Het klimaat deelt mijn kinderwens niet. En nu?

Ik ben 32 en de tijd dringt. Voor mijzelf en voor de wereld. Voor mij omdat mijn eicellen niet onbeperkt beschikbaar zijn. En voor de wereld omdat, tja, bijvoorbeeld omdat deze zomer het extreme weer alle mondiale records brak. Na veel wikken en wegen weet ik inmiddels dat ik graag een kind zou krijgen, maar hoe kan ik dat verenigen met mijn donaties aan Extinction Rebellion? Is het niet veel beter om géén kinderen op de aardbol te zetten?

Met vriendinnen en vriendlief heb ik het eindeloos over hoe we die kinderwens met het redden van de aarde kunnen verenigen. En we zijn niet de enigen met die vraag. In een onderzoek in tien landen onder in totaal 10.000 jongeren tussen de 16 en 25 jaar, in 2021 gepubliceerd in wetenschappelijk tijdschrift The Lancet, antwoordden vier van de tien respondenten dat ze vanwege de klimaatcrisis niet zeker waren of ze kinderen wilden. En hoewel ik niet elke nacht wakker lig, is ook dit een vraag die me regelmatig uit mijn slaap houdt: in wat voor wereld breng je die kinderen dan groot? En kan je hierop ooit een antwoord geven, of is dit een vraag die van alle tijden is?

Milieubelasting

Eerst maar even de feiten: mensen zijn slecht voor het milieu.

De gemiddelde Nederlander stoot 9 ton CO2 uit, volgens voorlichtingsbureau Milieu Centraal. Dan is de rekensom snel gemaakt: meer mensen betekent meer uitstoot. Een kind krijgen is dus slecht voor het klimaat. Dat bevestigt ook een onderzoek van Oregon State University uit 2009, opvallend genoeg tot nu toe het enige originele wetenschappelijk onderzoek naar dit onderwerp. Vrijwel iedereen die nadenkt over kinderen en klimaat is met de resultaten bekend: het krijgen van een kind maakt vrijwel alle andere milieumaatregelen ongedaan. Mijn vegetarische maaltijden en kampeervakanties net over grens wegen dus niet op tegen de milieubelasting van een baby.

Toch valt op de resultaten van de studie wel iets af te dingen. De onderzoekers namen bij hun berekeningen álle mogelijke CO2-uitstoot van de kinderen mee, dus ook de uitstoot van beide ouders. Daarmee namen ze aan dat moeder en vader verantwoordelijk zijn voor 50 procent van hun kind (zij zijn immers degenen die het op de wereld zetten), voor een kwart van die van hun kleinkind, voor een achtste voor een achterkleinkind, enzovoorts. Met die rekenmethode schiet de CO2-meter omhoog. Volgens de wetenschappers zou elk nieuw kind in een ontwikkeld land 60 ton per jaar aan broeikasgassen uitstoten – een gigantisch verschil met de 9 ton per jaar die Milieu Centraal berekende. Ouders worden verantwoordelijk gehouden voor uitstoot die honderden jaren na hen plaatsvindt.

Trans-Atlantisch vliegen

Maar in de veertien jaar na publicatie van het onderzoek is meer onderzoek gedaan naar de milieu-impact van kinderen en zijn nieuwe methoden ontwikkeld voor de aanpak van CO2. Inmiddels is bekend dat mensen hun ecologische voetafdruk behoorlijk kunnen verlagen door niet te vliegen, elektrisch te rijden, het huis te isoleren, vegetarisch te eten. The Washington Post liet zo’n positieve toekomstvariant zien in een eigen analyse van de cijfers: stel dat Amerika de klimaatdoelen van 2050 haalt, dan is het krijgen van een kind minder belastend voor het milieu dan autorijden of trans-Atlantisch vliegen. En wie zegt dat er niet nog meer innovaties komen waarmee we onze klimaatimpact kunnen beperken?

Ik stuur de resultaten naar een vriendin die bij het zien van elke kinderwagen spontaan begint te kirren. Van alle zorgen die we hebben rondom ouderschap, is klimaat wel een van de grootste.

‘Goed nieuws’, app ik, ‘we kunnen ons voortplanten!’

‘Heel goed’, reageert ze, met twee uitroeptekens. ‘Alleen vraag ik me af of de wereld voor ons toekomstig kroos ook nog een leuke plek is?’

Rampscenario’s

Dat is de tweede klimaatangst: niet de impact die kinderen op het klimaat hebben, maar de impact die het klimaat op hén zal hebben. Het is een reële angst dat de komende generatie gaat lijden onder de opwarming van de aarde. De kans op extreem weer neemt toe: deze zomer zagen we een keur aan overstromingen, bosbranden en stormen. En de verandering van het klimaat heeft niet alleen invloed op de natuur. Oorlogen om grondstoffen, klimaatvluchtelingen: zulke rampscenario’s vinden nu al plaats. Het is die gitzwarte versie van de toekomst waarom ik aan Extinction Rebellion doneer.

Die eco-anxiety is niet alleen iets wat toekomstig ouders parten speelt. Onderzoeksbureau Morning Survey ondervroeg dit jaar in opdracht van computermaker HP ouders wereldwijd over hun gevoelens rond klimaatbeleid. Maar liefst 91 procent van de ondervraagden maakte zich zorgen over klimaatverandering, en dat beïnvloedde de vraag of zij meer kinderen wilden. Meer dan 60 procent van de ouders zei „waarschijnlijk” bereid te zijn meer te betalen voor duurzame producten, zelfs nu de prijzen van het levensonderhoud stijgen. Een beetje eco-angst over het lot van hun kinderen is misschien dus niet zo verkeerd.

Minimensen

Ik bel mijn zus. De keuze om kinderen te krijgen is zij al gepasseerd: inmiddels lopen er vier (ontzettend goed gelukte) minimensen in haar huis rond.

„Om eerlijk te zijn was het niet echt iets waar ik over nadacht toen ik de eerste kreeg”, zegt ze. „Niet dat klimaatverandering toen nog niet bestond. Ik had er gewoon niet over nagedacht dat géén kinderen krijgen ook een optie was.”

„En als je nu zou besluiten?”, vraag ik. Ik probeer een antwoord op mijn vraag uit haar te peuteren.

„Ik zou geen andere beslissing genomen hebben. Kinderen krijgen raakt ook aan zingeving: wat maakt je leven de moeite waard? En dat is zo persoonlijk. Die beslissing kan je alleen voor jezelf nemen.”

Ook van mijn zus dus geen kant-en-klaar advies. Wellicht is een duidelijk antwoord op de vraag ‘kinderen en klimaat, gaat dat samen?’ gewoon een wensdroom van me. Eigenlijk wil ik dat iemand me vertelt dat het allemaal wel goedkomt: als ik maar een elektrische auto ga rijden en mijn kind niet op vliegvakantie stuur is het allemaal in orde!

Plussen en minnen

Maar misschien is de vraag zelf unfair. Een kind op deze wereld zetten is meer dan een kwestie van plussen en minnen. Zoals mijn zus zegt: de wens om ze te krijgen is er één van zingeving. Kinderen zijn geen consumptiegoederen. De verantwoordelijkheid voor de uitstoot van kinderen volledig bij de ouders leggen, negeert het feit dat de grootste vervuilers nog altijd bedrijven zijn. Volgens Milieudefensie zijn wereldwijd 25 bedrijven verantwoordelijk voor 50 procent van alle CO2-uitstoot. Individuele acties hebben invloed, maar om de klimaatdoelen te halen is vooral goed beleid nodig (iets om te onthouden als we weer naar de stembus gaan).

Uiteindelijk zijn het geen onderzoeken die me iets van een antwoord geven op de vraag of mijn kinderwens wel oké is. Ook ik kan er geen simpele optelsom van maken. Hardop zeggen dat ik graag een kind wil, voelt als in het diepe springen – op eenzelfde manier als verliefd worden. De belangrijkste dingen spelen zich in mijn onderbewuste af. De plotselinge vertedering bij het zien van babysokjes. Ineens denken dat een kinderwagen met brede wielen in het bos toch wel heel handig is. Het zijn allemaal gedachtes die wijzen op een kindvormig gat in mijn hart. Daar hebben al die onderzoeken die ik heb gelezen maar weinig invloed op gehad.

Redden

Het is een gedicht van de Amerikaanse Maggie Smith, Good Bones, dat het dichtst in de buurt komt bij hoe ik er nu over denk. In het gedicht laat ze zien hoe ze haar kinderen de wereld probeert te verkopen:

Any decent realtor / walking you through a real shithole, chirps on / about good bones: This place could be beautiful, / right? You could make this place beautiful.

Het is dat geloof, dat de wereld een mooie plek kan zijn, die mijn kinderwens én mijn milieuactivisme voedt. Deze wereld is de moeite waard. Mooi genoeg om te delen met een zoon of dochter. Mooi genoeg om te redden.