Het nieuwe EU-parlement is groter, mannelijker en rechtser

Ze zijn rechtser, mannelijker, iets ervarener en ook met méér. Deze dinsdag wordt in Straatsburg het nieuwe Europees Parlement beëdigd, dat werd verkozen tijdens de verkiezingen begin juni. In totaal gaat het om 720 Europarlementariërs, onder wie 31 Nederlanders. Door een herverdeling van zetels na Brexit, is het EP in de nieuwe periode in totaal met vijftien zetels gegroeid.

Na het afleggen van de eed kiezen de volksvertegenwoordigers deze week hun voorzitter, vicevoorzitters en penningmeesters. Donderdag volgt bovendien meteen een eerste stresstest, als het EP stemt over de herbenoeming van Ursula von der Leyen tot voorzitter van de Europese Commissie. Het belooft bijzonder spannend te worden – de stemming is hoofdelijk en geheim. De Duitse zal het naar verwachting nét wel of nét niet halen.

Dit is wat opvalt aan het nieuwe Europarlement.

Radicaal-rechts is met méér maar ook nog verdeelder

Direct na de verkiezingen was al duidelijk: radicaal-rechtse partijen zijn overal in Europa gegroeid. Maar iets meer dan een maand later is nu ook zeker: de groep blijft verdeeld en zal het lastig krijgen daadwerkelijk invloed uit te oefenen.

Waren er in het vorige Europarlement nog twee fracties die als radicaal-rechts getypeerd konden worden, nu zijn het er zelfs drie. Relatief stabiel is de fractie van Europese Hervormers en Conservatieven (ECR), waarin onder meer de partij van de Italiaanse premier Giorgia Meloni zit. Volgens de laatste berekening komt de groep uit op 78 zetels, waarmee ze de op drie na grootste in het EP wordt.

Onder aanvoering van de Hongaarse premier Viktor Orbán werd daarnaast een nieuwe fractie opgezet – met onder meer de PVV en het Franse Rassemblement National – onder de naam Patriotten voor Europa. De groep is grotendeels een voortzetting van wat vroeger de Identiteit en Democratie-fractie heette, maar is door een groeiend aantal partijen met 84 zetels nu wel de op twee-na-grootste geworden binnen het EP.


Lees ook

Orbáns ‘Patriotten-groep’ wil samen met PVV de oppositie in Europa gaan aanvoeren

De Hongaarse premier vorige week zondag bij zijn aankondiging van de oprichting van een Europese fractie van ‘Patriotten voor Europa’.

Nog verder naar rechts ontstond vorige week nóg een fractie, met als belangrijkste speler het Duitse Alternative für Deutschland. Onder de naam Europa van Soevereine Naties verenigen zich in deze fractie de meest rechtse partijen, vaak te typeren als extreemrechts en niet zelden openlijk pro-Russisch.

Duidelijk is dat ook binnen de fracties nog veel onenigheid is over de te voeren koers, bijvoorbeeld rond Oekraïne, EU-financiën of -uitbreiding. Bovendien werd de afgelopen weken al duidelijk dat centrum- en linkse partijen een strikt cordon sanitair hanteren, waardoor de partijen zo goed als geen kans maken op invloedrijke posities.

Toch is de verdeeldheid niet louter een nadeel. Door het ontstaan van twee nóg rechtsere, pro-Russische fracties, kan de fractie van Meloni zich nog duidelijker presenteren als het ‘redelijke’ radicale geluid. En dat de groep soms als los zand uit elkaar valt, betekent ook dat centrumrechts makkelijker dealtjes kan sluiten met delen van radicaal-rechts op specifieke onderwerpen – bijvoorbeeld migratie, of het afzwakken van groen beleid.

Paradijsvogels komen naar Straatsburg

Met meer dan 700 verkozenen uit 27 EU-landen zijn er traditioneel op z’n zachtst gezegd opvallende personen die plaatsnemen in de EP-bankjes. Zo komt vanuit Cyprus de YouTuber Fidias Panayiotou – die pakweg een miljoen meer volgers heeft dan de totale bevolking van zijn thuisland (1,5 miljoen). Een onlinester is ook de Spanjaard Luís Alvise Pérez, die de afgelopen jaren bekendheid verwierf als internettrol en nu met zijn radicaal-rechtse partij Het Feest is Voorbij met vier zetels in het EP komt.


Lees ook

‘Ons humane model voor de opvang van migranten wérkt -daarom wilde rechts het kapotmaken’

Mimmo Lucano viert een dubbele verkiezingsoverwinning met zijn aanhangers: hij is verkozen in het Europees Parlement namens de Groene en Linkse Alliantie en is opnieuw verkozen tot  burgemeester van Riace.

Interessant is ook dat de oude baas van EU-grensagentschap Frontex Fabrice Leggeri verkozen is voor het radicaal-rechtse Rassemblement National. Leggeri moest twee jaar geleden aftreden na een vernietigend rapport van het Europese antifraudebureau OLAF, over onder meer pushbacks. Vanuit Italië arriveert oud-generaal Roberto Vannacci, die afgelopen jaar bekendheid verwierf met een boek waarin hij zich keerde tegen homo’s, vrouwen en migranten – en vervolgens geschorst werd. Als Europarlementariër voor de radicaal-rechtse Lega hoopt hij zijn roem verder uit te vouwen. Voor het Duitse Die Linke komt Carola Rackete in het EP: de activiste die als kapitein aan het roer stond van een reddingschip dat migranten naar Italië loodste.

Nieuw is ook de Italiaanse anti-fasciste Ilaria Salis, die tot voor kort in een Hongaarse cel vastzat voor het belagen van neonazi’s. Door verkozen te worden voor de sociaaldemocraten, kreeg Salis immuniteit, mocht ze de cel verlaten en kan ze haar zetel nu innemen. Salis is niet de enige die de immuniteit die een EP-lidmaatschap biedt goed kan gebruiken. Zo zijn er ook de Tsjech Jana Nagyová, die verdacht wordt van subsidiefraude, en de voormalige Poolse oliebaas Daniel Obajtek, verdachte in een groot corruptieonderzoek.

Een mannelijkere en iets ervarener ploeg – met wel veel Nederlandse nieuwelingen

In 2019 viel het nog op hoeveel nieuwe gezichten toetraden tot het Europarlement. Iets meer dan 60 procent van de aantredende Europarlementariërs zat destijds nog niet eerder in het EP. Dat percentage komt nu weer wat lager uit. Naar schatting 54,3 procent van de Europarlementariërs die deze week in Straatsburg verschijnen, zijn nieuwelingen.

Dat toont een eerste inventarisatie van EUMatrix, een bedrijf dat data-analyses over het Europarlement maakt en die op verzoek met NRC deelde. Voor de Nederlandse Europarlementariërs ligt het aandeel nieuwelingen wel hoger: dat komt uit op 61 procent. Dat hoge percentage komt niet als een verrassing: er komen nogal wat Nederlandse partijen in het EP die daar de afgelopen periode niet zaten, zoals de PVV, BBB, NSC en Volt.

Aan de eerste inventarisatie van aantredende Europarlementariërs valt verder op dat het aandeel vrouwen licht daalt. Bestond de groep in 2019 nog voor 40,4 procent uit vrouwen, nu is dat 38,75 procent. De groep Nederlanders zit daar met 48,3 procent ruim boven, terwijl Zweden de kroon spant met 61,9 procent vrouwen. De gemiddelde leeftijd in het Europarlement komt net als vijf jaar geleden uit op rond de 50 jaar. Nederlandse Europarlementariërs zitten daar naar schatting met gemiddeld 44 jaar iets onder.


Lees ook

Als dossiertijger, achter de schermen, op sociale media – Nederlanders zijn in Brussel relatief invloedrijk

Op 6 juni kunnen Nederlandse kiezers naar de stembus om rechtstreeks te kiezen voor Europarlementariërs, bijvoorbeeld  in De Lutte (links), Overijssel.