Het ‘langzame geweld’ van hongersnood liet diepe sporen na in het geheugen van Europa

De Nederlandse Hongerwinter (1944-1945): 20.000 doden. De Finse Hongerjaren (1866-1868): 150.000 doden. De Ierse Potato Famine (1845-1852): 1 miljoen doden. De Oekraïense Holodomor (1932-1933): 3,5 miljoen doden. Honger is tegenwoordig voor de meeste Europeanen iets wat zich afspeelt op tv, in landen hier ver vandaan, maar er was een tijd – nog niet zo heel lang geleden – dat het spook ook door Europa trok en daar vreselijk huishield.

Over de blijvende maatschappelijke impact van deze hongersnoden liep de afgelopen vijf jaar het onderzoeksproject Heritages of Hunger, een samenwerking tussen de Radboud Universiteit in Nijmegen, de universiteit van Wageningen en het NIOD in Amsterdam. Deze week overhandigden de onderzoekers hun bevindingen aan de voorzitter van de Nederlandse Unesco Commissie, Kathleen Ferrier.

Marguérite Corporaal, hoogleraar Ierse literatuur in transnationale contexten aan de Radboud Universiteit, leidde het onderzoeksconsortium, dat intensief samenwerkte met tal van wetenschappers uit het buitenland. Ze zegt: „In Kiev was het Holodomor Research Education Consortium onze partner. Toen Rusland in 2022 Oekraïne binnenviel, stond die hongersnood uit de jaren dertig opeens volop in de belangstelling. Het optreden van Poetin nu wordt gekoppeld aan deze door Stalin veroorzaakte hongersnood van toen.”

Het lot van de Oekraïners resoneert bijzonder in Ierland, weet Corporaal. In dat land kostte honger medio negentiende eeuw aan een miljoen mensen het leven. „De Ierse premier Micheál Martin legde in 2022 bij zijn bezoek aan Kiev een krans bij het monument voor de slachtoffers van de Holodomor. Hij riep Rusland op voedsel niet als een oorlogswapen te gebruiken.”

Aardappelziekte in Ierland

Corporaal is goed bekend met de geschiedenis van de Ierse Hongersnood, die werd veroorzaakt door een ziekte die de aardappel aantastte – de belangrijkste voedingsbron van arme Ieren. Ze zag de omgang met dit verleden de afgelopen jaren langzaam veranderen, zegt ze. „Het standaardverhaal is dat Ierland tijdens de hongersnood in de steek is gelaten door de regering in Londen – de Ieren stonden onder Brits bestuur in deze tijd – en dat daardoor onnodig veel mensen zijn omgekomen van de honger. Historici hebben de afgelopen jaren echter aangetoond dat er wel degelijk hulp werd verleend, zoals door Engels-Ierse landheren die zich in de schulden staken om voedsel te kunnen kopen voor hun pachters. Er was dus óók sprake van solidariteit, naast de laissez-faire-houding van de overheid.”

Het door Iers nationalisme vormgegeven narratief van de geschiedenis zorgde er echter voor dat de Britten door veel Ieren voor honderd procent verantwoordelijk worden gehouden voor de ramp die hun voorouders trof. „Zij waren de schurken die de mensen in Ierland lieten creperen – als dat al niet expres was, dan in ieder geval door verwaarlozing”, zegt Corporaal. „Dit zie je nog steeds terug in de geschiedenisboeken die op school gebruikt worden. Door het werk van historici begint dit beeld te kantelen, maar vanzelf gaat dat niet. Als ik in Ierland een lezing geef over dit onderwerp, zit er altijd wel iemand in het publiek die zegt: maar dit was toch een genocide? Dan probeer ik uit te leggen dat het toch iets genuanceerder ligt.”

‘Schuld van de Duitsers’

Rondom de Nederlandse Hongerwinter plaatsen historici zoals Ingrid de Zwarte de laatste tijd gelijksoortige kanttekeningen, zegt Corporaal. „Het standaardnarratief is: dat was allemaal de schuld van de Duitsers, die de bevolking van het westen van Nederland lieten omkomen van de honger. Maar er speelde meer mee. Een spoorwegstaking die met aanmoediging vanuit de regering in Londen was afgekondigd, verslechterde de situatie. De infrastructuur kwam vast te zitten en zo kon er geen voedsel vervoerd worden. De honger werd ook zo erg vanwege de heel late reactie van de geallieerden. Hun voedseldroppings kwamen pas eind april 1945 op gang, echt vlak voor de bevrijding.”

Bij gebrek aan een duidelijke schuldige wil een hongersnood nog weleens in de vergetelheid raken, zoals de door Lotte Jensen onderzochte Nederlandse en Vlaamse hongersnood als gevolg van de aardappelziekte van medio negentiende eeuw. Corporaal: „Dit geldt bijvoorbeeld ook voor de Finse Hongerjaren. Veel van de geschiedenis van Finland staat in het teken van de verhouding tot de grote buur Rusland, dat Finland aan het begin van de negentiende eeuw bezette. Maar precies in de jaren van de hongersnood werd het land bestuurd door Finnen in een gedecentraliseerde regering. Johan Vilhelm Snellman, de leider toen, werd later een held van het Fins nationalisme, maar in wezen was zijn optreden tijdens de hongersnood niet veel anders dan dat van de Britse regering tijdens de Ierse Hongersnood: niet te veel ingrijpen en kijken hoe het zichzelf oplost.”

Een inheemse stam in Amerika stuurde tijdens de Ierse Hongersnood geld naar Ierland, terwijl ze het zelf bepaald niet breed hadden

Marguérite Corporaal
Radboud Universiteit

Door de Nederlandse nieuwsgierigheid geanimeerd, besteedt een aantal Finse musea nu aandacht aan dit ondergesneeuwde deel van hun geschiedenis, zegt Corporaal. „Het verhaal van honger is geen eenvoudig verhaal om te vertellen. We noemen honger in ons project slow violence, langzaam geweld. Dat is minder eenduidig dan een stad die wordt gebombardeerd, of een dam die doorbreekt. Toch denken we dat het goed is dat er op scholen en in musea aandacht wordt besteed aan dit onderwerp – omdat het diepe sporen heeft nagelaten.”

Het is belangrijk om te benadrukken dat de maatschappelijke doorwerking van honger niet alleen maar negatief is, zegt Corporaal. „Een mooi voorbeeld daarvan zag je tijdens de coronacrisis. De Choctaw Nation, een inheemse stam in Amerika, stuurde tijdens de Ierse Hongersnood geld naar Ierland, terwijl ze het zelf bepaald niet breed hadden. Toen in de pandemie duidelijk werd dat de Native Americans extra hard getroffen werden door corona, zamelden Ieren massaal geld in voor deze mensen – als een soort van terugbetaling. Honger levert dus niet alleen trauma’s op, maar ook solidariteit.”