Het Pompeï van de trilobieten ligt in Marokko

Nog nooit hadden paleontologen fossielen van trilobieten in zulke fijne details kunnen waarnemen als nu op een vindplaats in Marokko. In een studie in Science maakten de onderzoekers een driedimensionale röntgenscan met behulp van een microtomograaf om te analyseren hoe deze uitgestorven geleedpotigen eruit moeten hebben gezien. Bijzonder is dat ze hierbij een goed beeld kregen van de ‘zachte delen’ van de dieren en de details van hun antennes en borstelharen.

De Tatelt-formatie in de Hoge Atlas in Marokko.
Foto Abderrazak El Albani, Arnaud Mazurier | University of Poitiers

Het is te danken aan uitzonderlijke geologische omstandigheden, waardoor de fossielen in de Tatelt-formatie in de Hoge Atlas in Marokko bewaard zijn gebleven. Een vulkaanuitbarsting bedolf zo’n 515 miljoen jaar geleden een ondiepe zee met een dikke laag fijne vulkanische as. Al het leven kwam in de pyroclastische modderstroom op slag tot stilstand, op de manier waarop bij een explosieve uitbarsting van de Vesuvius het leven in de stad Pompeï in 79 na Christus door aswolken werd gefossiliseerd. De trilobieten van nog geen centimeter groot werden in één klap van alle kanten door fijn stof ingesloten. Door de reactie met zeewater kwam de kristallisatie zo snel op gang dat er een hard afgietsel ontstond voordat het dier zelf onder zuurstofloze omstandigheden kon verteren.

Trilobieten hebben een hard, verkalkt exoskelet, waardoor ze vanzelf makkelijk fossiliseren. De alomtegenwoordigheid van hun fossielen heeft ze iconisch gemaakt onder amateurverzamelaars en paleontologen. Wereldwijd zijn er inmiddels meer dan 22.000 soorten beschreven, daterend van het vroege Cambrium tot aan de massale uitstervingsgolf aan het einde van het Perm.

Inzicht in het spijsverteringskanaal van een fossiel.
Foto Abderrazak El Albani, Arnaud Mazurier | University of Poitiers

Bij de nieuwe vondsten is het exoskelet echter bijzaak. De vorm van de kalkachtige schaal is zelfs een beetje aangetast door het zure milieu dat ontstond bij de menging van zeewater en vulkaanstof. Maar die omstandigheden waren juist ideaal om de vorm van de weke delen te conserveren. De onderzoekers konden zien dat trilobieten een spleetvormige bek hadden en kregen een beeld van zijn spijsverteringskanaal, doordat een van de trilobieten kennelijk voordat hij bezweek een plens vulkanische modder had ingeslikt. Ook ontwaarden de onderzoekers op de kop van een trilobiet piepkleine schelpdiertjes, die zich daar als commensalen op het harde schild hechtten zoals moderne zeepokken dat zouden doen.

De vier trilobietfossielen, twee van de soort Gigoutella mauretanica en twee van het geslacht Protolemus (Hupeolenus), worden bewaard in het museum van het Marokkaanse ministerie van Energie en Mijnbouw in Rabat.