Het plasticrecyclingbedrijf van Eline Stiphout is failliet, de zesde die dit jaar omvalt

Zo stil waren haar fabrieken nog nooit. Normaal ronken de maalmolens en metershoge shredders en ruisen de wassers. Nu is juist de stilte oorverdovend. „Heel onwerkelijk. Ineens is het een soort spookfabriek.”

Acht jaar lang recyclede Eline Stiphout (37) met haar bedrijf Stiphout Plastics in het Limburgse Montfort plastic uit pmd-afval (pmd staat voor plastic, metaal en drankkartons). In twee naast elkaar gelegen fabrieken van samen 3.000 vierkante meter waste, sorteerde en vermaalde ze plastic zodat er buizen, gieters, emmers of bloempotten van gemaakt konden worden. In 2023 kocht chemiereus LyondellBasell de helft van de aandelen in de fabriek. Maar nu staan de machines stil en is haar personeel – 25 man in totaal – naar huis. Vrijdag werd het faillissement uitgesproken door de rechtbank in Maastricht.

Al lang voor dit faillissement werd duidelijk dat 2024 een rampjaar zou worden voor de Nederlandse plasticrecyclingsector. In februari ging Umincorp failliet, met fabrieken in Amsterdam en Rotterdam, waardoor 120 mensen hun werk verloren. In de maanden daarna vielen de veel kleinere bedrijven Ecocircle en TRH Emmen om. Het Eindhovense innovatieve bedrijf Ioniqa met circa 60 werknemers, een paar jaar eerder door het ministerie Economische Zaken bekroond tot ‘nationaal icoon’, ging in oktober failliet. Ioniqa deed afstand van z’n fabriek en de helft van het personeel, en kon zo doorstarten. Het bedrijf Vinylrecycling uit Lelystad viel in november om en hoopt nog op een doorstart.

Andere Nederlandse plasticrecyclers zoals het Limburgse Healix hebben hun productie afgeschaald om een bankroet te voorkomen. De branche wordt met name geplaagd door concurrentie van goedkope plastics gemaakt van olie en gas uit megafabrieken in Azië en de VS. Nieuw plastic wordt daardoor aantrekkelijker en concurreert recyclaat (gerecycled plastic) de markt uit.

Hoe gaat het met u?

„Het gaat een beetje heen en weer. Het is een gevoel van balen en falen, maar ook het besef dat ik er echt alles aan gedaan heb. En dat het iemand anders ook niet was gelukt in deze situatie. Ik ben financieel veel kwijt: ik heb weinig uit het bedrijf kunnen halen, ik ging altijd voor groei.

„Er gebeurt nu heel veel tegelijk. Ook veel mensen benaderen me van: dit kan toch niet? En: wat heb je nodig, kunnen we er niet toch mee door?”

Kunt u ermee door?

„Ik moet het eerst rustig laten bezinken. Een doorstart vind ik spannend op dit moment. Het is altijd al een moeilijke industrie geweest: de investeringen zijn hoog en de marges klein. Ook als het even moeilijk was, geloofde ik altijd wel dat er betere tijden op komst waren. Maar nu zijn die betere tijden wel heel ver weg, vanwege de lage prijzen van nieuw plastic. Als ik om me heen kijk, zie ik dat iedereen het zwaar heeft.”

Wanneer besloot u te gaan ondernemen in de plasticrecycling?

„Bij mijn master strategic management bij de Universiteit van Tilburg ging het vaak over circulariteit en duurzaamheid. Dat had de toekomst. Meteen na mijn studie begon ik te handelen in plastic maalgoed: dat kocht ik op en verkocht ik weer. Later kocht ik balen plastic, liet die bij een fabriek verwerken en verkocht het weer als maalgoed. Met het geld dat ik daarmee verdiende heb ik voor 60.000 euro een eerste shreddermachine gekocht.”

Anderen stonden in de kroeg als twintiger, u kocht een shreddermachine.

„Ja, maar ik vond het fantastisch. Ik ging antikraak wonen en stond met mijn masterdiploma op zak zeven dagen per week plastic van cd-hoesjes te shredderen voor de recyclingmarkt. Het was leuk, maar met één shredder kom je niet ver. Ik wist dat ik een echte productielijn nodig had. De terrein-eigenaar waar ik een ruimte huurde zag me elke dag bezig met die shredder en besloot te investeren in een eerste productielijn om plastic te verwerken tot maalgoed. Toen die er eenmaal stond, hebben we ons aangeboden als loonbedrijf bij verschillende recyclers. Later hebben we de lijn ook uitgebreid om pmd-afval te kunnen verwerken voor recycling. Dat was veel pittiger dan gedacht. Ik stond in de weekenden urenlang tot diep in de nacht kunststoffen uit te sorteren en tanks schoon te maken. Ik heb er echt mijn leven aan gewijd.”

Wat komt er kijken bij het recyclen van plastic uit Nederlands afval?

„Bij ons werd het gewassen, gescheiden op dichtheid, en verwerkt tot maalgoed. Veel mensen realiseren zich niet hoe vervuild ons plasticafval is. Hoe goed dat nog gewassen moet worden. Dat er altijd een restfractie is, en dat het geld kost die te laten verbranden. Ik had een complete waterzuivering nodig. Het water dat ik gebruikte moest ik namelijk zelf weer hergebruiken. We snijden onszelf in Nederland soms in de vingers met strengere milieu-eisen. Duitse recyclers mogen het water op het riool loodsen, omdat voedingsresten bij mensen thuis ook via de kraan in het riool komen. Maar in Nederland moet het water gezuiverd, gefilterd en hergebruikt worden. Zo hebben we altijd een nadeel op onze buren.”

Wat vindt u ervan dat gerecycled plastic dat wordt gemaakt uit ons afval concurreert met fossiel plastic uit enorme Aziatische fabrieken?

„Het is vreemd dat de inzameling en sortering van pmd-afval wordt gesubsidieerd, maar dat recycling veel meer op eigen benen moet staan en juist moet betalen voor het afval dat het binnenkrijgt. Wij moeten concurreren met goedkoop plastic uit China en de rest van de wereld. Ook hebben we last van concurrentie van gerecycled plastic uit Azië. Waarvan iedereen weet dat het soms niet daadwerkelijk gerecycled is, maar gewoon nieuw plastic dat zo wordt verkocht. Ik maak me heel veel zorgen over de Nederlandse recyclingindustrie. Ik vrees dat we die nu echt kapot maken. Werken met plastic uit pmd is heel bewerkelijk, het is steeds vervuilder, verpakkingen zijn steeds dunner. We lopen tegen veel technische uitdagingen aan. Terwijl de energieprijzen, personeelsprijzen, de afvalkosten – al dat soort prijzen stijgen.”

Wanneer daalde het besef in dat u het niet zou halen?

„Pas een paar weken geleden. We werkten deels als loonbedrijf voor andere bedrijven en verder had ik veel hoop dat ik om de marges te verhogen zelf de markt op kon gaan om pmd te recyclen. Producentenorganisatie Verpact gaat over de verdeling van pmd-afval in Nederland. Ik bleek 2.000 ton pmd-afval voor ze te mogen verwerken, terwijl ik had berekend dat ik ongeveer 6.000 ton nodig zou hebben om ons in deze moeilijke markt overeind te houden. Voor de verwerking van pmd-afval concurreer ik ook met Duitse recyclers, waar ze meer schaalvoordelen hebben.”

Wat moet er gebeuren om de Nederlandse recyclingindustrie te helpen?

„Er zou absoluut een importheffing moeten komen op fossiel plastic. En een Europese bijmengverplichting, waardoor plasticverwerkers gedwongen worden deels gerecycled plastic te gebruiken. Die staat gepland voor 2030, maar voor de Nederlandse plastic-industrie komt dat veel te laat.”

U heeft twee dochters van zes. Wat zegt u tegen hen?

„Ik wil mijn dochters nog beschermen. Liefst heb ik dat ze blijven denken dat recycling heel normaal is. Vroeger zeiden we: wat doen we met plastic? „Recyclen!”, riepen ze dan. En wie recyclet het? „Mama!” Mijn dochters zijn nog te jong om een woord als failliet te hoeven begrijpen, voor hen ben ik gewoon even met pensioen.”