Het komt nooit goed in de metafysische wereld van Hercule Poirot

Pulp Een handzaam boek is in de zomer essentieel ter ontspanning aan zee en zwembad. Gawie Keyser over de beste pulp-romans. Aflevering 5: Agatha Christie, De leegte. „Duistere draden van haat en begeerte…”


Illustratie Maud de Vries

De boeken van Agatha Christie, Queen of Crime, hebben de reputatie ‘ouderwets’ te zijn, whodunits met strikte regels die ervoor zorgen dat lezers na de laatste pagina het boek dicht kunnen doen wetend dat Hercule Poirot of Miss Marple het kwaad heeft overwonnen en dat het allemaal goed is in de wereld.

Niets is minder waar. Ik heb het sterke vermoeden dat het misverstand gebaseerd is op het niet hebben gelezen van Christie, of op kennis van slechts die dodelijk saaie, maar desalniettemin razend populaire televisieserie met David Suchet in de rol van Poirot. Wie het werk goed leest – ze heeft zoveel geschreven dat je eindeloos nieuwe dingen in de boeken kunt ontdekken – komt in werkelijkheid terecht in de duisterste krochten van de ziel, daar waar de beste schrijvers van pulp het liefst zijn.

Neem een van haar beste boeken, De leegte (1946), waar de Franse schrijver Michel Houellebecq zo verrukt van is dat hij zijn hoofdpersoon in Platform (2003) laat mijmeren: „…een vreemd, aangrijpend boek. Het zijn diepe wateren waar ze over schrijft, met krachtige onderstromingen.”

Zo denkt Poirot er ook over, verbijsterd als hij is over de moord op de bekende arts John Christow. Poirot is getuige van Johns dood naast het zwembad bij het landhuis van de Angkatells. Hij arriveert op het moment dat de arts zijn laatste adem uitblaast, de naam ‘Henrietta’ prevelend. Tegenover de stervende man staat zijn timide vrouw, Gerda, vuurwapen in de hand.

Natuurlijk is niets wat het lijkt. In de woorden van Poirot hebben we te maken met „een fijnmazig netwerk van emoties” bestaande uit „duistere draden van haat en begeerte”.

Uniek

Je kunt er donder op zeggen dat Poirot het mysterie oplost. Maar goed komt het nooit in zijn wereld. De passie van de ‘grootste detective aller tijden’ is de waarheid, niet die betreffende de misdaad, maar een constant ontwijkend inzicht in wat de mens precies drijft. Christie’s schitterende ‘trucje’: onder de mom van een fijn thrillertje lezen verlokt ze ons om mee te gaan in Poirots metafysische speurtocht.

Pulp betekent véél, populair, maar ook: gevaarlijk en subversief

Dat doet ze onverminderd. Met vier miljard verkochte boeken is Christie naast Shakespeare de best verkopende fictie-auteur aller tijden. Haar werk, altijd in druk, kun je overal vinden, van vertaalde pockets vergeeld en kapot gelezen in minibibliotheken op straat tot luxe uitgaven in sjieke boekwinkels.

Haar werk is uniek in de wijze waarop het de grenzen tussen high art, pulp en populair overstijgt. Pulp betekent véél, populair, maar ook: gevaarlijk en subversief. Je kunt De leegte lezen en gezellig met Poirot de puzzel oplost. Maar wie dieper kijkt ontdekt in verdachte Gerda het pijnlijke verhaal van repressie en vrouwenhaat. Even meedogenloos schetst Christie het Henrietta-personage, beeldhouwer met de creatieve geest. En laat Poirot nou net uit de doeken doen dat hij kampt met een killer die beschikt over scheppende krachten.

We zoeken de waarheid, we vinden chaos. Dát is Christie en dat is keihard. Poirot biedt soelaas: „Je kunt de waarheid, hoe bitter ook, accepteren. En verweven tot een manier om te leven.”