„Hoe heet die meme ook alweer, met die gespierde man?” vraagt Catarina (13) en ze neuriet een deuntje.
„O, GigaChad!” roept Rateel (13).
Joëll (13) zoekt het op en houdt een foto omhoog: een afgetrainde man met een scherpe kaaklijn en stoïcijnse blik – het online archetype van mannelijkheid en succes. In talloze TikTok-filmpjes verschijnt hij met de dreunende klanken van rocksong ‘Can You Feel My Heart’ van Bring Me The Horizon. Als meme dus: een veelvuldig gedeeld online grapje in de vorm van een filmpje of foto. Zelf kunnen ze niet goed uitleggen waarom het zo grappig is.
Toen Catarina zo’n filmpje voor het eerst zag, viel haar iets op. „In de reacties stond steeds hetzelfde woord.” Ze aarzelt om het uit te spreken.
„Sigma,” zegt Joëll droog, en de drie leerlingen proesten het uit van het lachen.
Catarina toont een AI-afbeelding van een duif met de tekst „very sigma”.
„Dit zie ik dus vaak op TikTok.” Wat ziet ze? „Een duif met een bbl,” snikt ze – Brazilian butt lift, een bilvergroting. Ze lachen nu zo hard dat er even geen geluid uitkomt.
In een klein gesprekskamertje van het Experience College in Rotterdam zitten brugklassers Catarina en Joëll en tweedeklasser Rateel met hun telefoons in de hand. Ze laten elkaar de memes zien die hun online leven vormgeven. De inhoud is chaotisch, de humor absurd en de taal cryptisch. Maar voor hen is het allemaal vanzelfsprekend – ze lezen en begrijpen deze online content zoals de oude Egyptenaren hun hiërogliefen. Aan dezelfde tafel zaten eerder op de middag ook brugklassers Jasmine (12), Edney (12) en tweedeklasser Zion (13). Maar binnen tien minuten bleek dat een interview met zes tieners tegelijk onmogelijk is, dus werd de groep gesplitst.

Even terug: wat betekent sigma? Ze wijzen naar Rateel – zij kan het goed uitleggen. Wanneer zij op TikTok „iets nieuws” tegenkomt, zoekt ze er meer over op via Google. „Oké,” begint ze. „Sigma is een letter uit het Griekse alfabet, maar veel mensen gebruiken het ook om iemand cool te noemen. Dan zeg je: ‘Je bent een sigma’.”
In 2023 schreef NRC over de ‘sigmaman’ als het nieuwe ideaalbeeld voor sommige jonge mannen. Hij lijkt op de dominante ‘alfaman’, maar is boven hem verheven omdat hij zich positioneert buiten de traditionele hiërarchie waar de alfa- en bètamannen toe behoren. Nu gebruiken jonge kinderen het woord vooral nog ironisch: iemand ‘sigma’ noemen is een manier om dat stoere, rebellerende, zichzelf serieus nemende man-type te bespotten.
Lees ook
Wie op TikTok veel rond Andrew Tate volgt komt vanzelf terecht in de wereld van opdrukken, snelle auto’s en vooral misogynie
Dan moeten de telefoons weg, zodat ze zich op de vragen kunnen focussen.
Catarina knikt begrijpend. „Anders krijgen we allemaal brain rot.”
Vorig jaar riep Oxford University Press ‘brain rot’ uit tot Woord van het Jaar. De term verwijst naar de psychologische en cognitieve aftakeling door telefoonverslaving, maar net zo goed op de platte, betekenisloze memes die die verslaving voeden – én op het jargon van deze generatie jongeren.
Mara Wouters (26), docent media, vormgeving en ict op de school waar de zes leerlingen naartoe gaan, en Samir Zaari (29), docent maatschappijleer, groeiden op met sociale media en beschouwen zichzelf als digitaal vaardig. Het Rotterdamse Experience College is gespecialiseerd in technologie en media; leerlingen leren er programmeren, websites bouwen en apps ontwikkelen. Toch kunnen ook deze twee docenten de razendsnelle ontwikkelingen in online taal en trends nauwelijks bijbenen. „Ze hebben een eindeloze stroom filmpjes en memes”, zegt Zaari. „Het houdt gewoon niet op.”
Wouters beheert een WhatsApp-groep voor haar klas, maar schakelde de reactie-functie uit. „Anders kreeg ik ’s avonds een stortvloed aan memes binnen. Sommige snap ik, andere totaal niet. En de leerlingen gaan helemaal stuk – of ze zijn opeens superbeledigd en ik heb geen idee waarom. Je mist iets.”
In de klas proberen leerlingen haar soms dingen te laten zeggen. Mevrouw, zeg eens dit en dit! Wouters weigert. „Ik weet al: dit betekent sowieso iets raars.” Ze lacht. „Ik ben pas 26, maar op zo’n moment voel je je oud.”

Tien uur schermtijd per dag
Wereldwijd proberen overheden grip te krijgen op het telefoongebruik onder kinderen. In Nederland geldt sinds januari 2024 een dringend advies om telefoons in de klas te verbieden. In Italië zijn smartphones zelfs helemaal uit scholen gebannen. Australië kondigde in november een wet aan die sociale media volledig verbiedt voor kinderen onder de zestien.
Nederland worstelt met de vraag hoe ver regelgeving mag gaan. D66 wil een minimumleeftijd van vijftien jaar voor sociale media en wordt daarin gesteund door CDA, VVD en NSC. Het kabinet blijft terughoudend.
Lees ook
Onder de 15 jaar géén social media. Kan dat? En heeft dat zin?
Een socialemediaverbod? Dat gaat de leerlingen te ver. „Arme kinderen”, klinkt het in het gesprekskamertje. Iemand grapt: „No more Skibidi Toilet.” Dat is volgens hen het ultieme voorbeeld van brain rot: een goedkoop geanimeerde YouTube-reeks waarin kwaadaardige hoofden in toiletpotten opduiken. Ze zeggen dat ze het zelf nooit bewust opzoeken, maar het toch overal tegenkomen.
„Vroeger was ik normaal”, grapt Catarina.
„Vroeger was ik nog onschuldig”, vult Joëll theatraal aan. Ze lachen, maar ergens menen ze het: als je te veel sociale media kijkt en vreemde dingen ziet, doet dat iets met je brein. Of dat echt zo is, daarover zijn neurowetenschappers het nog niet eens. Maar dat (een te veel aan) schermtijd invloed heeft, daar twijfelen ook deze tieners niet aan.
Ze vergelijken hun schermtijd. Joëll krabt achter zijn oor als hij de cijfers ziet: de afgelopen week gemiddeld tien en een half uur per dag. „Vandaag acht uur en één minuut”, leest hij hardop. Zes uur en 37 minuten daarvan op TikTok. Maar hoe dan? Het is pas drie uur ’s middags en hij zit al de hele dag op school. „Ik kon gisternacht niet slapen”, zegt hij. „Dus keek ik TikTok tot ik in slaap viel.”
„Heb je geen hersenschade?” grapt Catarina.
„Nee”, antwoordt Joëll onbewogen.
Catarina zegt dat ze soms een uur eerder wakker wordt om te scrollen voordat ze naar school moet. Haar telefoon ligt ’s nachts op het nachtkastje van haar moeder. Haar Nintendo stopt haar moeder zelfs in een kluis. Op haar tiende nam ze die een keer stiekem mee naar haar slaapkamer en zat ze er tot diep in de nacht op – niet om te gamen, maar om YouTube-video’s te kijken.

Dommer van sociale media
Tijdens de lessen op school moeten telefoons uit en in een vakje van de houten telefoonbak die voorin de klas staat. „Je ziet meteen wie daar moeite mee heeft”, zegt Wouters, „maar ook wie hun telefoon al in de eigen kluis heeft gedaan of niet eens bij zich heeft.”
Joëll merkte hoe afleidend zijn telefoon kon zijn toen hij die een keer inleverde bij zijn moeder. „Ik had een toets op de basisschool. Mijn moeder zei dat ik goed moest leren, anders kon ik misschien niet overgaan.” Ze stelde voor: steeds een uur leren zonder telefoon, en dan eventjes pauze mét. En zo ging het steeds door. „Leren, leren, leren, totdat het uiteindelijk laat was en ik nog even leerde voordat ik ging slapen. De volgende ochtend had ik de toets – en ik haalde een voldoende.”
„Dat we dommer worden van sociale media, is soort van waar”, zegt Catarina. Ze herinnert zich een toets op de basisschool waarbij haar klasgenoten ineens mewing gingen doen – een toen populaire trend waarbij je een ‘shhh’-gebaar maakt en met je vinger langs je kaaklijn beweegt. „Iedereen ging stuk, en toen werd de juf boos. Ik kon me niet meer concentreren op de toets.”
Dat online trends blijven hangen merken ze vaker. Jasmine, uit de andere groep, denkt dat te veel brain rot-beelden zoals Skibidi Toilet in je hoofd blijven zitten en het dan lastiger wordt om je op school te concentreren. Zelf heeft ze daar geen last van, zegt ze. Al vindt ze wel dat haar schermtijd best wat minder mag. Een dag eerder zat ze 8,5 uur op haar telefoon: 3,5 uur op YouTube, 2 uur en 20 minuten op TikTok en 50 minuten op Snapchat.
Toch ziet Jasmine een verbod niet helemaal zitten. „Ja en nee”, zegt ze. Volgens haar gebruiken kinderen het niet alleen voor hersenloos vermaak, maar ook om dingen te leren en inspiratie op te doen. Ze is geïnteresseerd in mode en kijkt op TikTok video’s over streetwear en ‘Y2K-outfits’: modetrends van rondom de eeuwwisseling.
Ook Edney gebruikt sociale media op die manier. De afgelopen week zat ze in totaal gemiddeld 34 uur op TikTok, bijna 20 uur op WhatsApp en 10 uur op YouTube. „Op TikTok scroll ik veel, maar soms zoek ik gericht naar haar- of kledingvideo’s, gewoon voor inspiratie”, zegt ze. Op YouTube kijkt ze tutorials over cheerleading en dan probeert ze de oefeningen thuis na te doen.

Online vrienden maken
En dan zijn er nog de vriendschappen die ze online onderhouden, of die zelfs digitaal zijn ontstaan. Joëll ontmoette ooit een jongen op metrostation Blaak die net als hij Brawl Stars zat te spelen – een online game waar hij dol op is. „We werden vrienden in het spel en zes jaar later zijn we dat nog steeds. Maar ja, hij woont in Spijkenisse, ik in Schiedam. We spreken elkaar vaker online dan in het echt.”
Bijna iedereen in de groep heeft online vrienden. Vaak via Roblox, een online spelletjesparadijs voor kinderen, waarin ze de kleren en het uiterlijk van hun eigen personage naar believen kunnen aanpassen en met anderen kunnen communiceren. Ze zijn nooit uitgespeeld, omdat er miljoenen werelden vol spellen zijn, die gebruikers zelf bouwen. Via de game kunnen spelers met elkaar spraak- en videobellen zodra ze met hun telefoonnummer of identiteitsbewijs hebben geverifieerd dat ze 13 jaar of ouder zijn. Maar de tieners vertellen dat ze met trucjes de belfunctie al vóór hun dertiende verjaardag konden gebruiken.
„Als ik nieuwe vriendinnen maak, is het daar”, zegt Rateel. Ze wisselen dan Instagram- en TikTok-profielen uit. „Ik ontmoette ooit een Frans meisje, twee jaar ouder. We waren net zusjes, we speelden elke dag samen.” Het contact verwaterde weer.
We werden vrienden in het spel, we spreken elkaar vaker online dan in het echt
Catarina heeft 106 vrienden op Roblox. „Ik zit in een groep met online vrienden. We bellen en weten hoe we eruitzien.”
Maken ze makkelijker vrienden online of in het echte leven?
„Online”, zegt Rateel. „In het echt ben ik awkward en weet ik niet wat ik moet zeggen.”
Joëll vindt het geen verschil maken. „Ik maak overal vrienden.”
Edney mag geen online vrienden hebben, tenzij haar moeder hun gezicht heeft gezien. Alleen dan mag ze met hen videobellen. „Op een dag zei mijn moeder: het mag niet meer. En ik dacht: oké, redelijk.” Misschien, denkt ze, kwam het door de online vrienden die ze had via Roblox. „Sommige mensen waren drie keer mijn leeftijd.”
Catarina vindt Roblox juist zo leuk omdat ze er met „random mensen” kan spelen. Maar soms wordt het vreemd, zegt ze. Zoals die keer dat ze een medespeler vroeg hoe oud hij was. „Hij zei: 54. Toen dacht ik: ik praat met een oude man. Dat idee vond ik eng.”
Toch geloofde ze het niet helemaal. „Welke 54-jarige man gaat op Roblox met kinderen spelen?”

Iets heel raars
„Roblox? Het enige wat ik weet, is dat de leerlingen op hun telefoon met elkaar kunnen spelen,” zegt Wouters. Voor de docenten oogt het als een onschuldig spelletje.
Maar zodra de tieners in het gesprekskamertje wordt gevraagd wat ze op Roblox doen, schuifelen ze ongeduldig op hun stoelen. Ze hebben genoeg verhalen over de „rare” dingen die ze in de game tegenkomen – en van sommige gebeurtenissen hebben ze zelfs beeldopnames.
Catarina laat een screenshot zien van een speler op Roblox die volgens haar „iets heel raars” zei. Op het scherm staat zijn chatbericht: „Racism is the key to everything.”
Zion weet ook dat er dingen zijn die hij beter niet thuis kan vertellen. Nu grijpt zijn moeder alleen soms in als ze vindt dat hij te veel op zijn telefoon zit – dan neemt ze die even af. Maar Roblox speelt hij op zijn laptop. „Als ik zou zeggen dat ik creeps tegenkom op Roblox, mocht ik sowieso nooit meer spelen.”
Wat bedoelt hij? Zion blijft terughoudend. „U wilt het niet weten.”
Ze beginnen onderling te smoezen. „E-daters”, zegt Edney fluisterend: mensen die via internet een relatie zoeken of hebben. Ze kende via Roblox een meisje uit Amerika dat in de online game een relatie had met iemand die twaalf uur rijden bij haar vandaan woonde. „Maar hij bleek een oude man te zijn. Ik zei nog: stel je voor dat het een oude man is. I told you so.” Toen heeft ze het meisje ontvriend in de game.
Ze heeft de strengste regels van allemaal thuis: haar moeder controleert haar telefoon wekelijks. Na acht uur ’s avonds mag ze niet meer op haar telefoon. Soms zijn die regels „irritant”, zegt ze, „maar uiteindelijk zijn het mijn moeders regels en ik kan er niet zoveel aan doen”. Ze vindt het ook wel begrijpelijk. „Om eerlijk te zijn vind ik dat meer ouders de telefoon van hun kinderen zouden moeten controleren. Je weet niet wat je kind doet op internet.”

Snapchat-ruzies
Achteraf vinden de docenten het opvallend dat de leerlingen tijdens het gesprek met NRC weinig vertelden over Snapchat. „Dat is hun standaard chatapp,” zegt Zaari. Wouters ziet dat ze haast léven op die app. Ook ruzies worden via Snapchat uitgevochten.
Ze merken dat zodra er iets speelt: bij een ruzie of een incident in de aula komen meteen de telefoons tevoorschijn om te filmen. Die filmpjes gaan vervolgens rond via Snapchat, wat weer nieuwe conflicten uitlokt.
Of een socialemediaverbod voor kinderen de oplossing is, weten de docenten niet. Zaari is sceptisch. „Een verbod zou zeker helpen, maar succes met handhaven.” Wouters: „Ze werken allemaal met VPN’s.” De school blokkeert de websites van Roblox en sociale media, maar met een paar klikken omzeilen leerlingen die moeiteloos.
Vooral ’s avonds, na zes uur, krijg ik ineens allemaal enge video’s
Wat de docenten wel zeker weten: digitale opvoeding moet een grotere rol krijgen in het onderwijs. „En dan niet afhankelijk van of docenten daarin geïnteresseerd zijn, maar gewoon structureel in het curriculum”, zegt Wouters. Zaari knikt. „Als we dit niet behandelen, bereiden we ze ook niet voor op de maatschappij.”
De tieners zelf hebben genoeg tips om online veilig te blijven. Catarina merkt dat algoritmes haar soms naar duistere hoeken sturen. „Vooral ’s avonds, na zes uur, krijg ik ineens allemaal enge video’s. Daarom klik ik altijd op ‘niet geïnteresseerd’, dan krijg ik ze minder.” Joëll raadt aan om „rare video’s meteen te skippen of te rapporteren en daarna je kijkgeschiedenis te wissen”. Rateel houdt het simpel: nooit je woonplaats delen met iemand die je alleen online kent.
En hoe voorkom je brain rot? „Gewoon tegen jezelf zeggen: nog vijf minuten en dan ga ik eraf”, zegt Joëll. „En het dan ook echt doen.”
Hij grinnikt. Zelf lukt dat hem ook niet altijd.
