Het kabinet verwaarloost grondrechten, zegt de privacywaakhond


Aleid Wolfsen | voorzitter Autoriteit Persoonsgegevens In nieuwe wetsvoorstellen worden artikelen over gegevensbescherming te vaak algemeen en vaag geformuleerd, volgens de privacywaakhond.

Aleid Wolfsen van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP): „Mensen moeten weten waar ze aan toe zijn. Dat gaat hier ernstig mis.”
Aleid Wolfsen van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP): „Mensen moeten weten waar ze aan toe zijn. Dat gaat hier ernstig mis.”

Foto Bart Maat/ANP

Het kabinet verwaarloost Europese grondrechten op het gebied van privacy. In nieuwe wetsvoorstellen zijn de artikelen over gegevensbescherming te vaak algemeen en vaag geformuleerd, waardoor de overheid zichzelf te veel vrijheid geeft om naar eigen inzicht gevoelige persoonsgegevens van burgers te verwerken, onderling te delen en voor andere doeleinden te gebruiken.

Dat zegt Aleid Wolfsen, voorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), tegen NRC. De privacywaakhond ziet alle concept-wetsvoorstellen voorbijkomen waarin persoonsgegevens een rol spelen. De AP toetst die voordat ze naar de Raad van State en vervolgens de Tweede Kamer gaan.

Als je inbreuk wil maken op grondrechten van mensen, dan moet dat heel nauwkeurig gebeuren

„Als je inbreuk wil maken op grondrechten van mensen”, zegt Wolfsen, „zoals de bescherming van hun persoonsgegevens, dan moet dat heel nauwkeurig gebeuren.” In de wet moet duidelijk worden gemaakt welke gegevens de overheid mag opslaan, onder welke voorwaarden en waarom dit zo belangrijk is dat het een inbreuk op de privacy rechtvaardigt.

Wolfsen ziet nog te veel concept-wetten waarin dit niet gebeurt. Dan staat er uitsluitend dát er persoonsgegevens verwerkt worden, zonder specificering. „Dat is zó fundamenteel fout.”

Recent voorbeeld is een wetsvoorstel van minister Karien van Gennip (Sociale Zaken, CDA) om malafide uitzendbureaus te bestrijden. Ze wil uitzendbureaus verplichten om een certificaat aan te vragen, waarvoor zij aantoonbaar aan allerlei normen moeten voldoen.

Deze wet heeft „een begrijpelijk doel”, zegt Wolfsen. Maar de wetsartikelen over het gebruik van persoonsgegevens zijn in strijd met Europese grondrechten, zoals uitgewerkt in de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).

Bezwaar tegen uitzendwet

Volgens het wetsvoorstel van Van Gennip mogen het ministerie van Sociale Zaken, de Arbeidsinspectie en een aantal andere instanties „alle gegevens en inlichtingen” met elkaar delen die „noodzakelijk” zijn bij het toezicht op de uitzendbranche – een formulering die ook al in eerdere arbeidswetten stond, en waartegen de AP al vaker vergeefs bezwaar maakte.

Het is onduidelijk welke impact dit wetsartikel daadwerkelijk zou hebben op de privacy van individuele uitzendkrachten, uitzendbazen en hun klanten. Maar dat is precies het probleem, zegt Wolfsen. „Mensen moeten weten waar ze aan toe zijn. Dat gaat hier ernstig mis.”

Dinsdag publiceerde de AP haar negatieve advies over de certificeringswet voor uitzendbureaus. Van Gennip heeft het al eerder ontvangen, maar wil er nog niet inhoudelijk op reageren, laat haar woordvoerder weten. Pas als ook de Raad van State geadviseerd heeft, waar de concept-wet nu ligt, maakt de minister een nieuwe versie van het wetsvoorstel bekend, en wordt zichtbaar welke aanpassingen er zijn doorgevoerd.

Onschuldige burgers

De tekortkomingen in de nieuwe uitzendwet zijn „exemplarisch”, volgens Wolfsen. „We komen dit helaas veel vaker tegen.”

Een jaar geleden adviseerde de AP de Eerste Kamer om de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (WGS) niet aan te nemen, omdat die tot „massasurveillance” kon leiden. Via deze wet zouden politie, OM, zorginstanties en banken zeer gevoelige informatie over burgers kunnen uitwisselen, zonder dat er sprake hoefde te zijn van een onregelmatigheid.

Onschuldige burgers zouden zo op ‘zwarte lijsten’ terecht kunnen komen

Onschuldige burgers zouden zo op ‘zwarte lijsten’ terecht kunnen komen, vreesde de AP, zoals ook gebeurde in de Toeslagenaffaire bij de Belastingdienst. Dit wetsvoorstel ligt nog steeds in de Eerste Kamer.

Ministeries houden bij het schrijven van de wetsvoorstellen onvoldoende rekening met hogere Europese privacywetgeving, zegt Wolfsen, die al sinds 2009 geldt. Ambtenaren toetsen vooral of een wet niet in strijd is met de Nederlandse grondwet, vermoedt hij, en vergeten het Europese recht. Ook al weegt dat juridisch zwaarder dan de Nederlandse grondwet. „De Europese rechtsorde gaat altijd voor.”


Lees ook: Beschermt de Autoriteit Persoonsgegevens privacy, of verstoort ze de vrije markt?

Soms formuleren ambtenaren de passages over privacy in wetten bewust vaag, denkt Wolfsen. Zodat ze de uitvoerende ambtenaren niet te veel beperken in hun werk, bijvoorbeeld bij het bestrijden van criminaliteit, fraude en misstanden. „Hier zit een nobel motief achter”, zegt Wolfsen, maar het mag niet. „En je moet het ook niet willen.”

De AP zal wetsvoorstellen vanaf volgend jaar nog strenger controleren, en harder optreden als een gegevensuitwisseling niet mag. In dat geval zal de AP de uitwisseling van informatie „stilleggen”, zegt Wolfsen, wat erop neerkomt dat er tijdelijk helemaal geen persoonsgegevens uitgewisseld mogen worden. Als de betrokken organisaties er dan toch mee doorgaan, riskeren ze een boete van de AP. Wolfsen: „Wij zullen scherper worden.”