Het is fijn om veel andere Oekraïners in de buurt te hebben, maar het liefst eten ze samen

Zo eet ik Hoe eten mensen en wat zegt dat over hun leven? Deze week: Katja en Natalia Tomonova koken in de noodopvang zoveel mogelijk Oekraïens.

Foto Patrick Post

‘Your herring is the best herring I ever ate”, zegt Katja Tomonova, waarna haar moeder zich even van de pannen op het elektrische fornuis afwendt en lachend roept: „Herring, Fantastic!”. In de kleine noodwoning in Monnickendam zitten Katja Tomonova (20) en haar moeder Natalia (47) nu ruim een maand. Daarvoor woonden ze in het nabijgelegen Broek in Waterland, een dorp dat algauw bekendstond als ‘Broekraïne’ omdat zoveel inwoners Oekraïense vluchtelingen een thuis gaven. Nu, anderhalf jaar na het begin van de oorlog, woont een groot deel van hen in een net opgetrokken complex bij de sportvelden aan de rand van Monnickendam. Zo’n 160 Oekraïners, vertelt Katja in het Engels. Het zijn gestapelde containerwoningen, bestaande uit een kleine kamer met uitklapbare bank die een tweepersoonsbed vormt, een piepkleine douche met wastafel en natuurlijk een keukentje.

En daar staat Natalia vaak typisch Oekraïense gerechten te maken. Zij spreekt nauwelijks Engels. Alleen bij woorden als ‘herring’ en ‘stroopwafels’ mengt ze zich even in het gesprek. „Na de eerste hap in een stroopwafel was mijn moeder er compleet verliefd op”, vertaalt Katja. Ook suikerbrood was een ontdekking. „Zo heerlijk!”

Ze maken er wat van, ondanks de trieste omstandigheden. „We kwamen in Nederland aan met maar twee tassen.” Mensen gaven spullen, kleding, speelgoed. Hun huis hebben ze zelf een beetje gezellig gemaakt met spulletjes van Ikea. Katja werkt in Amsterdam als programmeur, en dat doet ze twee dagen vanuit huis, dus in die paar vierkante meter moest ook een klein bureautje komen. Maar het past.

Vanavond staat gekookte (en daarna met roomboter doorroerde) boekweit op het menu, met gebakken stukjes rundvlees en met dille en olie aangemaakte stukjes tomaat. Ook komt een schoteltje op tafel met daarop dikke reepjes varkensvlees die eruitzien als gerookt spek, alleen zijn deze rauw en gezouten. Het spek gaat op een stukje stokbrood.

Dit gezouten vlees kun je niet kopen in een Nederlandse supermarkt, ook niet bij de slager; veel ingrediënten uit hun thuisland kopen ze bij een bedrijfje in producten uit Balkanlanden, zoals MiniMix. Eén keer per maand komt het bedrijf bestellingen bezorgen – de Oekraïners in dit complex kopen er massaal, vertelt Katja.

Foto’s Patrick Post

De boekweit van vanavond komt ook van MiniMix. Dat geldt ook voor het bijzondere nagerecht: hele walnoten nog in de groene schil – dusdanig lang in een soort stroop bewaard dat ze zacht (en zwart) geworden zijn waardoor je ze mét schil kunt eten.

Lunchen en dineren loopt een beetje door elkaar bij Oekraïners, legt Katja uit: de maaltijd die vanavond wordt gegeten had net zo goed de lunch kunnen zijn. Als ze naar haar werk gaat, haalt ze bij de supermarkt vaak een kant-en-klare caesarsalade. Of haar moeder geeft een lunchbox mee met eten zoals dat van vanavond; die gaat in de magnetron.

Op haar telefoon laat ze typisch Oekraïense gerechten zien, die ze hier regelmatig eten, zoals met zoet of hartig gevulde dumplings. En ze eten regelmatig borsjt, de Oekraïense soep met rode biet, aardappel, rund- of varkensvlees, kool, gebakken ui, wortel en crème fraîche.

Het is fijn dat zoveel landgenoten dichtbij wonen, maar eigenlijk eten ze altijd met z’n tweetjes. Privacy is belangrijk, zegt Katja. Juist omdat het leven niet altijd makkelijk is, met hun man en vader in het thuisland en al die nieuwsberichten op de Oekraïense tv die ze dagelijks volgen. Ze wijst naar buiten, naar het fraaie uitzicht over lege sportvelden, hoge bomen en de dijk waarachter de Gouwzee ligt. „Deze rust is voor ons heel goed.”