstoten dan ze dachten, volgens een woordvoerder van het ministerie.

In interne stukken van het ministerie van Landbouw, die vorige week zijn vrijgegeven na een beroep op de Wet open overheid (Woo), wordt er wel rekening mee gehouden dat sommige boeren destijds bewust verkeerde informatie hebben verstrekt. Zo schrijft een ambtenaar van het ministerie van Landbouw in een memo dat het „heel lastig” te bepalen is „wie te goeder trouw handelde”. Hiernaar gevraagd kan een woordvoerder van het ministerie geen nadere uitleg geven.

Lees ook: Nieuwe tegenvaller voor het Rijk in stikstofdossier: legaliseren boerenbedrijven zonder vergunning dreigt te mislukken

De situatie van de onvergunde bedrijven, zogenoemde ‘PAS-melders’, is een van de ingewikkeldste puzzels in het stikstofdossier. De regering zoekt al jaren naar een oplossing voor deze bedrijven, die in feite illegaal opereren. Regelmatig is door ministers beloofd dat er een oplossing komt. Daarvoor is 250 miljoen euro beschikbaar gesteld, maar het lukt tot nu toe amper om deze bedrijven te helpen. Zo is er tot nu toe bijna geen stikstofruimte van gestopte boeren te vergeven aan bedrijven zonder vergunning.

Oplossing is essentieel

Om de agrarische sector niet verder op de kast te jagen, is het essentieel dat er een oplossing komt voor deze boerenbedrijven. Tijdens gesprekken over het – inmiddels geflopte – Landbouwakkoord hamerden landbouwbelangenorganisaties er constant op dat bedrijven zonder vergunning door het Rijk geholpen moeten worden.

Uit de vrijgekomen Woo-stukken, die gaan over de periode 2020 en 2021, blijkt dat het ministerie in zijn maag zit met de bedrijven die niet in aanmerking komen voor legalisatie. Zo onderzocht het departement onder meer de mogelijkheid bedrijven die niet aan de criteria van legalisatie voldoen tóch een vergunning te geven. Die optie bleek juridisch niet houdbaar.

Eind vorig jaar serveerde de landsadvocaat een soortgelijke oplossing nog eens af. Minister Christianne van der Wal (Stikstof, VVD) vroeg landsadvocaat Pels Rijcken of de stikstofuitstoot van alle (boeren)bedrijven zonder vergunning door de vingers kon worden gezien via een algehele vrijstelling. Het antwoord: nee, afzien van handhaving bij alle onvergunde stikstofuitstoters is in strijd met de wet. En dit omzeilen door de wet zelf aan te passen, was ook geen optie.

Eind 2025 moeten alle bedrijven zonder vergunning gelegaliseerd zijn, dat is wettelijk vastgelegd. Is dit realistisch? „We doen er alles aan om dat te halen”, zegt een woordvoerder van het ministerie van Landbouw. Volgens het ministerie geeft de tot nu toe gecontroleerde groep bedrijven „geen goed beeld” van het werkelijke aantal bedrijven dat uiteindelijk niet in aanmerking zal komen voor hulp van het Rijk.