Het KNMI weet veel van het weer. Maar concurrenten willen niet dat het meldt waar een bui gaat vallen

Nadat „weerbedrijven tegen de staat” door de gang van het Haagse Paleis van Justitie galmt, vult de rechtszaal zich met advocaten, ondernemers en ambtenaren. Ze melden zich voor een kort geding met als inzet de weersvoorspellingen. Althans, de mate waarin het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) die voorspellingen via een eigen app naar buiten mag brengen.

Afgelopen november lanceerde het KNMI namelijk een nieuwe versie van de eigen weerapp en die is niet goed gevallen bij Buienradar, Weeronline en enkele andere commerciële weerbedrijven. Zij vinden dat overheidsdienst KNMI zich met die app schuldig maakt aan oneerlijke concurrentie.

In tegenstelling tot voorheen biedt de nieuwe KNMI-app op overzichtelijke wijze locatiespecifieke gegevens en (regen)radarbeelden. Als het aan het KNMI ligt komen daar binnenkort ook voorspellende radarbeelden bij. En precies vanwege die gebruiksmogelijkheden downloadt het gros van de consumenten nou juist commerciële apps van weerbedrijven als Weeronline. Reden voor brancheorganisatie Nederlandse Vereniging van Weerbedrijven (NVWB) om een kort geding te starten. „De activiteiten van het KNMI hebben een grote impact op hun omzet en daarmee op hun voortbestaan”, aldus mededingingsrecht-advocaat Maurice Essers.

De activiteiten van het KNMI hebben een grote impact op hun omzet en daarmee op hun voortbestaan

Maurice Essers
mededingingsrechtadvocaat

Radarbeelden

Mede op basis van data van het KNMI – die de overheidsinstelling gratis ter beschikking moet stellen – maken de weerbedrijven en hun meteorologen hun eigen datamodellen en voorspellingen. In hun apps verrijken ze die data, bijvoorbeeld door ook de kans op bepaalde gezondheidsklachten (zoals reuma en migraine) en de mate waarin het weer geschikt is voor activiteiten zoals fietsen of hardlopen. Maar het „cruciale” onderdeel, aldus Essers, zijn de radarbeelden met een prognose. „Dat is waarom 60 tot 70 procent van de klanten gebruik maken van hun producten.”

Of de KNMI die prognosebeelden óók mag laten zien, hangt grotendeels af van het antwoord op de vraag wat de taak van het meteorologisch instituut is. Volgens de twee advocaten van landsadvocaat Pels Rijcken heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat de plicht het publiek te informeren over het huidige en te verwachten weer. Het KNMI is belast met de taak van het verstrekken van dit ‘algemeen weerbericht’. Dat de prognosebeelden nu niet in de app staan, betogen ze, „ontneemt de minister niet de mogelijkheid mee te bewegen met technologische ontwikkelingen”. Bij de manier waarop het algemeen weerbericht wordt gepresenteerd is altijd al sprake geweest van een „doorgaande ontwikkeling” qua beeld, tekst en visualisaties.

Volgens de weerbedrijven is echter in het verleden afgesproken, en ook door de minister in 2013 aan de Kamer gecommuniceerd, dat het KNMI slechts een ‘beperkt algemeen weerbericht’ maakt en dat het meteorologisch instituut zich van verdere dienstverlening dient te onthouden als dat de marktverhoudingen verstoort – zoals met de prognosekaarten zou gebeuren. Afwijken daarvan is niet alleen in strijd met de eerdere afspraken, maar valt ook niet te rijmen met behoorlijk bestuur waartoe de overheid gehouden is.

Soortgelijke kwesties

Het is niet voor het eerst dat overheid en markt met elkaar in de clinch liggen over vermeende oneerlijke concurrentie door (semi-)publieke organisaties. Zo voerde data- en onderzoeksbureaus tot op heden tevergeefs een rechtszaak tegen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over opdrachten die het CBS buiten de vaste bekostiging om voor overheden uitvoert. Rond de Kamer van Koophandel, het Kadaster, Staatsbosbeheer en de Dienst Wegverkeer (RDW) speelden soortgelijke kwesties over marktverstoring. Dit voorjaar behandelt de Tweede Kamer het wetsvoorstel Markt en Overheid en zal nader worden gesproken over het commerciële optreden van publieke organisaties.

Tijdens het kort geding probeerden de weerbedrijven donderdag tevergeefs tot een compromis met het KNMI te komen. Zo stelden zij voor dat het KNMI alleen in beperkte gevallen – bij weerwaarschuwingen – van de prognose radarbeelden gebruik maakt. „Ik hoor u tot twee keer toe zeggen dat u graag in overleg wilt met de staat”, merkte de kort geding rechter op. Of het KNMI daar ook iets voor voelde? Een korte maar veelzeggende blik van de strategisch business manager naar zijn advocaten was genoeg. Van het voornemen om prognosebeelden te publiceren lijkt alleen de rechter – die over drie weken uitspraak doet – het KNMI nog af te kunnen brengen. „De staat ziet geen reden het overleg aan te gaan.”


Lees ook

Wat een weerapp kan betekenen voor de vakantieganger – en wat niet

Wat een weerapp kan betekenen voor de vakantieganger – en wat niet