Het koraal kwijnt weg, maar het massatoerisme is te belangrijk voor Caribisch Nederland

Het orkaanseizoen is al een maand voorbij en de tropische temperaturen zakken in het Caribisch gebied. Dat betekent dat er een nieuwe storm opsteekt: van hordes Noord-Amerikaanse toeristen die in de wintermaanden de eilanden overspoelen. In Willemstad, Curaçao liggen tijdens Kerst vier enorme cruiseschepen aangemeerd. Ze liggen zo dicht aan de kade van Otrabanda dat restaurantbezoekers de Amerikanen aan boord kunnen zien lunchen.

Na de pandemie en de groeiende bezorgdheid over klimaatverandering verwachtte menigeen dat het sterk vervuilende cruisetoerisme zou krimpen, maar het tegendeel blijkt waar. Royal Caribbean, met 64 schepen mondiaal het grootste internationale cruiseconcern, doet voor het eerst sinds 2019 weer Curaçao en Aruba aan. Zij verlaagden hun prijzen met tientallen procenten: een Caribische cruise van een week kost nog geen 1.000 dollar per persoon. Het aantal boekingen lag tot oktober wereldwijd een kwart hoger dan in 2019.

Curaçao zet, net als vele andere eilanden in het Caribisch gebied, in op de groei van de cruisevaart. En dat lijkt op het eerste gezicht logisch. Tijdens de coronajaren viel het toerisme stil en liep de werkloosheid snel op. Eilandbestuurders verwelkomen de stroom toeristen nu daarom met beide handen. „Voor 2024 worden op Curaçao een half miljoen bezoekers verwacht”, stelt Giselle McWilliam, leider van de oppositiepartij MAN op Curaçao. „Er is flinke groei en er is ruimte voor meer toeristen, omdat er recent diverse grote resorts zijn afgebouwd die door Covid stil waren gelegd.”

Een cruiseschip bij Curaçao. Royal Caribbean, met 64 schepen mondiaal het grootste internationale cruiseconcern, doet nu voor het eerst sinds 2019 weer Curaçao en Aruba aan. Zij verlaagden hun prijzen met tientallen procenten: een Caribische cruise van een week kost nog geen 1.000 dollar per persoon.
Foto Mona van den Berg

Vervuilende sector

Ook resorts zijn schadelijk voor Curaçao en Bonaire, omdat die vaak direct aan de kust worden gebouwd, wat leidt tot erosie. Veel zand en puin komt daardoor op de riffen terecht. Ook wordt de riolering nog regelmatig direct in zee geloosd. „Formeel mag dat natuurlijk niet”, vertelt een bioloog die op het eiland werkt en liever anoniem blijft, omdat de kwestie erg gevoelig ligt. De naam is bij de redactie bekend. „Maar er zijn dagen dat we merken dat het zeewater in de omgeving groen kleurt. Dat wijst erop dat de waterzuiveringsinstallatie illegaal aan het lozen is. Het grote probleem is hier het gebrek aan handhaving. Er wordt her en der wel iets gedaan aan natuurbescherming, maar er zijn weinig langetermijnplannen. En er worden meer vergunningen dan ooit verleend voor hotelbouw aan de kust.”

Oppositielid McWilliam erkent dat het milieubewustzijn niet groot is op Curaçao, en dat de handhaving beter moet. „We hebben hier betere informatie en educatie nodig. Er wordt te gemakkelijk gezegd dat er duurzame maatregelen komen, zonder dat het van de grond komt. Premier Pisas bezocht in december de klimaattop in Dubai, en zei na terugkomst dat Curaçao in 2045 ‘geheel fossielvrij’ moet zijn. Maar hiervoor is nog nauwelijks beleid.”

Toch heeft de heropleving van het toerisme een schaduwzijde. Naast de luchtvaart behoort de cruise-industrie tot de meest vervuilende toeristische sectoren. Sinds 2020 dienen reders de uitstoot van zwavel en stikstof te verminderen, maar ze hebben van de Internationale Maritieme Organisatie tot 2050 de tijd gekregen. De enorme passagiersschepen, die vaak dicht onder de kust varen, zijn schadelijk voor de natuur, omwonenden en ook passagiers. Uit een onderzoek uit juni van de Europese Federatie voor Transport en Milieu blijkt dat de 63 cruiseschepen van het bedrijf Carnival Corporation in 2022 meer zwaveloxiden uitstootten dan alle auto’s in Europa. Barcelona heeft de meest met zwavel vervuilde haven van Europa, gevolgd door Rome en Athene.

Curaçao, toeristen zitten op een kade. Het Caribisch eilandengebied is extra kwetsbaar vanwege opwarming, zeespiegelstijging, droogte en extremer weer. Dat vormt weer een directe bedreiging voor het massatoerisme zelf, omdat 80 procent van de voorzieningen direct aan de kust ligt.
Foto Mona van den Berg

En dat terwijl juist het Caribisch gebied direct wordt bedreigd door klimaatverandering. In het najaar van 2022 publiceerden de Verenigde Naties een somber rapport waarin de Caribische eilanden werden aangeduid als het ground zero van de mondiale klimaatcrisis. Het eilandengebied is extra kwetsbaar vanwege opwarming, zeespiegelstijging, droogte en extremer weer. En dat vormt een directe bedreiging voor het massatoerisme zelf, omdat 80 procent van de voorzieningen direct aan de kust ligt.

Ook het KNMI schetste in oktober 2023, in zijn eerste klimaatscenario voor Sint Eustatius, Saba en Bonaire, geen vrolijk scenario. De drie Nederlandse gemeenten gaan steeds extremere stormen krijgen. En dat betekent een economisch risico, want de eilanden zijn sterk afhankelijk van elkaar. Dat werd duidelijk in 2017, toen orkaan Irma een spoor van verwoesting trok over Sint Maarten. Omdat haven en vliegveld tijdelijk onbruikbaar waren, viel ook de bevoorrading van het naburige Saba en Sint Eustatius wekenlang stil. Vrijwel al het voedsel op de eilanden moet namelijk worden geïmporteerd.

Kalkoplosser erop

De duidelijkste graadmeter van de klimaatcrisis in het eilandengebied is de toestand van het koraal. Sinds de eeuwwisseling is die zo snel achteruit aan het gaan dat wetenschappers vrezen dat het koraal de komende decennia geheel verdwijnt als er niets gebeurt. En dat betekent niet alleen een directe bedreiging voor de natuur, maar ook voor het toerisme.

Onderzoeker Pieter van Beukering, milieueconoom aan de Vrije Universiteit, deed in 2022 met een multidisciplinair team van de VU onderzoek naar de klimaatimpact op Bonaire. Opdrachtgever was Greenpeace. De conclusie loog er niet om: als de opwarming niet beperkt blijft tot 1,5 graden, dreigt de komende dertig jaar het zuidelijke deel van Bonaire onder te lopen, zullen hittegolven toenemen en zal het al aangetaste koraalrif afsterven.

Er is een kans dat je over enkele decennia niet meer naar koraal kan duiken op BonairePieter van BeukeringOnderzoeker

„Het verbleken van de koraalriffen wordt veroorzaakt door een hele verzameling ‘stressoren’, waaronder vervuiling en kusterosie. Maar de belangrijkste is de sterke opwarming van het zeewater. Die leidt tot verzuring van het koraal, en dat kan daar slecht tegen. Het is net alsof je er kalkoplosser op gooit”, zegt de onderzoeker. En die opwarming nam het afgelopen jaar nog verder toe. In 2023 was het Caribische zeewater maandenlang boven de dertig graden, twee volle graden warmer dan normaal. Van Beukering: „Als dat zo door blijft gaan, is er een kans dat er over enkele decennia niet meer naar koraal gedoken kan worden op Bonaire.”

Volgens het meest pessimistische scenario dat de VU berekende, zal het aantal duikplekken op Bonaire rond 2050 zijn teruggelopen van 86 naar 13. En dat is ook een economische ramp. De jaaromzet van al het riftoerisme in het Caribisch gebied – duiken, snorkelen, boottours – wordt voor het Caribische gebied geschat op bijna 10 miljard dollar. Schade aan het rif is daarmee dus niet enkel slecht voor de ecosystemen, maar ook voor de economie.

Van Beukering is bezorgd, maar heeft ook wel begrip voor het dilemma van de Caribische eilanden. Je kunt het massatoerisme niet even stilzetten, want de belangen zijn zeer groot. „Meer dan de helft van de inkomsten op de eilanden komt hier direct uit voort. Andere economische sectoren zijn er ook sterk van afhankelijk, zoals de bouw en het vervoer. En echte alternatieven zijn er niet. Landbouw is hier bijvoorbeeld marginaal.”

Alternatieven voor toerisme zijn er niet echt. Zo is landbouw marginaal in Caribisch NL

Toch denkt Van Beukering dat duurzamer, kleinschaliger toerisme kan slagen. Maar er moet wel serieus geïnvesteerd worden om de aantasting van het koraal tegen te gaan. En de eilanden kunnen in zijn ogen beter afstappen van het faciliteren van resorts en cruiseschepen. Niet alleen omdat die het milieu schaden, maar ook omdat de directe economische winst hiervan niet groot is. „Het probleem is dat het grootste deel van de winsten hier niet naar eilandbewoners gaat, maar naar internationale hotelketens en grote cruisebedrijven. Passagiers op de schepen kijken wel even rond op een eiland, maar het meeste geld geven ze aan boord uit.”

Ook bezoekers van allinclusivehotels spenderen weinig buiten de resorts. En sommige hotelketens op Curaçao halen ook personeel van buiten. De Nederlandse reisorganisatie Corendon, die in december een nieuw resort opende, laat Turkse horecamensen overkomen om lokaal personeel te trainen, en zegt te zoeken naar in Nederland wonende Curaçaoënaars die willen terugkeren.

Toeristen op Curaçao. Ruim de helft van de inkomsten op de eilanden komt direct voort uit toerisme.
Foto Mona van den berg

Actie ondernemen

De vraag voor de komende jaren is ook wat Den Haag kan doen voor duurzamer toerisme en actiever klimaatbeleid op de eilanden. Curaçao, Aruba en Sint Maarten zijn zelfstandige landen binnen het koninkrijk en moeten dit zelf vormgeven. Voor BES-eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba ligt dat anders. Zij zijn Nederlandse gemeentes, maar hun grondgebied valt niet onder het Klimaatakkoord van Parijs, dat Den Haag verplicht om werk te maken van klimaatbeleid.

Na de zorgwekkende rapporten over de Caribische klimaatverandering gaf het kabinet in 2022 aan Ed Nijpels, oud VVD-leider en aanjager van het nationale Klimaatakkoord uit 2019, de opdracht om met Bonaire, Saba en Sint Eustatius te gaan praten over klimaatbeleid. In mei 2023 stelde die in zijn rapport ‘Het is nooit te laat’ dat de klimaatproblemen in Caribisch Nederland „lang zijn genegeerd” en dat hier snel actie nodig is, vooral vanuit Den Haag. Het ontbreekt Bonaire, Sint Eustatius en Saba aan mensen, middelen en kennis om het klimaatbeleid zelf goed op te kunnen zetten.

In november stelde het kabinet 1 miljoen euro beschikbaar aan de drie eilanden om hun klimaatplannen uit te werken, zodat die in 2024 kunnen worden afgerond. Maar experts en milieuorganisaties vinden dit onvoldoende en vragen om meer middelen om de natuur op de eilanden te beschermen.

Een resort op Bonaire. Resorts worden vaak direct aan de kust gebouwd, wat lijdt tot erosie.
Foto Lex van Lieshout

In mei 2023 kondigde Greenpeace aan dat er namens een groep burgers van Bonaire juridische stappen worden voorbereid tegen het kabinet, vanwege nalatig klimaatbeleid in Caribisch Nederland. Er volgden daarna gesprekken met diverse ministers, maar zonder concreet resultaat. Volgens een woordvoerder zal Greenpeace binnenkort met nieuwe stappen komen om te zorgen dat de staat meer doet aan de klimaatdreiging op Bonaire.

Ook VU-onderzoeker Pieter van Beukering denkt dat meer klimaatmaatregelen cruciaal zijn voor de economische toekomst van de zes eilanden. „Dat de koralen blijven verzwakken, vergroot ook nog de kans op overstromingen, omdat de riffen werken als golfbrekers. Niet alleen het zuiden van Bonaire kan straks onderlopen, maar de hoofdstad Kralendijk en het vliegveld worden ook bedreigd.”

Bonaire werd lang gezien als een eiland dat juist meer milieubewustzijn toonde. Maar ook hier lijken de inkomsten uit massatoerisme nu zwaarder te wegen. Begin 2023 besloot het eilandbestuur om nog maar één cruiseschip per dag aan te laten meren, vanwege het „streven naar duurzaam en kwalitatief hoogstaand toerisme”. Maar in de wintermaanden van 2024 worden op Bonaire 213 cruiseschepen verwacht met ruim 400.000 passagiers – fors meer dan het laatste recordjaar van 2019. De nieuwe gedeputeerde voor toerisme gaf in december aan de beperking voor de schepen weer terug te willen draaien.

„Het eilandbestuur is niet in staat om doelen te stellen voor de toekomst”, zegt Kalli De Meyer, directeur van milieuorganisatie Nature2. „Er zijn geen plannen om kwetsbare, laaggelegen gebieden aan te pakken. Ontwikkelaars mogen hier nog steeds expatwoningen bouwen in gebieden die nauwelijks boven zeeniveau liggen. Alle actie tegen de klimaatdreiging gebeurt vooral ad hoc, en gaat veel te traag. Dit moet veranderen.”