Vanaf de veranda van Aida Fernandes ontvouwt het ruige berglandschap van Noord-Portugal zich kilometers ver, elke nieuwe top een stukje vager. In de verte staan een paar windmolens op de hoogste punten, maar verder is er geen teken van de mens te zien.
„Daar moet de mijn komen”, zegt Fernandes, terwijl ze wijst naar een beboste heuvel op ongeveer een kilometer van Covas do Barroso. Ze kent dit uitzicht al sinds haar jeugd. Fernandes wordt ermee wakker als ze naar haar 25 vleeskoeien gaat, en gaat ermee slapen als ze die teruggebracht heeft naar de stal waar ze ’s nachts staan. Maar het zal er niet lang meer zo bij liggen, vreest Fernandes.
Vlakbij ‘Covas’, zoals de inwoners het noemen, moet een van de grootste lithiummijnen van Europa komen. Het continent wil voor dit soort metalen, cruciaal voor batterijen van bijvoorbeeld elektrische auto’s, minder afhankelijk worden van andere delen van de wereld. Met name China beheerst de ketens voor deze grondstoffen: een geopolitiek risico, aldus de EU.
Doel van de Europese Commissie is dat in 2030 minstens 10 procent van de ‘strategische grondstoffen’ zoals lithium, kobalt en koper uit Europa komt (nu is dat 3 procent). Dat is vastgelegd in een plan afgelopen maart. Maar op de plekken waar deze mijnen moeten komen, zijn omwonenden lang niet altijd blij met deze ontwikkeling. Zij vrezen aantasting van hun leefomgeving, vervuiling en overlast.
In Covas woedt een hevige strijd over de plannen van mijnbouwbedrijf Savannah. Die kreeg een nieuwe twist nadat het project in november opdook in een groot corruptieschandaal dat premier António Costa deed aftreden. „We hebben nu meer argumenten in onze rechtszaak”, zegt de burgemeester van de gemeente Fernando Queiroga.
De weerstand tegen de mijnen, die ook speelt in landen als Zweden en Servië, is een gevoelige kwestie. Ze dreigt de ambities van Europa te vertragen. Zijn die Europese doelen verenigbaar met lokale belangen?
De activist blokkeert de weg
Er is een ritueel dat zich al talloze keren heeft afgespeeld op een zandweggetje op een paar kilometer van Covas. Een graafmachine van Savannah komt de berg af gehobbeld. Aurik Martins Antunes, antimijnbouwactivist, blokkeert de weg. De graafmachine stopt. Savannah belt de politie. Die verschijnt na een uurtje, maakt een aantekening van de situatie, en daarna vertrekt iedereen weer.
„Omdat de situatie bij de rechtbank voorligt, doet de politie niet veel meer dan dit”, zegt Martins Antunes na afloop in zijn rode bestelbusje. Savannah en de inwoners van Covas hebben een juridisch conflict over de gronden waar het bedrijf begonnen is met exploraties om lithium te vinden. Volgens de inwoners is het bedrijf aan de slag gegaan op gemeenschappelijke dorpsgronden, zogenoemde baldios in het Portugees (het bedrijf ontkent dit ten stelligste).
Vanaf 2026 wil het Britse Savannah Resources hier in drie open mijnen lithium gaan winnen; in feite drie gaten in de grond. Noord-Portugal is een van de delen van Europa waar deze grondstof in relatief grote mate voorkomt. Savannah is een vijftien jaar oud mijnbouwbedrijf dat in 2017 de concessie voor de mijn verwierf.
Het bedrijf past in een trend van start-up-achtige ondernemingen die zich op de winning van zeldzame metalen hebben gestort en vaak door beursgangen kapitaal vergaren om aan de slag te gaan. Er werken maar ongeveer veertig mensen en Covas is het enige project waar het op dit moment aan werkt. Het bedrijf is genoteerd aan de beurs van Londen en zegt dat het bij Covas per jaar genoeg lithium kan winnen voor 500.000 elektrische auto’s, veertien jaar lang; daarmee zou Covas een van de grootste lithiumreserves van Europa zijn.
Savannah heeft een vergunning en is al bezig in de regio. Op een aantal plekken rondom Covas rijden grote trucks en machines rond die bomen rooien en de grond klaarmaken voor exploratie. Dat gebeurt nu met name op stukken grond waar geen discussie over is met dorpsbewoners.
Veel mensen in Covas zijn boos over de komst van de mijn. Het dorp hangt vol spandoeken („Nee tegen mijnbouw!”) en inwoners organiseren af en toe protesten, inclusief zelfgeschreven protestliederen. De angst is dat het dorpsleven zal worden aangetast, door vrachtwagens die af en aan rijden, explosies, bomenkap, grootschalig waterverbruik en watervervuiling. Inwoners vrezen dat chemicaliën die nodig zijn voor het verwerken van lithium in het regionale watersysteem terechtkomen.
„Ik ben hier geboren, ik ben hier opgegroeid”, zegt Aida Fernandes aan tafel in haar woonkamer. „We leven in een groene regio die ze willen vernietigen voor de energietransitie. We moeten toch de planeet redden? Dan moet je dit soort gebieden juist beschermen.”
Covas is een dorpje met vooral kleine boerenbedrijven. Mensen lopen er rond in kaplaarzen. Hakken hout en gooien dat achterin hun auto. Drinken een espresso bij het kleine, enige barretje, O Nosso Café (‘Ons Café’). De regio is beschermd ‘landbouwerfgoed’, aldus een zeldzame classificatie van de Voedsel- en Landbouworganisatie van VN (juridisch speelt dit echter geen grote rol).
Het steekt dat ze hier een levensstijl hebben die eigenlijk al door en door ‘groen’ is, en dat dan juist hier een mijn moet komen. „We doen hier veel dingen zoals onze grootouders dat deden. We verbouwen ons eigen eten, fokken ons eigen vlees.”
Leden van de dorpsvereniging die de gemeenschappelijke baldios-gronden beheert, stemden massaal voor een procedure tegen Savannah omdat ze menen dat het bedrijf bezig is op hun gronden. Ondertussen voert de gemeente nog een ander soort rechtszaak, om alsnog de vergunning te laten intrekken, zo legt burgemeester Fernando Queiroga uit op het moderne stadhuis in gemeentehoofdplaats Boticas. „We staan nu bekend om onze Barroso-honing en ons Barroso-vlees”, zegt Queiroga, verwijzend naar de naam van de streek. „Maar de mijn heet de Barroso-mijn, en dan komen we om iets heel anders bekend te staan.” Hij vreest dat toeristen zullen wegblijven en lokale producten geen aftrek meer zullen vinden.
Hij denkt sterker te staan door een verrassende ontwikkeling. Begin november dook de mijn, samen met een aantal andere projecten zoals een waterstoffabriek, op in een groot corruptieschandaal waarbij meerdere hoge ambtenaren werden gearresteerd. Wat er precies is gebeurd, is nog niet duidelijk, maar vermoedelijk is er gesjoemeld bij de vergunningverlening omtrent de projecten. Ook de directeur van het Portugese milieuagentschap, dat een soort milieueffectrapportage van de mijn goedkeurde, is verdachte. Premier António Costa besloot af te treden, hoewel hij niet direct betrokken lijkt bij het schandaal.
De koers van Savannah is sinds het nieuws flink gedaald, van iets meer dan 3 pond naar iets boven de 2 pond. Volgens burgemeester Queiroga en de inwoners van Covas is het schandaal een extra argument tegen het project, waarvan volgens hem niet duidelijk is hoe de vergunning precies tot stand is gekomen. „Het is niet transparant gegaan.” Tegelijkertijd benadrukt hij dat er ook inhoudelijk wat hem betreft genoeg bezwaren zijn. „Het gebeurt gewoon te dicht op de dorpen.”
De gespannen strijd in Covas echoot andere mijnbouwconflicten in Europa. In Noord-Zweden vreest de Sami-bevolking de gevolgen van een recente vondst van zeldzame aardmetalen: welke invloed gaat dit hebben op hun bestaan? Een groot plan voor een lithiummijn in Servië van multinational Rio Tinto werd in 2022 geschrapt door de regering na wekenlange enorme protesten. In Bosnië klinkt bij het stadje Vares kritiek op een groot zink-, lood- en zilverproject. En ook bij andere voorgenomen mijnen in Portugal is de lokale bevolking vaak kritisch.
Tegelijkertijd is deze kritiek vaak niet het hele verhaal. De burgemeester in Vares is juist voorstander van de mijn, om de leeggelopen Bosnische plaats nieuw leven in te blazen. Er zouden al honderden banen zijn gecreëerd.
Ook in Noord-Portugal is niet iedereen tegen. Aida Fernandes zegt dat haar broer voor het mijnbouwbedrijf is gaan werken – maar wil daar verder niks over kwijt. En dan zijn er ook dorpsbewoners die hun private gronden hebben verkocht aan Savannah (het bedrijf heeft hier naar eigen zeggen al bijna 2 miljoen euro aan uitgegeven).
„Mijnbouw ligt vaak genuanceerder dan het lijkt”, zegt Benjamin Sprecher, industrieel ecoloog aan de TU Delft en gespecialiseerd in de winning van metalen. „Het veroorzaakt schade, maar anderzijds levert het banen op.” De ironie is volgens hem dat bij kolenmijnen die sluiten vanwege de energietransitie de bevolking juist vaak boos is.
„Door het sluiten van deze kolenmijnen gaat er netto minder mijnbouw zijn door de energietransitie”, merkt hij op. Mede daarom is Sprecher ook voorstander van meer winnen op Europese bodem. „We gaan een klein beetje schade veroorzaken om oneindig veel grotere schade te voorkomen.”
Tegelijkertijd merkt hij op dat er wat hem betreft in de Europese plannen te weinig aandacht is voor het verminderen van de vraag naar metalen, door bijvoorbeeld recycling of het herontwerpen van producten. Dat zou in theorie de winning op het continent kunnen beperken. „Er zit een sterke mijnbouwlobby achter de plannen om op zoveel mogelijk plekken te gaan winnen. Maar er is geen lobby voor het terugdringen van het verbruik.”
Lego-bouwwerken
Op een woensdagochtend zit Emanuel Proença, topman van Savannah, aan een tafel tussen de Lego-bouwwerken in een pension in Boticas. Het speelgoed is van het zoontje van de pensionhouder. Er is beperkte accommodatie in de regio voor de in Lissabon woonachtige topman.
Twee weken voor het bezoek aan Covas mailt NRC al naar Savannah om contact te zoeken. Maar pas na een spontaan bezoek aan een infocentrum van het bedrijf – pal tegenover het stadhuis – komt de communicatieafdeling in actie en regelt ter plaatse een interview met Proença. Het is de eerste keer dat de Portugese topman met de pers praat, sinds hij drie maanden geleden aantrad.
Proença erkent dat Savannah „nog niet zo succesvol is geweest” in het positieve verhaal van de mijn vertellen. „Ik snap dat er veel angsten zijn.” Die zijn volgens hem „begrijpelijk”, maar voor een groot deel ongegrond. Zo gebruikt het project geen lokaal water en is afwisselend maar één van de drie ‘putten’ open: er wordt niet gelijktijdig in de drie te openen mijnen gewerkt. Ook is volgens Proença überhaupt nauwelijks sprake van chemicaliën die niet van nature afbreekbaar zijn.
Welke overlast zal er volgens Proença zijn? Er zullen af en toe explosies zijn, legt hij uit. Dat hoort bij mijnbouw, aldus de topman. Ook wijst hij op vrachtverkeer, op een verwerkingsfabriek die gebouwd wordt en op het feit dat het terrein afgesloten zal zijn.
Zijn belangrijkste punt is dat hij denkt dat de mijn juist erg goed is voor de regio. Volgens hem worden er enkele honderden banen gecreëerd bij de mijn en de verwerkingsfabriek. „Er zijn hier veel uitdagingen. De bevolking in deze regio krimpt, veel mensen zijn naar het buitenland verhuisd. Er is nu een kans voor hun kinderen, kleinkinderen, vrienden om terug te komen en hier te gaan werken.”
Hij denkt dat dit besef zal indalen. „Je ziet in heel Europa dat mijnen vaak een bron van welvaart zijn.” Proença noemt het stadje Castro Verde in Zuid-Portugal, waar een zink- en kopermijn is en volgens Proença het gemiddelde inkomen hoog ligt.
De suggestie dat de bewoners misschien gewoon tevreden zijn met de rust en de weinige inmenging van buitenaf betwijfelt hij. „Het leven is hier niet makkelijk, de lonen zijn laag, vrienden zijn soms weg. Ik denk dat er sprake is van opgegeven hoop op een betere toekomst. Van een soort rechtvaardiging van de moeilijke situatie. Wij kunnen dat helpen veranderen.”
De mijn als redder versus de mijn als vernietiger: in Boticas kun je binnen een straal van een paar honderd meter compleet tegengestelde perspectieven horen. Voorlopig verandert hier nog weinig. De activisten zijn van plan de werkzaamheden op sommige gronden te blijven blokkeren. Uitspraken in de juridische procedures zijn pas ver in 2024 te verwachten.
Als in Covas tegen de avond de graafmachines stilhouden, drijft Aida Fernandes haar 25 koeien terug naar de stal, midden over de openbare weg. Rustig sjokken ze over het weggetje, hier en daar halt houdend bij een plas om te drinken. De lucht zit vol oranje vlekken, als een vulkaanuitbarsting. Fernandes: „Ik houd van mijn koeien, van wat ik doe, van het land. Als het hier zo blijft, is het de beste plek om te wonen.”
Leeslijst