Het regende klachten over Co-Med, maar de huisartsenketen stond ‘met de rug tegen de muur’

Algemeen directeur Guy Vroemen (links) en medisch directeur Guy Schulpen van Co-Med.

Algemeen directeur Guy Vroemen (links) en medisch directeur Guy Schulpen van Co-Med.

Foto Chris Keulen

Interview

Slecht bereikbare huisartsen De inspectie constateerde tekortkomingen en patiënten kregen geen zorg, maar huisartsenketen Co-Med is ten onrechte in opspraak, zeggen de directeuren.

Stomverbaasd stonden patiënten in Reusel een paar maanden geleden op een maandag voor een gesloten hek. Hun huisartsenpraktijk bleek per direct gesloten. Omroep Brabant legde vast hoe een bezoeker een voicemail kreeg wanneer ze op de 1 voor spoedgeval drukte.

De Reuselse praktijk ging vrij rap dicht nadat deze in handen was gekomen van de commerciële keten Co-Med. Bij verschillende andere vestigingen regende het klachten over slechte bereikbaarheid. En in de regio Zwolle werd Co-Med eerder deze maand uit de plaatselijke huisartsenpost gegooid na niet ingevulde weekenddiensten. Daardoor hadden andere artsen harder moeten lopen, was het verwijt.

De Inspectie constateerde bij Co-Med „ernstige tekortkomingen” waarbij patiënten „een groot veiligheidsrisico” zouden lopen en wilde daarom uitzonderlijk hard ingrijpen. Maar de voorzieningenrechter schorste begin deze maand dat voornemen van de toezichthouder. Normen voor ‘goede zorg’ zijn niet hard en veranderen regelmatig, constateerde de rechter. Een instelling moet zijn best doen goede zorg te verlenen, en dat doet Co-Med, was zijn oordeel.

Co-Med is ten onrechte in opspraak, zeggen directeuren Guy Vroemen en Guy Schulpen in een vraaggesprek met NRC. De bestuurders, die ook aandeelhouder zijn, stellen dat veel onwaarheden de ronde doen. „Die willen we weerleggen.”

De vraag is of het lukt de huisartsenzorg zoals het in Nederland bedacht is overeind te houden

Guy Schulpen (51) is arts. Voor het ministerie van VWS onderzocht hij een jaar of zeven geleden de toekomst van de huisartsenzorg. In 2019 besloot hij met een compagnon Co-Med BV op te zetten omdat hij zag dat steeds meer jonge huisartsen de hele rompslomp van een praktijk gingen mijden. „Met Co-Med runnen wij de praktijk en laten we de dokter de dokter zijn. We streven niet naar minder, maar naar meer patiënten per huisarts, want we zullen in Nederland met minder artsen meer zorg moeten verlenen. Bijvoorbeeld door ondersteunend personeel zoals een verpleegkundig specialist of een fysiotherapeut eerder in te zetten. Of door zorg op afstand te bieden. En door administratieve taken bij de huisarts weg te halen. Alleen zo kunnen we de huisartsenzorg toegankelijk houden. We willen met Co-Med tonen dat er andere manieren zijn om huisartsenzorg te bieden: er zit meer ambitie achter dan alleen een commercieel belang.”

Guy Vroemen (41) kwam er bij voor het zakelijke gedeelte. Hij zette een bedrijf op in dubbelzijdig kleefplakband en verkocht dat in 2018 met succes aan Amerikanen. Wat heeft hij hier te zoeken? Schulpen: „Hij heeft hier ook niets te zoeken. Samen met een compagnon heb ik het idee voor Co-Med bedacht, als zorgbestuurders, maar wij hadden al snel door dat we iemand nodig hadden die weet hoe je slim moet ondernemen.”

De plotse sluiting van de huisartsenpraktijk in Reusel deze lente was een kwestie van overmacht, zeggen de ondernemers. Zij dachten voortzetting van de praktijk door een andere huisarts geregeld te hebben, maar die vertrok. „Toen zaten we met een situatie”, zegt Schulpen. „De opties die we hadden, vielen één voor één af. Omliggende praktijken wilden niets met ons te maken hebben. Dan sta je met de rug tegen de muur. We konden geen spoedzorg leveren – een basisvereiste. Je hebt geen dokter ter beschikking en tegelijkertijd staan toezichthouders te trappelen om te vertellen dat je de boel niet op orde hebt.”

Schulpen: „Als wij ons melden in een nieuwe regio, worden wij stelselmatig tegengewerkt. In Zwolle kregen wij van de huisartsenpost [waar de zorg buiten kantooruren wordt geleverd, red.], pas in april het rooster voor de zomer. Probeer dan nog maar eens, met de landelijke huisartstekorten, iemand te vinden om de diensten in te vullen. Er zijn regio’s waar huisartsen hardop zeggen: ‘Wij zullen er alles aan doen om deze organisatie uit onze regio te krijgen. Dat ondervinden we ook.’”

Andere onrust over slecht beschikbare zorg bij Co-Med is overdreven, vinden de ondernemers. Een vakantiesluiting in Waalwijk was keurig van tevoren aangekondigd, er was waarneming geregeld. Inderdaad, in Breda was de bereikbaarheid tijdelijk niet op orde. Maar dat kwam door een ‘tsunami van telefoontjes’. Vertrekkende huisartsen hadden ten onrechte aan hun patiënten geschreven dat zij vreesden dat er geen opvolging was geregeld, zeggen de bestuurders van Co-Med. Terwijl deze oud-praktijkhouders volgens hen al kennis hadden gemaakt met het nieuwe team. Vroemen: „Dat hele bereikbaarheidsstukje is wel overtrokken.”

Algemeen directeur Guy Vroemen (links) en medisch directeur Guy Schulpen van Co-Med. Foto Chris Keulen

Bereikbaarheidsstukje? Patiënten staan bij u voor een dichte deur.

De bestuurders hebben zichtbaar moeite enig falen van hun organisatie te onderkennen. Ze zijn ervan overtuigd dat het meevalt. Schulpen: „Er zijn onmiskenbaar veel klachten geweest over Breda en Hollands Kroon [in de Kop van Noord-Holland, red.]. Dat is een feit. Maar er zitten wel verhalen achter. Terecht gaan mensen bellen als ze lezen dat er geen zorg meer beschikbaar zou zijn. Die wijken uit naar de spoedlijn die dan ook overbelast raakt. Het wás ook niet op orde te brengen. Maar nadat dit normaliseerde, was er feitelijk niets mis met de bereikbaarheid.”

Huisartsen krijgen ieder kwartaal een vast bedrag per patiënt van de zorgverzekeraar. Als een praktijk van u dan tijdelijk gesloten is, of slecht bereikbaar, levert u ontoereikende zorg terwijl er wel voor betaald wordt. Zou u dat dan niet moeten terugbetalen?

Vroemen: „Dan wil ik toch wel weten wat uw definitie van beschikbaarheid is. Kijk, als wij alleen maar patiënten inschrijven en geen zorg leveren dan denk ik dat binnen de kortste keren hier de inspectie en de NZa [een andere toezichthouder, red.] op de stoep staan.”

Dat doen beide toezichthouders ook, die doen onderzoek naar u.

Schulpen nuanceert: „Kijk, er zijn wel degelijk klachten geweest, maar bereikbaarheid is een heel ingewikkeld concept. Wat is de norm? Je wil niet een half uur in de wacht staan als je je huisarts belt, dat is duidelijk. Maar de Landelijke Huisartsen Vereniging heeft zelf vastgesteld dat huisartsen niet meer in staat zijn aan hun eigen normen te voldoen. Ze hebben die onlangs zelf afgezwakt. Praktijken mogen een extra dagdeel per week dicht zijn. Wij hebben net zoveel doktersassistenten als de norm in Nederland voorschrijft. Daar bovenop hebben wij een telefoniecentrum. Dus wij hebben betere bereikbaarheid dan gemiddeld.”

Verzekeraars bevestigen dat uw praktijken soms ondermaatse zorg leveren. Dus dan is toch de vraag: heeft u overwogen in die situaties geld terug te betalen?

Vroemen: „Maar dan moet in heel Nederland iedere dokter die vakantie viert, dat terug gaan betalen.”

Schulpen: „Wij snappen echt wel dat wij ons als new kid on the block extra moeten bewijzen. Dat doen we ook door bijvoorbeeld onze bezettingsroosters vooraf te delen met de zorgverzekeraars. Maar laten we dan wel dezelfde spelregels hanteren. Want wat van andere huisartsen geaccepteerd wordt, wordt niet van ons geaccepteerd. Laatst was ik in een praktijk in Flevoland, daar draaide één arts de praktijk op 15.000 patiënten, 15.000! En de norm is 2.095 patiënten. Wij kiezen ervoor dat niet te melden bij toezichthouders, want wij vinden dat een oneigenlijke methode waar we zelf ook veel last van hebben, maar jongens: dit is wat Nederland nu is.

„Als wij in Nederland vinden dat een dokter geld moet terugbetalen als hij zijn praktijk twee weken sluit, vind ik dat prima. Maar dat moeten we dan ook voor iedereen laten gelden. Gelijke monniken, gelijke kappen.”

Vroemen en Schulpen benadrukken dat er weinig „digitaal” is in hun aanpak. Ze streven naar een vaste huisarts voor hun patiënten. Zo’n 90 procent van alle consulten bij Co-Med wordt door een vaste huisarts gedaan, zeggen ze. Daarbij is de wachttijd voor een consult slechts 1,8 dagen, veel praktijken halen dat niet.

Wat gaat er volgens u in algemene zin mis in de huisartsenzorg?

Schulpen: „De vraag is of het lukt de huisartsenzorg zoals het in Nederland bedacht is overeind te houden. In een rapport dat ik in mijn vorige baan schreef, concludeerden we dat één op de zeven schoolverlaters in de zorg moet gaan werken om die op peil te houden. In 2040 zou dat één op vier worden. Dat kan niet. Want dan heb je niet genoeg mensen om leraar, politieagent of productiemedewerker te worden. Kortom, hoe houden we het droog als we met steeds meer parttime werkende artsen meer zorg moeten verlenen? Het is een rekensom die niet rondkomt. Eigenlijk zou de helft van alle ‘zorgcontacten’, de contacten tussen hulpverlener en patiënt, moeten verdwijnen.”

Maar kan je dan nog wel voldoen aan de kernwaarden van de huisartsenzorg?

Schulpen: „Wij kunnen gewoon niet iedereen blijven voorzien in de mate zoals we nu doen. Het nachtmerriescenario is zoals in het Verenigd Koninkrijk. Daar verlenen de huisartsen geen avond-, nacht- en weekendzorg meer, dat doen verzelfstandigde organisaties. In Engeland stopt de huisarts gemiddeld op zijn 38ste. Die gaat wat anders doen: bedrijfsarts, verzekeringsarts, consultatiebureau-arts. In het nachtmerriescenario implodeert de huisartsenzorg in Nederland. Ik zie voornamelijk een beroepsgroep die argwanend en afwachtend is, een beroepsgroep die conservatief vasthoudt aan een werkwijze die niet meer houdbaar is.”

Wat is er niet meer houdbaar?

Schulpen: „Kijk eens naar de regio Enschede. Daar zijn 15.000 mensen die kunnen niet meer terecht bij een huisarts. De praktijken zijn vol. Diezelfde mensen kunnen in ons bestel niet meer terecht bij een specialist of een psychiater, want dan heb je een verwijsbrief van de huisarts nodig. Maar die mensen hebben wel een ziektekostenpolis afgesloten waarvoor ze verplicht premie betalen.

„Die huisartsenzorg, die piept en kraakt niet alleen, die is al voor een deel in elkaar aan het storten. Als dat gebeurt, betekent dat het einde van de poortwachtersfunctie. Het failliet van ons bestel. Ondertussen maken de huisartsen in de regio Enschede ruzie met nieuwkomers als ons. Die klagen over concurrentie terwijl duizenden mensen staan te popelen om geholpen te worden. Dan mist er een gevoel van urgentie. Wij schatten dat er in het hele land 100.000 tot 150.000 mensen niet staan ingeschreven bij een huisarts, burgers die niet meer terechtkunnen bij een huisarts. Dit debat mogen we niet uit de weg gaan.”

Dus een debat over lagere normen, andere organisatie?

Schulpen: „Een van de normen is dat een voltijds huisarts 2.095 patiënten kan behappen. Dat is niet meer haalbaar. Ik geloof dat er nog veel efficiënter gewerkt kan worden in de huisartsenzorg. We zullen toch met elkaar moeten gaan verkennen hoe een huisarts meer patiënten kan aannemen zonder in te boeten op kwaliteit. Laten we het dáár in godsnaam over hebben. In plaats van te wijzen naar ons, het lekkende kraantje in de tuin, terwijl elders de dijken aan het doorbreken zijn.”