Het Openbaar Ministerie verwijt voormalig strafrechtadvocaat Inez Weski het lidmaatschap van de criminele organisatie van Ridouan Taghi. Die organisatie heeft als oogmerk witwassen en drugshandel. Volgens het OM heeft Weski haar positie als advocaat gebruikt om informatie tussen haar cliënt en leden van diens criminele organisatie uit te wisselen.
Mede daardoor zou Taghi de leiding van de criminele organisatie hebben kunnen voortzetten vanuit de Extra Beveiligde Inrichting in Vught. Daar zit hij vast sinds hij werd overgebracht uit Dubai, in december 2019. Eerder is een andere advocaat van Taghi, zijn neef Youssef, veroordeeld tot ruim vijf jaar cel, omdat hij eveneens de organisatie van Ridouan Taghi zou hebben gefaciliteerd.
Volgens het OM is bewijs in het dossier van Weski in ruime mate aanwezig. Dat komt, blijkens het ministerie, deels uit berichten die werden gestuurd met een cryptotelefoon van Sky Ecc. Ook Weski zelf was in het bezit van een Sky-telefoon waarmee ze heimelijk kon communiceren.
Alle berichten uit die telefoon heeft de oudste zoon van Taghi bewaard. Ook ander berichtenverkeer van de criminele groep van Taghi is bewaard. Het gaat volgens het OM om contacten tussen de oudste zoon van Taghi en Taghi zelf en een aantal leden van deze organisatie.
Waarom-vraag
Uit die berichten wordt de verwijtbare rol van Weski pijnlijk duidelijk, zo stelde het OM tijdens een eerste openbare zitting in de strafzaak tegen voormalig strafrechtadvocaat. In die zaak beroept Weski zich volgens het OM ten onrechte op haar geheimhoudingsplicht. Die plicht betreft haar contact met cliënten, maar niet haar eigen handelen. Ook de Nederlandse Orde van Advocaten stelt volgens het OM dat die geheimhoudingsplicht niet absoluut is.
Weski heeft niet meegewerkt aan opdrachten voor geweldsdelicten. „Daar lag voor haar kennelijk ook een grens”, aldus het OM. Weski heeft echter geen toelichting willen geven op de feiten die haar worden verweten. De „waarom-vraag” zal in deze zaak aldus waarschijnlijk niet worden beantwoord, stelt het OM.
Weski heeft niet meegewerkt aan opdrachten voor geweldsdelicten. ‘Daar lag voor haar kennelijk een grens’, aldus het OM
Het onderzoek heeft grote vertraging opgelopen, vanwege een aantal procedures die zijn aangespannen door eerdere raadslieden van Weski. Dat betreft met name de doorzoeking van de woning en het kantoor bij haar aanhouding in april 2023. Dat ligt gevoelig gezien de geheimhoudingsplicht die advocaten hebben als het gaat om informatie over en communicatie met hun cliënten.
De officieren van de justitie die deze zaak voor hun rekening nemen, stellen dat ze geen kennis hebben van het materiaal van tijdens de doorzoeking. Die is geleid door een onderzoeksrechter in bijzijn van de deken, de toezichthouder op de advocatuur.
Dossier
Over het materiaal dat bij deze doorzoeking in beslag werd genomen, is een serie procedures gevoerd. Ten minste een daarvan loopt nog. Dat is volgens het OM een van de redenen waarom het zo lang heeft geduurd voordat een eerste openbare zitting is gehouden. Volgens het OM zullen een aantal voor de strafzaak relevante stukken waarschijnlijk in februari nog aan het dossier worden toegevoegd.
Het OM stelt dat de openbaarheid van een strafzaak van groot belang is, zeker in een zaak als deze waar het gaat om ernstige verwijten. Op tal van publicaties en uitlatingen van Inez Weski in een vorig jaar gepubliceerd boek en enkele interviews, waaronder in NRC, heeft het OM niet kunnen reageren.
Lees ook
Ex-advocaat Inez Weski over haar arrestatie: ‘Het Openbaar Ministerie bood me aan kroongetuige te worden’