Het gezicht dat de consument nooit ziet: de onbekende boodschappensjouwer

Persoon van de week Na twee weken van stakingen in de dc’s gaf Albert Heijn toe aan de druk.



Foto Ramon van Flymen/ANP

Sorry, maar wíé staat er nu precies in de schijnwerpers?

Het zijn gezichten die de consument nooit ziet, wanneer hij met zijn boodschappenmandje door de gangpaden van de supermarkt slentert. Arbeidskrachten die dag en nacht slepen met kratten bananen, dozen vol rijst en grootverpakkingen frisdrank, zodat de klant in de winkel elke dag weer een mooi gevuld schap ziet. Tot eind vorige maand, toen de distributiemedewerkers van Albert Heijn in staking gingen, omdat de grootste supermarktketen van het land niet wilde voldoen aan hun looneisen. In vijf van de zes distributiecentra voerden ze actie, en dagelijks groeiden ze in aantal. Op het hoogtepunt stonden bijna 1.500 arbeidskrachten ingeschreven als staker, een kwart van alle personeel in de logistieke centra van Albert Heijn.

De gevolgen van die acties werden met de dag zichtbaarder: vanuit het hele land doken foto’s op van lege winkelschappen. Afgelopen donderdag bezweek Albert Heijn voor die druk en toonde het bedrijf zich bereid de lonen voor logistiek medewerkers met 10 procent te verhogen. Ook met de andere eisen van de bonden, zoals het behoud van de zondagtoeslag en een betere planning voor flexibele krachten, ging de supermarktketen akkoord. Een formeel akkoord is er nog niet, maar dat is volgens de vakbonden simpelweg een kwestie van tijd.

Stakingen in winkels komen toch zelden van de grond?

Voor vakbonden is de detailhandel een moeilijke sector. Slechts een heel klein deel van de werknemers is lid, waardoor de opkomst bij acties dikwijls tegenvalt. Alleen: de stakingen bij Albert Heijn vonden niet plaats in de winkels, maar in de distributiecentra, die een aparte cao hebben. Toch is ook dat vaak een lastige bedrijfstak om actie te voeren. Want het personeel in zulke plaatstalen hallen is lang niet altijd in dienst. Door een gebrek aan personeel draaien distributiecentra vaak voor een belangrijk deel op uitzendkrachten, die voor een groot deel afkomstig zijn uit Oost-Europa. Zo ook bij Albert Heijn, waar ongeveer de helft van de distributiemedewerkers via een uitzendbureau werkt.

Die flexibele krachten zijn voor bonden moeilijk te mobiliseren. Om te beginnen vallen ze niet onder de cao waarvoor wordt gestaakt, maar ze hebben ook veel te verliezen: niet alleen hun baan maar ook hun woning, die in veel gevallen eveneens via het uitzendbureau wordt geregeld.

Deden zij bij Albert Heijn wel mee?

In de centra van Albert Heijn streden werknemers en uitzendkrachten zij aan zij. Op de locatie in Pijnacker nam een klein clubje buitenlandse flexkrachten zelfs het eerste initiatief, vertellen betrokkenen. Zij waren niet alleen ontevreden over de beperkte loonsverhoging van Albert Heijn, maar ook over de hoge werkdruk en de onduidelijkheid over roosters. Naar eigen zeggen weten ze vaak pas een week van tevoren wanneer ze moeten werken.

Voor zowel hun ‘vaste’ collega’s als de bonden kwam die hulp als een verrassing. „Ik heb dit nog nooit meegemaakt, en ik werk hier al bijna 31 jaar”, zei een vaste medewerker van het Tilburgse distributiecentrum deze week in NRC. Ook bestuurder Roel van Riezen van CNV kan zich niet herinneren dat zoveel uitzendkrachten meededen met een staking. „Zonder hen hadden we nooit de massale druk kunnen uitoefenen zoals nu”, schreef hij donderdag in een reactie op het hogere loonbod van Albert Heijn.

In afwezigheid van columniste Marike Stellinga, die met schrijfverlof is, kiest NRC elke zaterdag een persoon van de week.