Het hek tegen migranten werkt niet, zeggen ze in Griekse grensregio – ‘maar we moeten toch wát’

Reportage

Grenshek Migranten worden in Griekenland vrijwel uitsluitend als bedreiging gezien. Inwoners van de grensregio met Turkije kampen met een groter probleem: de economische leefbaarheid.

De Griekse premier Kyriakos Mitsotakis bij de grensmuur in de buurt van het plaatsje Feres. Hij beloofde de muur verder uit te breiden.
De Griekse premier Kyriakos Mitsotakis bij de grensmuur in de buurt van het plaatsje Feres. Hij beloofde de muur verder uit te breiden. Foto Dimitris Papamitsos/Greek Prime Minister’s Office via AP

Samen met een oude studievriend eet Hristos Hatzilazaros (70) op een zaterdagmiddag vis met rijst op het terras van Lenio, een traditioneel Griekse taveerne in het centrum van het stadje Feres. Straathonden hangen er loom rond. Hatzilazaros werpt ze een graatje toe.

Vanaf dit terras heeft de gepensioneerde belastingambtenaar een weids uitzicht op de velden rond het stadje, dat op een heuvel gebouwd is. Hatzilazaros wijst de straat uit. „Kijk, daar ligt Turkije.” De twee landen worden hier gescheiden door een grensrivier, de Evros. En door een vijf meter hoog, door grenswachten, camera’s en surveillancedrones bewaakt stalen grenshek met prikkeldraad erop, dat bedoeld is om migranten buiten de Europese Unie te houden.

De Grieks-Turkse grensbarrière maakt deel uit van de snel in omvang toenemende ommuring van Europa, die inmiddels ruim achttienhonderd kilometer telt. De bouw van dit hek begon in 2012. Het beslaat 52,5 van de 192 kilometer die de Grieks-Turkse grens telt, en in aanloop naar de verkiezingen van 21 mei was de centrum-rechtse premier Kyriakos Mitsotakis in de regio om een verlenging met 35 kilometer aan te kondigen.


De regio Evros, waartoe Feres behoort, heeft in het afgelopen decennium de nodige vluchtelingen voorbij zien trekken. Ook al zijn de inwoners overwegend conservatief, over de migranten denken ze tamelijk genuanceerd. Ze snappen dat het niet je eigen schuld is als je een oorlog ontvlucht, al denken ze ook te weten dat veel migranten geen echte oorlogsvluchtelingen zijn. Sommigen stelden hun huis open voor vluchtelingen, anderen klagen juist over door migranten gepleegde (auto)diefstal.

Maar hoe de meningen over migratie ook uiteenlopen, over één onderwerp zijn de linkse en rechtse inwoners van Evros het roerend eens: het grenshek werkt voor geen meter.

„We zien geen enkel verschil”, zegt Hatzilazaros, die tot de conservatieve groep inwoners hoort. „Ze komen nog steeds elke dag, alleen hoor je daar niet over in de media. Waar de rivier in zee stroomt, niet ver van hier, staat geen hek. Bij laag water kunnen ze gewoon binnenkomen.”

De geplande uitbreiding van het hek kan Hatzilazaros evenmin bekoren. De maatregelen tegen migratie gaan hem allemaal niet ver genoeg. „Ik ben voor het hek, maar als je er miljoenen euro’s aan uitgeeft, dan moet je ook wel zeker weten dat ze buiten blijven.” In de afgelopen twaalf maanden vroegen ruim 42.000 mensen asiel aan in Griekenland.

Pushbacks

Premier Mitsotakis heeft sinds zijn aantreden, in 2019, het Griekse migratiebeleid aanzienlijk strenger gemaakt. Miljoenen euro’s gaf hij uit aan grensbewaking en uitbreiding van de kustwacht. Met de mensenrechten neemt hij het daarbij minder nauw: uiteenlopende media en ngo’s hebben aangetoond dat Griekenland met grote regelmaat migranten terugduwt over de grens zonder hun de kans te bieden om asiel aan te vragen. Deze pushbacks, die Mitsotakis zelf ontkent, zijn illegaal volgens het internationaal recht.

Volgens politiek analist Nick Malkoutzis, oprichter van de Griekse nieuwswebsite MacroPolis, heeft Mitsotakis electoraal baat bij een harde lijn. Hij wist effectief de boodschap te verkondigen dat de vorige regering, geleid door het linkse Syriza, de grenzen had geopend, zegt Malkoutzis. „Veel kiezers gingen mee in dat argument. Hij voelt meer electorale dreiging van extreem-rechts, die hij afdekt met stevige taal en een nadruk op nationalistische onderwerpen.”

Lees ook Hoe Europa zijn grenzen bewaakt

Dat Grieken zich door de komst van migranten bedreigd voelen, zegt hoogleraar geografie en plattelandssociologie Apostolos Papadopoulos van de Harokopio-universiteit in Athene, komt door de manier waarop veel Griekse media over migratie berichten: vrijwel uitsluitend negatief. „Premier Mitsotakis draagt hieraan bij door migratie als een groot veiligheidsprobleem neer te zetten, en het te verbinden met het thema van de verslechterende verhouding met Turkije.” De premier, aldus de socioloog, richt zich met deze boodschap op de lagere sociale klassen. „Die slikken dit discours, net als ouderen.”

Ook andere ministers willen het beeld creëren dat hun beleid Griekenland veilig heeft gemaakt, zegt Papadopoulos, tevens werkzaam als directeur van het Nationaal Centrum voor Sociaal Onderzoek. „Dat is in mijn optiek een illusie. Deze regering heeft niets gedaan om mensen te integreren. Om hun leven draaglijk te maken. Om ze het gevoel te geven dat ze erbij horen.” En veel Griekse media, aldus de socioloog, herhalen voortdurend de overheidspropaganda.

Griekenland maakt het mensen erg lastig om aan een verblijfsvergunning te komen. Tegelijkertijd komen we zestig- tot honderdduizend arbeidskrachten tekort in de landbouw en in het toerisme

Lefteris Papagiannakis, directeur Griekse Vluchtelingenraad

Het grenshek, zegt politicoloog Lamprini Rori van de Universiteit van Athene in een café in het centrum van de hoofdstad, is een zeer effectieve communicatiestrategie. „Het veel herhaalde mantra van de regering dat ze de grenzen moet beschermen heeft een psychologische betekenis. Mensen weten niet hoeveel migranten er binnenkomen, ze willen het gevoel hebben dat de staat iets doet om hen te beschermen. Dat leeft bij veel kiezersgroepen, en daarom zijn ook middenpartijen en centrum-links voorstander van het hek.”

Bij het bezoek van de premier aan de regio, zegt Malkoutzis, werd er een filmpje opgenomen waarop te zien is hoe hij het grenshek inspecteert. „In zijn eentje, als de man die zijn land beschermt. Dit is de beeldtaal die zijn kiezers aanspreekt.” In de peilingen staat Mitsotakis’ partij Nea Dimokratia op 36 procent van de stemmen, tegen 28 procent voor Syriza.

Snerpend windje

Op een terras in Orestiada, het stadje dat premier Mitsotakis bezocht, verbergt Tasos Petridis (58) zijn hoofd in zijn capuchon. Het is begin mei, maar een snerpend windje doet hem huiveren. Het doet hem terugdenken aan zijn tijd in Nederland, waar zijn ouders arbeidsmigranten waren. „Ik heb er vanaf mijn vijftiende twintig jaar gewoond, heb in Tilburg gestudeerd. Maar ik ben teruggekomen omdat ik niet goed tegen het klimaat kon. Ik was altijd ziek.” Zijn Nederlands is nog altijd vlekkeloos.

De gymleraar vestigde zich in het dorpje waar zijn ouders vandaan kwamen, even buiten Orestiada. Toen het hek gebouwd werd, zegt hij, was hij er aanvankelijk op tegen. „Maar op een gegeven moment werd het te gek met de migranten. Elke morgen als ik naar mijn werk ging, zag ik groepen van tien of vijftien mensen op de weg lopen. Ze zochten voedsel. Ze stalen, braken in. Sleurden mensen weg achter het stuur van hun auto. Dat gaf zo veel problemen dat het hek nodig was.”

Het hek is „lelijk”, vindt Petridis, maar er is nu minder diefstal. „Je kwam ze overal tegen: in de bergen, of ze doken ineens op in het maïsveld. In de kleine dorpjes waren de migranten soms met meer mensen dan de inwoners zelf. Zaten we ergens koffie te drinken, zagen we hoe ze druiven stalen.”

Ook Petridis erkent dat er sinds de komst van het hek evengoed nog migranten de grens oversteken. Dat de overlast in de dorpen is afgenomen, heeft misschien wel meer te maken met de komst van een aanmeldcentrum in Orestiada. Iedere asielzoeker die kans wil maken op een verblijfsvergunning weet dat hij zich daar moet melden. Na een kort verblijf in het centrum trekken ze meestal door naar de grote steden Athene en Thessaloniki.

Anarchistische wijk

Op zijn kantoortje in de anarchistische wijk Exarcheia, in het centrum van Athene, vertelt directeur Lefteris Papagiannakis van de Griekse Vluchtelingenraad over de eenzame strijd die hij voert voor een meer humaan migratiebeleid. Over de effectiviteit van het hek is ook hij bijzonder sceptisch: er is altijd wel een manier te vinden om het te passeren.

Lees ook Muren en hekken om Europa: van een marginaal idee naar het hart van het migratiebeleid. Maar werkt het ook?

Wat je wel ziet, zegt hij, is dat vluchtelingen Griekenland gaan mijden door het hardvochtige beleid. „Zoals de mensen die vanuit de Turkije de boot namen, helemaal om Griekenland heenvoeren en uiteindelijk verdronken voor de kust van Italië.” Veel van deze verdronken migranten, onder wie de Afghaanse journaliste Torpekai Amarkhel, waren vrijwel zeker in aanmerking gekomen voor een verblijfsvergunning.

Papagiannakis haalt onderzoek aan waaruit blijkt dat mensen die hun land ontvluchten hoe dan ook zullen proberen om Europa te bereiken; afschrikwekkende maatregelen maken hun reis vooral gevaarlijker. Maar ook los van humanitaire overwegingen vindt hij het strenge Griekse migratiebeleid niet slim, zegt hij, terwijl er in een kamer verderop voor een jarige medewerker gezongen wordt.

„Griekenland maakt het mensen erg lastig om aan een verblijfsvergunning te komen. Tegelijkertijd komen we zestig- tot honderdduizend arbeidskrachten tekort in de landbouw en in het toerisme. Wie hier niet legaal mag werken, wijkt uit naar een ander Europees land of belandt op de zwarte markt. Daardoor loopt Griekenland belastinginkomsten mis.”

Behalve over Oekraïners, die net als in de rest van de EU mogen wonen en werken waar ze willen, denkt de Griekse regering volgens Papagiannakis uitsluitend over migranten als mensen zonder toekomst. „Over economische ontwikkeling denkt ze niet na.”

Juist economische leefbaarheid is het grote thema in grensregio Evros. Stadjes als Orestiada en Feres lopen leeg. Er zijn zo weinig economische kansen dat jongeren vaak blijven hangen als ze de regio verlaten om te gaan studeren. Tussen de volkstellingen van 2011 en 2021 daalde het aantal inwoners van de gemeente Orestiada met liefst 16 procent, van 37.000 naar 31.000. Gymleraar Petridis merkt het aan het afnemende aantal kinderen op de basisschool waar hij werkt.

Wie wel blijft, of terugkeert, kan zelden een baan op niveau vinden, zegt serveerder Sofia Demerdesli (27) van café Bedredin in Orestiada. Zelf studeerde ze dramaturgie. „Ik heb van alles geprobeerd, ik ben zelfs nog even reisagent geweest in Bulgarije, maar ik kom niet verder. Ik verdien zo weinig dat ik maar weer bij mijn ouders ben gaan wonen, net als veel van mijn vrienden hier.”

We staan bekend om onze gastvrijheid, maar die eindigt als de ander moslim is

Sofia Demerdesli (27), serveerster

De enige economische kansen in de regio worden geboden door het hek en het identificatiecentrum voor migranten. Inwoners van de regio krijgen voorrang als er een vacature voor grenswacht is; iedereen hier kent er wel eentje. De oudste dochter van Petridis is met een grenswacht. „Daarom blijft zij wel. Maar we hebben bedrijvigheid nodig.”

Glaasje retsina

Zouden migranten de leegloop kunnen keren? Zo simpel ligt dat niet, zegt Hatzilazaros terwijl hij een glaasje retsina en patatjes aanbiedt. „Als er hier driehonderd vluchtelingen zouden komen, zouden alle andere inwoners van Feres vertrekken. Je kunt niet zomaar mensen toelaten die heel anders zijn dan wij.”

Lees ook Nieuw IJzeren Gordijn aan de oostgrens van de EU

Van de afkerige houding van haar regiogenoten snapt serveerder Demerdesli helemaal niks. „Deze regio kent een grote migratiegeschiedenis. Honderd jaar geleden kwamen hier veel Grieken terecht die uit Turkije verdreven werden, zoals de Turken toen Griekenland moesten verlaten. Niemand heette die ‘Klein-Aziatische Grieken’ welkom. En ook nu nog zijn we tegen andere culturen gekant. We staan bekend om onze gastvrijheid, maar die eindigt wanneer de ander moslim is.”

Demerdesli steekt graag de grens over, naar het Turkse Edirne. „Ik hou van die stad, ik heb er veel vrienden. Helaas is de handel met Turkije minder geworden, door de Turkse premier die ons bedreigt en door corona. Onze Turkse buren hebben nu ook geen geld meer om hier te komen, de lira is sterk in waarde gedaald.”

De regio Evros maakte lang deel uit van het Ottomaanse Rijk en was nog kortstondig Bulgaars voordat het, in 1923, aan Griekenland toeviel. Zelf heeft de serveerder een Turkse achternaam. „Ik spreek geen Turks, dat is er in de loop van de generaties afgesleten. Maar het laat zien dat alle etniciteiten door elkaar lopen. We zijn hier multicultureel, maar dat willen we niet toegeven.”