Het openbare zwembad verdwijnt op veel plaatsen – maar niet in Almere

Het briefje over het zwembad viel op de deurmat bij zijn vriendin, haar oma en nog veel meer mensen in het Limburgse Heuvelland. Zelf kreeg hij geen pamflet, maar Quinn Quadvlieg, gemeenteraadslid in Gulpen-Wittem, schrok toen hij het las. Iemand had opgeroepen om tijdens een belangrijk debat over het voortbestaan van zwembad Mosaqua in Gulpen met hooivorken naar de raadszaal te komen en die te bezetten.

„Ik zit vijf jaar in de politiek, maar ik heb nog nooit iets meegemaakt dat zo leeft als het zwembad”, vertelt Quadvlieg, voorzitter van de Fractie Franssen, een coalitiepartij in de gemeente van ruim 14.000 inwoners. Mosaqua is een subtropisch zwemparadijs waar ieder jaar gemiddeld 240.000 mensen komen. Er worden zwemlessen gegeven en er zijn voorzieningen voor mensen met een beperking of anderen die minder makkelijk kunnen zwemmen.

November vorig jaar besloot de gemeenteraad tot sloop van het bad, dat eigendom was van de gemeente en te duur was geworden. Een maand later ging Mosaqua failliet en sloot snel daarna, tot groot verdriet van veel mensen in Zuid-Limburg. In lokale media vertelden mensen over de diploma’s die ze in Mosaqua hadden gehaald, familie-uitjes, verjaardagen die er waren gevierd, een eerste zoen.

Er was de laatste tijd al meer zwemwater onbruikbaar geworden in de regio. In Valkenburg sloot een bad en het Geusseltbad in Maastricht wordt verbouwd. Wachtlijsten voor zwemlessen zijn in het Heuvelland opgelopen tot anderhalf jaar. Quadvlieg: „Het is zorgelijk hoe lang mensen moeten wachten tot ze zwemles kunnen volgen, en dan moeten ze vaak nog een half uur of meer rijden ook.”

500 euro voor het A-diploma

In Gulpen en omgeving krijgen mensen daarom een compensatie nu ze hun kinderen niet meer in de buurt naar zwemles kunnen brengen. Ouders krijgen 500 euro als hun kind opgaat voor zwemdiploma A en 200 euro voor een B-diploma. „Niet ideaal, maar we willen toch zorgen dat mensen niet stoppen. Al willen we liever een zwembad in de buurt houden”, zegt Quadvlieg, die met zijn fractie eerst voorstander van sluiting was, maar nu toch een nieuwe mogelijkheid ziet.

Er is inderdaad nog steeds kans dat het zwembad weer open kan. Tijdens die laatste vergadering, eerder deze maand – niemand kwam met een hooivork opdagen – werd besloten dat de wethouder met overnamekandidaten gaat praten. De curator van het zwembad hoopt dat een doorstart op 1 april mogelijk is.

Ouders krijgen 500 euro als hun kind opgaat voor zwemdiploma A

Voor het eerst was de gemeenteraad het eens over de kwestie toen werd besloten om een overname te onderzoeken. De zaak speelde vorig jaar zo hoog op dat de burgemeester in een vergadering verzuchtte dat Gulpen-Wittem „onbestuurbaar” dreigde te worden.

Er zijn 619 openbare zwembaden in Nederland, is te lezen in een vorig jaar verschenen rapport van het Mulier Instituut, dat maatschappelijk onderzoek doet in de sport. Het zijn baden die eigendom zijn van gemeenten of worden gesubsidieerd en waar les wordt gegeven. In totaal telt het land ongeveer 1.900 zwembaden, maar die zijn niet allemaal voor iedereen toegankelijk, doordat ze bijvoorbeeld bij een camping of sportschool horen.

Het aantal openbare zwembaden is sterk gedaald sinds 2006, toen het Centraal Bureau voor de Statistiek bij een telling uitkwam op 725. In 1988, het cijfer dat het verst teruggaat, waren het er volgens het CBS nog 785. De onderzoeken van het Mulier Instituut en het CBS zijn niet perfect vergelijkbaar, vanwege verschillende en door de tijd verbeterde data-verzameling. Duidelijk is wel: veel openbare zwembaden zijn verdwenen.

„Mensen moeten steeds meer moeite doen om bij een zwembad te komen en om zwemles te krijgen. Dat gaat uiteindelijk ten koste van de zwemvaardigheid in het land”, zegt Arjan de Vries, de directeur van de Nationale Raad Zwemveiligheid. Eerder bleek al dat 13 procent van de kinderen geen diploma heeft – nog nooit waren dat er zoveel.

Zestien jaar discussie

Gemeenten wíllen vaak wel een zwembad, maar het lukt ze in veel gevallen niet om de kosten op te brengen. Mosaqua, het grootste zwembad van Zuid-Limburg, was in handen van de NV Vrijetijdscentrum Gulpen – eigendom van de gemeente. Gulpen-Wittem legde jaarlijks circa 250.000 euro bij om het bad draaiende te houden, op een begroting van ruim 46 miljoen euro. Het zou neerkomen op ongeveer de helft per entreekaartje en dat wil de gemeente niet meer betalen.

De meeste openbare zwembaden (67 procent) zijn eigendom van een gemeente, maar in meer dan tachtig procent van de baden hebben gemeenten ervoor gekozen om de exploitatie uit handen te geven, bijvoorbeeld aan een stichting of een commerciële partij. Dat aantal is in hoog tempo gestegen – eind jaren tachtig exploiteerde 65 procent van de gemeenten het ‘eigen bad’ nog zelf. Dat betekent niet dat gemeenten niet meer betrokken zijn. Veel zwembaden hebben nog steeds subsidie nodig.

Bij stijgende energieprijzen moet de gemeente ook vaak bijspringen – de kosten voor het verwarmen van het badwater zijn dan een probleem. Dat komt ook doordat veel zwembaden verouderd zijn. Meer dan de helft van de overdekte openbare zwembaden heeft nooit iets aan verduurzaming gedaan. Zonnepanelen gebruiken om de energiekosten te drukken? Het gebeurt bij veel zwembaden niet.

Foto’s Merlin Daleman

Openbaar zwembad niet verplicht

Sommige gemeenten vinden het oneerlijk dat zij veel geld kwijt zijn aan een zwembad binnen de grenzen, terwijl vaak mensen uit de wijde omgeving naar het bad komen en omliggende gemeenten niet meebetalen. Dat speelt in Gulpen ook – het bad trekt mensen uit heel Limburg en veel toeristen, toch is Gulpen-Wittem financieel verantwoordelijk. En het is niet zo dat gemeenten het breed hebben. Accountantsbureau BDO berekende in januari nog dat driekwart van de 342 Nederlandse gemeenten de komende vier jaar een tekort verwacht. Gulpen-Wittem dreigt de komende jaren bijna drie miljoen euro meer uit te geven dan er binnenkomt aan Rijksgeld.

Geef je dan geld uit aan het zwembad? Het antwoord is regelmatig ‘nee’, want een zwembad open houden hoeft niet. Gemeenten zijn niet wettelijk verplicht om hun inwoners zwemles aan te bieden, of andere vormen van sport en beweging. En daar staat een hoop tegenover dat wél verplicht is, zoals het bieden van voldoende jeugdzorg en inkomensondersteuning.

Toch subsidiëren de meeste gemeenten lokale zwembaden. In ruil daarvoor worden vrijwel altijd afspraken gemaakt met de uitbater van een bad over bijvoorbeeld maximum toegangsprijzen, leszwemmen en verduurzaming. Wel gaat de prijs van kaartjes voor bezoekers vaak omhoog als een bv of nv het zwembad exploiteert, berekende het Mulier instituut vorig jaar. Een los zwembadbezoek kost dan gemiddeld een kwart meer: 6,60 euro tegen iets minder dan 4,90 euro als de gemeente het bad exploiteert.

Minder zwembaden, hoge kosten en gemeenten die dat risico steeds minder in hun eentje willen of kunnen dragen. Niet vreemd dat er zelden een nieuw zwembad wordt gebouwd. En toch – heel soms – gebeurt ook dat nog. In Drachten was deze maand nog de opening van een hypermodern zwembad. En in Almere besloot de huidige coalitie om een opeluchtzwembad te bouwen. De discussie die daarover in Almere werd gevoerd laat wél zien hoe lastig zo’n besluit kan zijn. Het duurde ook wel even: het besluit viel zestien jaar nadat het idee was geopperd.

Discussie, ruzie, strijd

Jasmijn Rogmans was twaalf jaar toen ze met het idee kwam voor een buitenzwembad in Almere. Dat was er nog niet, en in het natuurlijke zwemwater zat regelmatig blauwalg. Marco de Kat, gemeenteraadslid van coalitiepartij Leefbaar Almere: „Iedereen vond het geweldig dat een jonge meid zich daarvoor wilde inzetten. Maar toen al zei een collega van me tegen Jasmijn: ‘nu is iedereen enthousiast, maar als het erop aankomt duurt het eeuwen’.”

En dat was zo. Het ene college van b&w wilde het bad wél, het andere niet. Lange tijd werd er nauwelijks over gesproken. Voormalig triatleet Gregor Stam startte een petitie en kwam in 2018 met een burgerinitiatief voor een groot bad met sportfaciliteiten. Een jaar later begon de gemeente te zoeken naar een geschikte locatie. Twintig plekken in de stad kwamen voorbij. Bezwaren van omwonenden, geluidsstudies, verkeersanalyses, financiële rapportages, discussie, ruzie, strijd in de gemeenteraad. En toen stond het in het in 2022 in het coalitieakkoord: Almere zou een buitenzwembad krijgen, zij het kleiner dan Gregor Stam wilde.

Dat leek de doorslag te geven, tot het college vorig jaar viel. Ondanks financiële krapte in de gemeente hebben coalitiepartijen PvdA, D66, SP, Partij voor de Dieren, GroenLinks, Leefbaar Almere en het CDA ervoor gekozen om het plan tóch door te laten gaan. Wethouder Paul Tang (PvdA, Ruimtelijke Ordening en Sport) stuurde kortgeleden het plan voor een zwembad in Almere Stad naar de gemeenteraad. Almere trekt 13 miljoen euro voor de bouw uit. Het zwembad moet in 2028 openen – Almere rekent vanaf dat moment op exploitatiekosten van 976.000 euro per jaar, al hangt dat sterk af van het aantal bezoekers.

Over de naam werd de gemeenteraad het al eens: het Jasmijnbad, naar de bedenkster – zij is nu eind twintig en hoopt met haar zoon over een paar jaar naar ‘haar bad’ te kunnen. Formeel moet de gemeenteraad er nog mee instemmen. Het is nog niet bekend hoe het zwembad, dat naast een bestaand binnenbad komt, geëxploiteerd zal worden.

Marco de Kat van Leefbaar Almere vindt het tekenend dat het allemaal zo lang heeft geduurd. Discussies gaan in de politiek vaak over geld, zegt hij, maar dat gaat volgens hem voorbij aan het belang van een zwembad voor mensen. De Kat: „Alle mogelijke bezwaren zijn in al die jaren voorbijgekomen. Maar de wens bleef sudderen, mensen snakken naar een zwembad. Ik noem het de afdeling romantiek: van een zwembad wordt de stad beter, de mensen gezonder en het leven leuker. Dat kun je niet negeren.”