N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Fotoserie De ondergrondse bunkers in Oekraïne zijn na meer dan een jaar oorlog verworden tot klaslokalen, danszalen en kapperszaken. Het ziet er haast gemoedelijk uit, maar het leven onder de dikke platen beton laat zijn sporen achter.
Ondanks de oorlog gaat het leven in Oekraïne door voor de inwoners die zijn achtergebleven. Wanneer het onheilspellende luchtalarm klinkt, op veel plekken richting het oosten en zuiden is dat meerdere keren per week, haasten zij zich naar de vele (provisorische) schuilkelders om te schuilen voor de naderende Russische bommen of raketten. Na meer dan een jaar oorlog beginnen grote delen van het dagelijks leven zich af te spelen onder de grond.
In een metrostation in de felbevochten stad Charkiv worden bokswedstrijden georganiseerd. De opkomst is groot, want door de invasie konden veel bokswedstrijden niet doorgaan en juist in oorlogstijd hebben de mensen behoefte aan een verzetje. Foto’s Andrii Marienko/AP
Deze vrouwen hebben hun hondjes meegenomen de schuilkelder in. Ook dieren worden op grote schaal slachtoffer van de Russische bezetter. Trouwe viervoeters kunnen mee naar binnen in de schuilkelder in de stad, maar in februari werd geschat dat 42.000 schapen, 92.000 koeien, 258.000 varkens en meer dan 5.7 miljoen pluimveedieren door de oorlog omkwamen. Het werkelijke aantal ligt veel hoger. Foto Bernadett Szabo / Reuters
Anders dan Charkiv ligt Kyiv niet vlakbij de frontlinies. Toch zijn de inwoners op hun hoede; in het verleden is Kyiv al zo vaak aangevallen dat het intussen verstandig is om de dansbijeenkomsten sowieso maar onder de grond te organiseren. Foto Roman Pilipey/Getty Images
Vrijwilligersorganisaties vervullen een belangrijke rol in het ondergrondse leven. Zoals in een schuilkelder op de linkerfoto die ook fungeert als opvangplek. Inwoners van Avdiivka in de Donbasregio kunnen hier veilig hun telefoons opladen, douchen en de was doen. Of op de rechterfoto, waarop te zien is hoe een jongeman zijn haar laat knippen in zo’n schuilkelder. Foto’s Anatolii Stepanov / AFP
Slechts een kwart van de Oekraïense scholen krijgt het voor elkaar om een regulier lesprogramma aan te bieden op locatie. Veel kinderen studeren online of helemaal niet. Ondergrondse klaslokalen zijn een uitkomst. Jongeren kunnen er in veiligheid leren én zichzelf en elkaar vermaken. De taferelen zijn haast aandoenlijk, maar schijn bedriegt. Ngo Save the Children schat dat zo’n 3,5 miljoen Oekraïense kinderen met ernstige tot catastrofale situaties te kampen hebben, van voedseltekorten tot seksueel geweld. Het gemiddelde Oekraïense kind bracht in een jaar oorlog bovendien zo’n 900 uur door in een bunker. In zwaar getroffen gebieden ligt dat urenaantal veel hoger.
Een juf en haar kinderen op de trappen van een metrostation. In dit klaslokaal mogen de jassen wél aanblijven. Foto Viacheslav Ratynskyi / Reuters
Medewerkers van een McDonald’s in Kyiv spelen een kaartspel met elkaar terwijl de sirene loeit. Foto Viacheslav Ratynskyi/Reuters
Deze Oekraïense jongeren leren Engels. Handig voor later. Foto Viacheslav Ratynskyi/Reuters
Nabij de frontlinie worden de schuilkelders ook voor militaire doeleinden gebruikt. In het epicentrum van de grimmige strijd tussen Rusland en Oekraïne ligt het inmiddels kapotgeschoten Bachmoet. Bovengronds ziet het eruit als een smeulend maanlandschap, ondergronds alsof je honderd jaar terugreist in de tijd naar de uitgebreide bunkerstelsels in de loopgraven die de Vlaamse velden doorsneden tijdens de Eerste Wereldoorlog. Op de laptops na dan.
Een militair bekijkt vanuit een schuilkelder nabij Bachmoet de beelden van een drone boven de stad.Foto Dimitar Dilkoff/AFP
Soms worden er wel honderden slachtoffers op een dag gemaakt in Bachmoet. Eén van hen krijgt hier eerste hulp. Foto Iryna Rybakova/AP
De Oekraïners hopen de Russen met een speldenprikoffensief langzaam maar zeker te verdrijven uit Bachmoet. Tot die tijd leven deze soldaten nog onder het tl-licht in hun kelder. Foto Iryna Rybakova/AP
„Een nieuwe, jonge collega praat veel en over irrelevante zaken tegen collega’s op onhandige momenten, waarop zij zich juist willen concentreren op het werk. Praat je dan toch gezellig terug omdat diegene nieuw en misschien onwetend is, of spreek je diegene erop aan en zegje dat die soms beter zijn mond kan houden?”
Man (30) – naam bekend bij de redactie
Creëer andere sociale momenten
Dit dilemma past bij de huidige tijd, ziet organisatiepsycholoog Nicoline Hermans. „Dit soort irritaties doen zich vooral voor in grote kantoortuinen waar mensen allemaal bij elkaar zitten”, zegt ze. „Zo’n kantoorinrichting zie je nu vaker dan vroeger, toen mensen juist een eigen kantoor hadden.”
Het is belangrijk om op te merken dat het gaat om een nieuwe collega, vindt Hermans. Als je nieuw bent in een team, kost het tijd de ongeschreven regels te leren kennen. „Bij sommige kantoren is het een ongeschreven regel dat je altijd vraagt of de rest ook iets wil drinken als je voor jezelf wat gaat halen. Het kost even tijd om daarachter te komen. Dat geldt ook voor de vraag wanneer je elkaar mag storen tijdens het werk.”
Als je niet meteen iets van het gedrag van de collega wil zeggen, kun je volgens Hermans bijvoorbeeld een koptelefoon opzetten. „Daarmee geef je het signaal af dat je geconcentreerd bezig bent en even niet openstaat voor een gesprekje. Mocht diegene dat signaal niet oppikken, dan kun je er wel expliciet over zijn en zeggen dat je een koptelefoon op hebt omdat je echt even geconcentreerd wil werken.”
De een pikt dit soort signalen volgens Hermans sowieso sneller op dan de ander. „Sommige mensen kijken eerst de kat uit de boom en willen weten hoe het ergens werkt, voordat ze meer contact maken met collega’s”, zegt Hermans. „Anderen treden van nature sneller op de voorgrond, zonder te observeren hoe collega’s zich onderling gedragen.”
Deze jonge medewerker zal waarschijnlijk nog niet veel werkervaring hebben, zegt Hermans. „Na het afronden van een opleiding ben je in principe inhoudelijk voorbereid om te gaan werken, maar hoe je met elkaar omgaat op een kantoor moet je nog leren.” Daar krijg je in de studie geen handleiding voor. „Een stage kan daarom heel nuttig zijn, om beter te herkennen wanneer je collega’s wel en niet moet storen.”
Voor de collega’s van deze nieuweling zou het goed zijn ervoor te zorgen dat diegene alsnog in het team wordt opgenomen. „Creëer andere sociale momenten om zo iemand bij het team te betrekken”, zegt Hermans. „Vraag hem of haar om mee te gaan lunchen, ga samen koffie halen of maak een wandeling. Dan voelt die misschien minder de behoefte om tussendoor de hele tijd te kletsen.”
Er zijn kantoren die hier een systeem voor hebben, weet Hermans. „Daar zetten medewerkers een rood of groen kaartje op hun bureau als ze wel of niet willen kletsen”, zegt ze. „Maar ik denk niet dat veel teams daarvoor zouden kiezen; dan formaliseer je de sociale omgang wel heel erg.”
Spreek diegene aan
„Ga eens op de plek van de ander staan en beeld je in: je doet iets wat de ander irriteert en hebt dat niet in de gaten”, zegt loopbaanadviseur Nancy Boere. „Hoe zou je het vinden om daar niks over te horen?”
Ze ziet dat mensen het vaak moeilijk vinden om zich over dit soort zaken uit te spreken. „We willen de harmonie bewaren. Maar door ons niet uit te spreken, verstoren we de harmonie sowieso. Het vraagt een grote mate van emotionele volwassenheid om je wel uit te spreken en dat op een manier te doen waardoor je wél weer samen verder kunt.”
Wie zich niet op tijd uitspreekt, loopt volgens Boere het risico dat de spanning danig oploopt en dat je alsnog geïrriteerd uit de hoek komt. „Spreek je uit voordat je hoog in de emotie zit”, zegt Boere. „Het is essentieel om zoiets vanuit een plek van rust te doen.”
Als je zo’n gesprek spannend vindt, zegt Boere, kun je het beste van tevoren – thuis bijvoorbeeld – met een vriend of vriendin oefenen met wat je wilt zeggen. Vervolgens, op het werk, neem je diegene even apart. Doe het nooit waar andere collega’s bij zijn. Naar buiten voor een wandeling werkt wel goed, zegt Boere, dan hoef je elkaar niet aan te kijken – dat maakt het minder confronterend.
En dan zeg je waar je tegenaan loopt. nancy Boere spreekt de denkbeeldige collega aan: „Je knoopt vaak gesprekjes aan met collega’s die op dat moment aan het werk zijn. Ik vind dat vervelend – houd het vooral bij jezelf! Kunnen we afspreken dat jij je verhalen opspaart tot een koffiemoment? Schrijf ze desnoods even op, en dan komen we er later op terug.”
Soms krijgen jonge, nieuwe collega’s een mentor toegewezen. Organisatiepsycholoog Nicoline Hermans: „Wanneer je als mentor opmerkt dat diegene vaak andere collega’s stoort, kun je dit ook aan de orde stellen in een feedbackgesprek.”
Dus
Het duurt even voordat een nieuwe collega met mogelijk weinig werkervaring weet wat de ongeschreven regels op de werkvloer zijn. Soms moet je iemand even de tijd geven om vertrouwd te raken met die regels. Zet bijvoorbeeld even je koptelefoon op om het signaal af te geven dat je niet gestoord wilt worden. Misschien wel beter is het iemand er vriendelijk op aan te spreken. Doe dat wel vóór de emoties bij jou al te hoog zitten.
De drie Californische zeeleeuwen van Artis gaan de dierentuin in Amsterdam verlaten. Dat meldt de dierentuin vrijdag in een verklaring. De aankondiging volgt op het nieuws van de Amsterdamse fractie van de Partij voor de Dieren (PvdD), die vrijdag bekendmaakte een klacht te hebben ingediend bij een speciaal meldpunt (144) vanwege de vermeende slechte huisvesting van de dieren.
De politieke partij zegt de zeeleeuwen maandenlang te hebben geobserveerd. Op basis van videobeelden concludeerden twee zoogdierenexperts volgens de PvdD dat het bassin te ondiep is en daarnaast te sober ingericht, waarmee het niet kan voldoen aan de natuurlijke behoeften van de dieren.
Daarop kwam Artis eveneens naar buiten met een verklaring, waarin de dierentuin aankondigt dat de drie dieren worden verplaatst naar een dierenpark in Singapore. De dierentuin zegt al enige tijd op zoek te zijn naar een alternatieve plek voor de zeehonden, omdat het „huidige verblijf niet in lijn is met wat Artis als ideaal ziet voor deze soort”.
Verhuizing
De eerste dieren zijn eind vorig jaar al verhuisd naar een andere dierentuin in Europa, nu zijn er nog drie vrouwelijke zeeleeuwen over. „Ook voor hen zijn we in een vergevorderd stadium voor een plek buiten Artis.” Wanneer de zeeleeuwen precies vertrekken, is nog onduidelijk. Singapore bouwt volgens Artis nu aan een nieuw verblijf.
De Amsterdamse dierentuin stelt verbaasd te zijn dat de PvdD heeft besloten de actie door te zetten, ondanks dat er al plannen zouden zijn om het zeeleeuwenverblijf te sluiten. Daarover zou de dierentuin eerder dit jaar hebben gesproken met de partij. Artis voelt zich „genoodzaakt” nu eerder te communiceren, terwijl „dit proces al veel langer loopt”.
De Partij voor de Dieren richt haar pijlen al langer op het dierenpark, en ziet Artis het liefst veranderen in een openbaar stadspark. Omdat het volgens de partij ontbreekt aan vooruitgang, stapt ze naar de inspectie.
De maatschappelijk discussie over het houden van wilde dieren in gevangenschap dwingt Artis en andere dierenparken zich aan te passen, vaak door meer de focus te leggen op educatie en minder ruimte te maken voor entertainment. Zelf zegt Artis „zichtbaar en soms minder zichtbaar” te werken aan een „grote transformatie van het park”.
Lees ook
Mensdierwetenschapper: ‘Er zijn dingen in de dierentuin die me heel blij maken, maar ook waar ik erg verdrietig van word’
Volgens de Braziliaanse filosoof, schrijver en milieuactivist Ailton Krenak is „de huidige wereld op bestelling ontstaan”. Dat komt, zo legt hij in zijn geschriften vaak uit, omdat alles wordt opgeofferd om het Westen zich te laten ontwikkelen. Dat gaat ten koste van tradities en de natuur. Zijn ideeën passen perfect in het overkoepelende thema van het fotofestival: Disobedient Images. In een tijd dat alles wordt weggevaagd wat ook maar enigszins ‘DEI’ [Diversity, Equity, Inclusion] is, en waar zelfs een foto van de bommenwerper die de atoombom op Hiroshima gooide niet meer zichtbaar mocht zijn vanwege de naam van de bommenwerper – Enola Gay – hebben we gelukkig de foto’s nog, merkt de organisatie van het bekendste fotofestival van Europa ‘Les Rencontres de la Photographie’ in Arles op.
Op het festival wordt diversiteit dan ook gevierd in veel verschillende exposities, waarbij een mooie rode draad is weggelegd voor Brazilië. Zo is er Ancestral Futures waarin de jongere generatie Braziliaanse fotografen naar eigen zeggen is geïnspireerd door Krenak. Ze tonen een samenleving waarin wordt afgerekend (deels ook al afgerekend ís) met een koloniaal verleden. Er zijn collages vol stereotyperingen en humor, foto’s waarin verleden en heden over elkaar geplakt zijn. Mooi is de foto van Mayara Ferrão, die een trouwfeest fotografeerde. Er is actie, er is feest en toch ademt de gehele setting de sfeer van een ouderwets stilleven.
‘The Wedding’, uit: Unforgetting Album (2024).
Foto Mayara Ferrão
Stillevens – dat is de eerste associaties die je hebt bij de foto’s die eind jaren dertig werden gemaakt door het losvaste collectief van de Foto Cine Clube Bandeirante in São Paulo. Het Braziliaans modernisme van 1939 tot 1964 wilde af van traditionele fotografie en legde de strakke lijnen van de stad vast, de gebouwen en het asfalt, de parken en de elektriciteitsdraden.
Het optimisme na de Tweede Wereldoorlog, toen er een einde kwam aan het autoritaire regime van Vargas in 1945, zie je eraan af. In zwart-witfoto’s wordt naast strakke lijnen van gebouwen en voorwerpen ook de weidsheid benadrukt. Mensen kijken uit over verten, draaien rondjes in stoeltjes in een carrousel. Foto’s krijgen titels als Constructie of Compositie. En ook Brasilia, de nieuwe hoofdstad in wording, bleek ideaal voer voor die fotografie. De natuur is zo goed als afwezig, en zelfs de mens lijkt soms onderdeel van de architectuur. Anders is dat in het deel ‘Deconstructie’ waar veel schitterende foto’s te zien zijn van Alice Brill. Hier ontbreekt elke strakke lijn, maar is de stad weer van de mensen in plaats van andersom.
Paralelas e diagonais (1950).
Foto José Yalenti
Wie benieuwd is hoe het ná dat modernisme en vóór de jongste generatie eraan toeging, kan terecht bij de foto’s van Afonso Pimenta en João Mendes die in de jaren zeventig en tachtig actief waren. De abstractie was voorbij, de stad lijkt soms zelfs afwezig omdat het accent kwam te liggen op de rol van de gemeenschap in verschillende favela’s. Een mooie cocktail van decennia Braziliaanse fotografie is ook te vinden bij Claudia Andujar. Kortom: een tijdreis van 1939 tot nu waarin te zien is hoe de ‘huidige wereld op bestelling is ontstaan’.
Praia de Copacabana (1947).
Foto Thomas Farkaz
Als de horizon verdwijnt
Wanneer Patrick Wack in 2019 de Zee van Azov bezoekt, het kleine broertje van de Zwarte Zee, ervaart hij een geluksmoment. Ook al is de Krim ingenomen, en hangt de oorlogsdreiging in de lucht, hij ervaart toch vooral de zachtheid van het licht en de zomerse geur. Hij besluit vanaf dat moment elk jaar terug te komen om horizonnen en de mensen die er komen vast te leggen. Vanaf 2022, als Rusland na De Krim ook andere delen van Oekraïne aanvalt, „verdwijnt de horizon van de Zee van Azov voor de Oekraïners”, schrijft Wack bij de expositie. Ondanks de ontwikkelingen, blijft hij vanaf 2019 elke zomer teruggaan. Wat begint als een reeks van intieme foto’s op het strand, verplaatst zich naar Russische en Oekraïense gebieden rondom de zee.
De oorlog dringt zich op zonder dat je iets van de gevechten te zien krijgt bij Wack. Vaders die trots in de zee staan met hun zoon op de schouders en gezinnen die zich al waterfietsend door de zee een weg banen tussen surfers worden langzaam aan vervangen door watermeloenen met de letter ‘Z’ (de letter die de Russische overwinning symboliseert) erop. Zonen zitten nu niet meer op schouders van hun vaders, maar ze klimmen op een tank terwijl hun moeder ze vasthoudt opdat ze er niet vanaf glijden. Ergens mag een meisje nog wel op de rug van haar opa, het is op een plek waar het Russische heldendom tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt gevierd.
‘Anatoli’ uit: Charkiv in Berdiansk (2021).
Foto Patrick Wack
Op het ene veld worden doden herdacht, op een ander slaat een Oekraïense vrouw het vuur uit op een akker dat ontstaan is door de inslag van een Russische raket. In de zomer van 2024 fotografeert Wack de directeur van een theater in Cherson, Oleksander Kniga. Aan het begin van de oorlog was hij meegenomen om verhoord te worden door de Russen. In 2024 is hij weer terug. Alle stoelen in het theater zijn afgedekt, op eentje na: daarop zit Kniga in een verder lege zaal. In datzelfde theater, maar dan in de schuilkelders, fotografeert Wack families die naar tekenfilms kijken. Elders wordt op de ene foto een beeld van Lenin gerestaureerd, op een ander ligt de kop van de Russische revolutionair in de achtertuin bij de rest van het grofvuil.
Het is een indrukwekkende serie. Zonder de doden te laten zien is er verschrikking genoeg. Niet alleen de uitdrukking van de mensen die hij portretteert veranderen, en de vernietiging is alom zichtbaar, maar wat vooral indruk maakt, is dat het licht verandert. Het zachte licht waar Wack zijn geluksmoment ervoer is er niet meer. Het wordt harder, als het licht er überhaupt al is en niet wordt vertroebeld door zwarte rook aan de horizon.
Uit de serie ‘De Zee van Azov’ (2022). Foto Patrick Wack
Jongens aan de zee in Odesa (2023). Foto Patrick Wack
Foto Patrick Wack
De hardheid van Amerika
„Ik zou dolgraag iets aan deze eeuw willen doen”, zei de Amerikaanse fotograaf Berenice Abbott toen ze in een interview in The New York Times in 1989 als 91-jarige vrouw terugkeek op haar werk. Het was voor haar de reden om nog steeds de straat op te gaan met een camera, maar de zin is ook een prachtige samenvatting van haar werk. Vooral beroemd geworden door de manier waarop ze New York in de jaren dertig vastlegde en de portretten van beroemde kunstenaars, is er ook de minder vaak genoemde serie U.S. Route 1. Het was 1954 toen ze vanuit New York naar Key West in Florida reed over de oudste route van de VS om twee jaar later in het noorden uit te komen bij Fort Kent. Gemeenschappen, steden en landschappen legde ze vast tussen Maine en Florida, waarbij de steeds nadrukkelijker opkomende consumptiemaatschappij op de foto’s niet te missen is. „We wilden het karakter van een historisch deel van de Verenigde Staten visueel vastleggen, met al zijn schoonheid en tegenstrijdigheden. Als er nog zichtbare sporen van het verleden overbleven, wilden we die fotograferen voordat bulldozers en boortorens hun intrede deden”, zei ze er zelf over.
Post Office, East Machias, Maine (1954).
Foto Berenice Abbott
De fotografen Anna Fox en Karen Knorr besloten in 2016 hetzelfde te doen en legden grotendeels dezelfde route af om te kijken in hoeverre de VS waren veranderd. Sommige van de foto’s zouden zo door Abbott gemaakt kunnen zijn. Abbott was, behalve in portretfotografie, er ook enorm goed in om een straatbeeld vast te leggen met een terloopse voorbijganger erin, die de hele sfeer van de omgeving in zich droeg. Fox en Knorr doen dat ook meermaals. In het plaatsje Pahokee leggen ze bijvoorbeeld een vrij treurig gebouw vast met meerdere woningen. Een eenzame step voor de ene deur, twee uitgezakte stoelen voor de ander. Wat de foto vooral goed maakt, is de vrouw die licht gebogen komt aanwandelen met een tas. Als het enige levende wezen op de foto, benadrukt ze de levenloosheid van de omgeving.
Zo wordt het gepolariseerde land voortreffelijk geportretteerd in die ene route, met poenerige dikke auto’s op de weg en armoede langs de weg; Jezus die zijn armen opent naast grijnzende clowns die uit een horrorfilm lijken te zijn weggelopen, grote Amerikaanse vlaggen, en verwaarloosde huizen met daarop pro-Trump vlaggen gekoppeld aan anti-abortusborden met ‘Say No to Full Term Murder of Maine Babies’. Er is een man met MAGA petje, maar ook een man die langs de weg een bord ophoudt in de hoop een baantje te vinden. Een ander strikt zijn veters, en heeft zijn bordje op de grond gelegd waarop staat ‘Too Ugly to be a stripper’.
Lobster Shack, Islamorada.
Balsem Valley.
Foto Anna Fox & Karen Knorr
Abbotts foto’s lieten al geen fraai beeld zien van het land dat het naoorlogse ideaal was voor velen, maar haar zwart-witfoto’s roepen nog een zekere nostalgie op. De kleurenfoto’s van Anna Fox en Karen Knorr tonen overtuigend dat de het land er niet op vooruit is gegaan, maar benadrukken vooral hoe genadeloos hard de VS zijn.