Het Groningse Oudeschip zit niet te wachten op een kerncentrale

Op de salontafel van Siemara van Vliet (42) ligt een brief van de provincie Groningen. Het is een uitnodiging voor een bijeenkomst in maart over de bufferzone tussen haar huis in het Groningse dorp Oudeschip en de industrie die gepland is in de polder daartegenover. Maar de komst van die industrie is niet haar enige zorg.

Dinsdag schreef minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei, VVD) de Kamer dat toch onderzoek nodig is naar de Eemshaven in Groningen als mogelijke locatie voor een kerncentrale. Het kabinet wil uiteindelijk vier nieuwe centrales. Bouw van zo’n centrale in Groningen ligt gevoelig; een gevolg van de jarenlange gaswinning in de provincie en de daaropvolgende aardbevingen. Om die reden probeerde de minister de Eemshaven op voorhand uit te sluiten van onderzoek naar mogelijke locaties voor een kerncentrale. Maar dat is „juridisch niet houdbaar”.


Naast de Eemshaven zijn Borssele, Terneuzen en de Tweede Maasvlakte in beeld voor een kerncentrale. Het plan was in 2035 de eerste operationeel te hebben, maar dat is volgens Hermans „niet meer realistisch”. In debat met de Tweede Kamer gaf ze woensdag overigens aan dat het nog steeds de wens van het kabinet is dat er geen kerncentrale in de Eemshaven komt.

Van Vliet vindt het „ook niet zo verstandig”, een kerncentrale in de Eemshaven. „Met de instabiele grond die we hier door de aardbevingen hebben.” Volgens Hermans beseft het kabinet „dat de ontwikkeling van nieuwe energieprojecten in de provincie Groningen gevoelig ligt”.

Onduidelijkheid en onrust

De provincie Groningen en de gemeente Het Hogeland, waar de Eemshaven ligt, zijn daarom ook tegen een kerncentrale in Groningen. „Het wordt tijd dat de minister naar ons gaat luisteren”, meldt wethouder Eltjo Dijkhuis (Gemeentebelangen) op de website van de gemeente. Dat het kabinet zegt geen kerncentrale in de Eemshaven te willen maar die optie wel gaat onderzoeken, brengt „onduidelijkheid en onrust”, volgens Dijkhuis. „Er komt al zoveel op de omliggende dorpen af, het houdt een keertje op. Dit kan er niet bij.”

Wat er op die dorpen rond de haven afkomt, is in Oudeschip – de noordelijkste plaats op het Nederlandse vasteland – goed te zien. Het dorp, waar zo’n 120 mensen wonen, staat vol protestborden. Vanaf de dijk zijn windmolens, een datacentrum van Google, een steenkool- en biomassacentrale en hoogspanningsmasten te zien. „Wie bepaalt wat leefbaar is? ’t Olschip te koop” staat op een poster achter het raam van een dijkhuis.

Etty Meijer woont al 48 jaar in haar dijkhuis in Oudeschip.

Foto Siese Veenstra

In dat huis woont Etty Meijer (69) al 48 jaar. In het begin zag ze vanuit haar woonkamer schepen. Nu kijkt ze uit op windmolens. Van het geluid en het licht van die molens heeft ze last. Dat er misschien ook een kerncentrale komt, op een paar kilometer afstand, is haar te veel. „In Oudeschip is het én, én, én. Het is niet normaal wat hier in korte tijd op ons afkomt, met de windmolens en de industrie. Dan moet ik ook nog eens in de krant lezen dat er toch nog een kerncentrale kan komen.”

Meijer is bang dat de Eemshaven in dat geval een doelwit vormt. „Wat er nu allemaal in de wereld gebeurt, is akelig. Defensie is hier altijd bezig. In de Eemshaven liggen schepen vol lng. Als er dan ook nog een kerncentrale komt…” Ze zucht. „Ik vind het eng worden, wat er op ons afkomt.”

Oudeschip is omringd door industrie en windmolens.
Foto Siese Veenstra

Glastuinbouw

Dat vindt een 65-jarige man ook, die niet met zijn naam in de krant wil omdat hij de overheid wantrouwt. Hij woont al 31 jaar net buiten Oudeschip en laat zijn hond uit op de toegangsweg naar het dorp. Als er iets fout gaat, zegt hij, zijn zij de eersten die aan de beurt zijn. Hij vindt dat geen fijn gevoel. En dat zal voor iedereen gelden, denkt hij.

In de 48 jaar dat Etty Meijer in Oudeschip woont, heeft ze al heel wat plannen voor de Eemshaven zien komen en gaan. Jaren geleden zou in de polder bij het dorp, waarvoor nu plannen zijn om een bedrijventerrein van 600 hectare aan te leggen, glastuinbouw komen. Dat ging niet door. Meijer hoopt dat voor een kerncentrale hetzelfde geldt. „Maar de onzekerheid, daar heb je nu al last van.”

Etty Meijer laat haar hond uit.
Foto Siese Veenstra