N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
De pontifex hield een rede en het werd een pontificale rel. In een lezing in 2006 aan de universiteit van het Duitse Regensburg, waar hij had gedoceerd, had Benedictus XVI zich met een citaat van een Byzantijnse keizer afgezet tegen het islamitische concept van jihad, ‘heilige strijd’. Een recept voor ophef, kort na ‘9/11’ : de nieuwe paus, net een jaar in functie, had de islam beledigd.
In sommige necrologieën van de kerkvorst, die vandaag wordt begraven, ontbrak die geruchtmakende lezing, ook in deze krant. Misschien omdat die, zoals NRC destijds oordeelde, behalve de „onnodige provocatie” van moslims, „een slaapverwekkend verhaal” was, met „een hoog abstractieniveau”. En ja, dat moeten we niet hebben in de courant. Voordeel van de abstractie was wel, stelde het Commentaar vast, dat aan de rest van de slaappil ook „geen aanstoot te nemen” was. Laat maar kletsen die gelovigen, nietwaar.
Maar verstond de krant wel wat hij las?
Mediëvist Peter Raedts vond toen al van niet. Hij legde in een opiniestuk uit dat de opmerking over jihad maar een terzijde was in een betoog dat ging om geloof en rede. Volgens Benedictus vonden Griekse filosofie en Bijbels geloof elkaar in de katholieke metafysica, die het christendom zijn ware vorm had gegeven. Helaas was het huwelijk eeuwen later uitgelopen op een vechtscheiding. Boosdoener: niet de islam, maar de Reformatie en het werk van filosofen als Kant, die in het kielzog van de wetenschap de werkelijkheid ontheiligden en van het geloof een individuele gewetenskwestie maakten. Als nazaat van Calvijn had ik me dus ook geprovoceerd kunnen voelen, niet eens onnodig. En toen kwamen ook nog de liberale en bevrijdingstheologen: relativisme troef.
Raedts wees er al op dat de spreker nogal voorbijging aan kerkvaders die er anders over dachten. Toch blijft staan dat je het pauselijke heimwee naar harmonie van hoofd en hart nu niet zomaar kunt afdoen als gemompel in een lege kerk.
Integendeel, hang naar holisme is inmiddels confetti op elk cultuurkritisch feestje. Het pauselijke traditionalisme zelf heeft een hardcore politieke pendant op de rechterflank, in de Sturm und Drang van reactionaire Europese partijen. Maar ook in het midden is het zoeken naar nieuwe gemeenschapszin en ‘verbinding’ pasmunt geworden. In meer progressieve kring vliegt ubuntu je om de oren, de Afrikaanse notie dat ‘ik besta, omdat wij bestaan’, net als een half-gereanimeerd communisme of inheemse wijsheden over de verbondenheid van alles met, nou ja alles. Waarbij soms het besef achter de horizon verdwijnt dat ook die gebroken, onaffe moderne wereld van na de Reformatie, inclusief zijn pluriforme democratie, een morele waarde vertegenwoordigt.
Met zijn hunkering naar heelheid was de Papa, zeg ik calvinistisch tandenknarsend, op zijn manier erg bij de tijd.