N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Nieuwjaarsnacht Ook Apeldoorn trekt zich weinig aan van het verbod op het afsteken van vuurwerk, leert de afgelopen jaarwisseling in een volkswijk in Zuid. „Ik heb alle tien vingers nog, kijk maar.”
Van Edwin de Vries, eigenaar van vuurwerkhandel Ed Raket, had het vuurwerkverbod „vijftien jaar geleden al gemogen”. Hij bedoelt het cynisch, omdat de verkoopcijfers dit jaar uitstekend waren. Het bericht dat er landelijk meer vuurwerk verkocht is dan ooit te voren, 110 miljoen euro, volgt later op Oudjaarsavond. Zelf houdt hij het bij het sluiten van de markt zaterdagavond op „bovengemiddelde hoge omzet” in de zestien jaar dat hij in de branche zit – en zijn vader voor hem.
Als één van de twaalf gemeenten met een vuurwerkverbod bindt Apeldoorn de strijd aan met consumentenvuurwerk. Spoiler alert: rond middernacht licht de hemel als vanouds op en dreunen de klappen van zwaar kaliber vuurwerk door de wijken. Handhaving was er niet op gericht om het afsteken van vuurwerk tegen te gaan, de politie treedt alleen op bij excessen. Alleen boa’s, ambtenaren met beperkte bevoegdheden, spreken mensen aan.
De brandweer moest 24 keer uitrukken en Gelre Ziekenhuizen spreekt van en drukke jaarwisseling, zo laat een gemeentewoordvoerder zondagochtend weten. De schade in de openbare ruimte moet nog worden geïnventariseerd.
Een deel van de Nederlandse bevolking heeft lak aan de wetgeving die (zwaar) vuurwerk aan banden moet leggen, blijkt ook in Apeldoorn. Veel van zijn plaatsgenoten, zegt De Vries, „hebben er schijt aan”, en dat het totaalverbod in Apeldoorn niet wordt nageleefd „vind ik alleen maar goed”. Hij houdt zich aan de regels, als vuurwerkhandelaar. De opvallend grote pijlen die hij heeft liggen op een tafel zijn sinds 2020 verboden. Het blijken dummy’s die klanten mogen meenemen: „Een stukje nostalgie”. Nadat de laatste klant van 2022 voor zo’n honderd euro afrekent, sluit hij de loods en trekt zijn personeel de Apeldoornse oudejaarsavond in.
Aan de zuidkant van de stad schiet vrachtwagenchauffeur Ramon Schmit voor 300 euro siervuurwerk weg voor hij naar bed gaat. Hij moet vroeg op. Het vuurwerkverbod vindt Schmit te ver gaan, liever ziet hij specifieke gebieden waar het mag. En: een alcoholverbod, want met drank op doet de mens rare dingen: „Maar ik heb makkelijk praten: ik drink geen druppel.” Wat hij afsteekt is allemaal behoorlijk bescheiden. De brandweer zit er kort op als later in de avond een vuurtje van kartonnendozen in de straat geblust wordt.
Apeldoorn-Zuid heeft een traditie hoog te houden als het gaat om spectaculair vuurwerk. Bij het Vogelplein staan Desmond en Ramona Lucht bij een vuurton. Ze zijn pas getrouwd. „In principe ben ik het nooit met haar eens”, lacht Desmond. Zo is zij voor een verbod, terwijl hij om middernacht glundert in het schijnsel van het vuurwerk. „Werkt al goed he, dat verbod?” Hij baalt dat het met vuurwerk altijd „een klein groepje is dat het verpest”, maar een stop „gaat hier nooit gebeuren”.
Ramona glundert ook trouwens. Maar eerder op de avond zegt ze in de tot mini-voetbalkantine omgebouwde schuur naast het huis dat een ‘ander’ Oud & Nieuw, zoals de gemeente voorstelt, niet per se slechter hoeft te zijn. „Als je zorgt dat we het met z’n allen samen kunnen vieren met professioneel vuurwerk, waarom niet?” Ze biedt haar bezoek sigaren aan, bier, later een cola voor onderweg. „Maar ja, op zo’n evenement moet je natuurlijk stevig betalen voor een drankje. We komen uit Zuid, hebben niet allemaal veel geld.”
Chihuahua
Bij een tankstation aan de doorgangsweg Marchantstraat trekt een groep met forse knallen de aandacht. Ze willen geen achternamen geven. „Het is niet allemaal legaal”, zegt Brian met gevoel voor understatement. „Ik heb trouwens niks hoor.” De gangmaker, met bril en bontkraag en de term ‘Pyro’ (vuurwerk) op zijn jas, wil ook geen voornaam geven. Hij brengt stevig kaliber knalvuurwerk achteloos op de stoep tot ontploffing. Een andere jongen schiet vanaf zijn vuist projectielen de lucht in. „Ik heb alle tien vingers nog, kijk maar.” De bewoners in de portiekflat lijken er vrede mee te hebben. Als een kleuterjongen met zijn Paw Patrol-lampje naar buiten loopt met zijn ouders, is het even rustig.
Pascal, 39 jaar met petje en oorbel, heeft het meest te vertellen. Dat er huisdieren zijn die gebukt gaan onder de knallen, dat kan hij zich voorstellen: „Mijn chihuahua hou ik thuis, die bescherm ik.” Verder vindt hij het maar betutteling. De vuurwerktraditie „wil ik doorgeven aan mijn zoon. Ze kunnen ons niet dwingen, ze moeten ons dit niet afpakken.” De „Nederlanders” wordt weer wat afgepakt, vindt hij. Zwarte Piet ook al. Hij is gefrustreerd over de (lokale) overheid; voor een deel blijkt dat terug te voeren op zijn wens om op wielen te wonen. Maar de plekken die de gemeente voor woonwagenbewoners beschikbaar stelt, zijn schaars. Hij hoopt dat 2023 verandering brengt.
Aan de noordkant van het centrum geniet burgemeester Ton Heerts even voor 10 uur ’s avonds op het Zwitsal-terrein van de vuurwerkshow die de gemeente de burgers als „alternatief” aanbiedt. In 2018 begon de gemeenteraad al over een verbod op vuurwerk. Het is dan ook niet het verbod van Heerts, die in 2019 aantrad. Maar bewoners die het er niet mee eens zijn, kijken hem er wel op aan.
Op bepaalde plekken is Oud & Nieuw verworden tot normvrij acteren, vaak tegen het gezag en de overheid.
Apeldoorn, en de dorpen eromheen, doen niet onder voor andere steden qua overlast, zegt Heerts. Zijn collega in Arnhem, burgemeester Ahmed Marcouch, spreekt op Instagram begin van de avond van een „helse nacht” die zijn stad te wachten staat. Heerts: „Op bepaalde plekken is Oud & Nieuw verworden tot normvrij acteren, vaak tegen het gezag en de overheid. Dat ben ik met hem eens: dat moet weg.”
Het draagvlak voor vuurwerk is tanende, maar zeker niet uitgedoofd. Hij zegt dat een meerderheid in Apeldoorn voor een ‘ander Oud & Nieuw’ is, zo bleek ook uit een peiling door de gemeente in 2019. Maar de enquête laat ook zien maar dertig procent tijdens de jaarwisseling tussen zes uur ’s avonds en 2 uur ’s nachts overlast ervaart – het probleem zit vooral in de overlast eromheen en zwaarte van de knallen. Hij weet dat ‘zijn’ vuurwerkverbod hier geen pasklare oplossing voor biedt. „Iets wat in de illegaliteit gedijt, is niet zomaar weg.” Heerts spreekt van „inmiddels georganiseerde criminaliteit”, gezien de grote hoeveelheden zwaar vuurwerk die in beslag genomen is. En grote hoeveelheden die de straten van Apeldoorn toch bereiken.
Kort nadat de vuurwerkshow voorbij is, wordt het onrustiger. In Apeldoorn-Noord is het houten meubilair op een balkon drie hoog in brand gevlogen, een verdieping wordt ontruimd. Bewoners spreken van vuurwerk dat vanaf de overkant kwam, niet voor het eerst. Politie en brandweer rukken nieuwjaarsnacht met grote regelmaat uit. Tevreden kan Heerts onmogelijk zijn met de massaliteit waarin het vuurwerkverbod rond middernacht wordt overtreden. „Dit duurt echt een aantal jaar”, gelooft hij. “Ik hoop dat op termijn iedereen zich gewoon op de weg durft te begeven, met een biertje of een glas champagne, of alcoholvrij. Of hier op het terrein, gezellig.”
De hemel boven Apeldoorn-Zuid licht nog steeds onophoudelijk op om half één. Een sierpot, kennelijk omgevallen, schiet een vuurbal door de straat die uitkomt op het Vogelplein en spat uiteen bij het groepje voor Ramona’s huis. Een jongen grijpt naar zijn gezicht, maar al te veel aandacht wordt er niet aan besteed. Het lijkt er bij te horen. Even later gaat het alweer.